In het volgende jaar kwam in het leven van Schokkenkamp de kartografie
voor het eerst serieus om de hoek kijken. Prof. Niermeyer zond hem uit naar
Berlijn om zieh op de kartografische'Abteilung'van het'Kolonial-Amt'te bekwamen
in het kartografisch tekenen. Zijn directe leermeester was Hans Wehlmann, die
hem de liefde voor het handgeschreven en gegraveerde kaartschrift bijbracht,
een liefde die hij tot op de dag van heden nog voelt. Hij leerde in Berlijn eerst
letters tekenen, later gevolgd door het construeren van kaarten uit eenvoudige
opnemingen met horloge en kompas in z.g. "Routenbücher" Na negen maanden
keerde hij terug naar Nederland en kwam enige tijd weer voor de klas in Voorst,
totdat prof. Niermeyer een kartografische opdracht voor hem had. Hij moest
twee expeditie-kaarten van Suriname en de Oost-Indische Archipel tekenen,
bedoeld om tentoongesteld te worden op een expositie ter gelegenheid van het
40-jarig jubileum van het KNAGJammer genoeg zijn deze kaarten later zoek-
geraakt
Na deze opdracht zag hij er niet veel meer in om weer voor de klas te gaan
staan. Hij solliciteerde met succes bij de BPM naar de funetie van geologisch
tekenaar in Zuid-RuslandOp 29-jarige leeftijd kwam hij aan in Baku. Niet
voor niets betekent Baku "windstoot" (uit het perzisch); de wind körnend van
het droge en boomloze schiereiland blies, niettegenstaande de dubbele vensters,
een fijn stof op de tekentafels, waardoor geregeld stoffer of veer moest worden
gebruiktl Toen na een jaar de eerste wereldoorlog uitbrak, riep de dienstplicht
hem terug naar Nederland. Door de verwarde situatie in Europa maakte hij met
een enorme omweg zijn treinreis naar het vaderland"Die treinreis zal ik nooit
vergeten: de vegetatiegordels in Rusland uit m'n leerboeken trokken in werke-
lijkheid aan mijn oog voorbij
De reis ging van Baku via Rostow en Moskou naar Sint-Petersburgvan hier
door Finland en via Stockholm-Kopenhagen-Hamburg terug naar Nederland.
Na de Colleges in landmeten en waterpassen van prof. Heuvelink aan de
Technische Hogeschool in Delft te hebben gevolgd, hiertoe in Staat gesteld
door zijn maatschappij werd hij als topograaf uitgezonden naar Roemenie,
dat was in 1919. In dat prachtige land heeft hij de mooiste jaren van zijn leven
doorgebrachtHet was daar dat hij trouwde met een roemeense, die hem een
zoon schonk. Zijn werk in Roemenie was niet zonder romantiek: hij ging o.a.
met paard en wagen het veld in, wanneer dan na een dag rijden het opgegeven
pereeel was bereikt kon het opmeten beginnen. Later werd hij er leider van de
topografische dienst van zijn maatschappij
De tweede wereldoorlog maakte wreed een einde aan zijn verblijf in Roe
menie. In 1940 trok hij naar Nederlands-Indie, maar ook hier ging de oorlog
niet aan hem voorbij: de jappen stopten hem voor drie jaar in een internerings-
kampHij woog bij zijn bevrijding uit dit kamp 39 kilo, maar was volgens zijn
zeggen toch wel redelijk gezond.
In 1946 terug naar Holland. Hoewel hij reeds op 56-jarige leeftijd was
gepensioneerdbleef hij toch voor zijn maatschappij min of meer regelmatig
aan het werk. Tot 1956 gaf hij nog les aan de opleidingsschool van de maat
schappij in het topografisch tekenen en het praktisch landmeten en water
passen
Sinds die tijd houdt hij zieh bezig met alle mogelijke vraagstukken over
kartografie, waarbij vooral zijn uitgebreide publicistische arbeid in karto
grafische kringen veel waardering en bewondering ondervindt
Zijn artikelen zijn o.a. in de volgende tijdschriften versehenen: Tijdschrift
voor Economische Geografie; Tijdschrift Koninklijk Nederlandsch Aardrijks-
kundig Genootschap; Kartografie en natuurlijk Kaartbulletinwaarvan hij de
meest produktieve auteur is geworden.
Zijn de laatste jaren verergerde hardhorendheidverhindert hem tegen-
woordig veel van de aktiviteiten van de Sectie bij te wonen, waardoor wij
18 - 12