zelfstandige sectie van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genoot-
schap
Een reactie
Een openharige reactie die de initiatiefnemers na de cartografendag ontvingen
was een zeer lijvig epistel van de cartograaf F.W. Michels. Hierin sprak hij
zijn twijfel uit over verschillende uitspraken van het forum, met name die,
welke handelden over de fundamentele trekken van wat cartografie moet heten
in het Nederlandse cartografenwereldje
Hij zou gaarnevoordat over cartografie e.d. gesproken zou worden, eerst
onder elkaar uitgemaakt willen zien of iedereen met dezelfde woorden dezelfde
dingen bedoelde
Verder ging hij zeer diep in op de verschillende voorwaarden waaraan naar
zijn mening een cartograaf, wil hij werkelijk cartograaf zijn, moet voldoen
Dat hij met deze voorwaarden niet alleen stond, bewees hij met veel aanha-
lingen uit boeken van bekende cartografen. Hij waarschuwde nadrukkelijk tegen
een bedenkelijke simplificatiedie hij op de vergadering had gemeend te mer
ken, over het beroep van cartograaf en cartografisch-tekenaarHij vergeleek
de opleiding hiertoe met de opleidingen voor andere beroepen en de aanleg en
mogelijkheden die men voor een beroep moet hebben. Edn volzin uit de brief
kenmerkte de bezorgdheid van de heer Michels:
"Er zal toch zeker geen zinnig vader-van-een-zoon-die-aardig-kan-
tekenen rondlopen met de gedachte, dat die jongen zonder enigerlei syste
matische scholing of opleiding met ingang van morgen op de tekenkruk van
een reclamebureau een boterham zal kunnen verdienen, laat staan de
scepter gaan zitten zwaaien?;
Voor de goede ordede heer Michels behoorde zowel tot de "Remagengroep"
als tot de "Initiatiefnemers" en zijn brief wilde alleen het stellingnemen in een
heilig huisje voorkomen
Voorbereiding van de oprichting
De vergadering ofwel de Eerste Nederlandse Cartografendag was hoopvol ver-
lopenDe kansen om tot resultaat te komen leken de initiatiefnemers niet siecht
en daarom besloten zijmede met de steun van de 12 5 handtekeningentot vor-
ming van een vereniging over te gaan.
Aan het huishoudelijk bestuur van het K.N.A.G. werd, zoals Prof. Panne-
koek later schreef, een goed doorwrochte brief gestuurd (d.d. maart '58), waar-
in ondermeer stond waarom het K.N.A.G. als onderdak gekozen was. Uit de
brief blijkt, dat dit ten dele uit ideele, ten dele uit praktische overwegingen
geschiedde:
"De ideele (overwegingen) - niet bij alle initiatiefnemers even sterk
aanwezig - vloeien voort uit de gedachte dat de cartografie behoort tot de
geografische wetenschappen en dat een bundeling van cartografen derhalve
ondergebracht dient te worden bij het K.N.A.G. dat reeds 85 jaar de be
langen van de geografie behartigt.
Daamaast staan dus de praktische overwegingen. De verwachting be-
staat dat een cartografische vereniging bij een samengaan met het K.N.A.G.
en gebruik makend van naam en faciliteiten (administratie en bestaand
tijdschrift) van het Genootschap, zieh betrekkelijk snel zal kunnen ont-
wikkelen
In dit verband spreken de initiatiefnemers de wens uit dat - zonder
uiteraard aan de autoriteit van het K.N.A.G. enige afbreuk te doen - er
een vorm van samengaan kan worden gevonden die voor de Cartografische
18-6