De eerste en enige maal dat in een grondwet sprake is van Amsterdam als hoofdstad is het artikel 30 in de Grondwet van 1814: "de beöediging van den Souvereinen Vorst en de inhuldiging bij de Staten Generaal zullen plaats hebben in de stad Amsterdam, als de hoofdstad". Dat is duidelijke en klare taal. Was dit nu een klakkeloos voortzetten van een door de bezetter in- gestelde toestand? Neen, bepaald niet2) Toen Prins Willem in Nederland was teruggekeerdge- land in Scheveningen en opgevangen in Den Haag door Gijsbert Karel van Hogendorp en z'n vrienden, begaf hij zieh meteen daarna op 30 november 1813 naar Amsterdam alwaar hem (reeds buiten de poorten) de sleutels van de stad werden aangeboden en het oranjegezinde deel van de Amsterdamse bevolking riep hem per acclamatie uit tot Souverein Vorst der Nederlanden. Niet zonder enige aarzeling, voor zijn regentenbrein was het moeilijk te aanvaarden om door het volk koning te worden gemaakt, heeft prins Willem dit aanvaard en werd hiermee Koning Willem de Eerste van Nederland. Van Hogendorp had al geruime tijd een schets gereed voor een grondwet, die de vorst ging bewerken naar eigen idee in samenwerking met een adviserende grondwetscommissieIn de vier maanden voordat de grondwet werd aangenomen had de vorst absolute, dictatoriale macht, een macht waar- van hij ook na het in werking treden van de grondwet nooit veel heeft prijsgegevengezien zijn grote voorliefde voor Koninklijke Besluiten. Het kostte hem dan ook geen enkele moeite om in de grondwet Amsterdam uit dankbaarheid het praedicaat Hoofdstad te verlenen Hiermee was dan °nze hoofdstad constitutioneel verankerd, maar lang duurde het niet. Reeds een jaar later, bij de hereniging van Noord- en Zuid Nederland waren in artikel 52 van de herziene Grondwet 1815 die drie vitale woorden als de hoofdstad geschrapt. Wel weten we, dat de Herzienings—Commissie van 22 april 1815, tijdens ddn van haar bijeenkomsten "algemeen erkend" had, "dat Amsterdam door de daad de hoofdstad van het Koninkrijk is". Door de hereniging zat men waarschijnlijk een beetje met Brüssel in de maagHierop zou het feit kunnen wijzen dat tot 1830 beurtelings Den Haag en Brüssel de regering hebben gehuisvest. Maar toen Noord en Zuid weer uit elkaar waren en in 1840 een nieuwe grondwetsherziening tot stand was gekomen sprak artikel 52 slechts van beSediging en inhuldiging van de Vorst binnen de stad Amsterdam, maar over hoofdstad werd en wordt, dit artikel geldt tot op heden, niet meer gesproken. Ook de meest recente Herzienings-Commissie van 1950 vond geen aanleiding om de Hoofdstad van het Rijk grondwettelijk vast te stellen. IN DISCUSSIE Vanzelfsprekend is over dit onderwerp in de loop der tijd heel wat geschreven en gediscussieerd Het meest indrukwekkend is wel het boek van Prof.Dr. C. Gerretson: "Amsterdam Hoofdstad; het historisch recht op de constitutionele rang en titel gestaafd", Amsterdam, 1955. Aanleiding tot het schrijven van dit boek was een vraag in de Tweede Kamer in 1954: "Sommige leden zouden gaarne ingelicht worden omtrent de feitelijke betekenis van het begrip hoofdstad des landsIndien deze betekenis inderdaad een wezenlijke isdient dan niet bij de wet bepaald te worden, welke gemeente als zodanig fungeert?" 4) Uit het antwoord van de minister van binnenlandse zaken, de heer Beel: Aangezien het begrip 'hoofdstad des lands" hier te lande wezenlijke betekenis mist, beStaat er naar het oordeel van de ondergetekende geen voldoende aanleiding bij de wet te bepalen, welke gemeente als zodanig fungeert" Dat was nu niet bepaald een prettige uitspraak voor de trotse AmsterdammersHet zou een KB 19 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1969 | | pagina 19