Rotterdammer zijn prof. Gerretson, die de tegenaanval uitvoerde in een rede uitgesproken in de Eerste Kamer der Staten Generaal. Deze rede was een warm pleidooi (volledig afgedrukt in zijn reeds genoemde boek) om de term "als de hoofdstad" opnieuw op te nemen in artikel 52 van de Grondwet. De historicus ging diep in op de historische achtergronden van hoe de zinsnede "als de hoofdstad" uit artikel 30 Grondwet 1814 was ontstaan. In de repliek van minister Beel zaten enkele historische en feitelijke onjuisthedendie door een begaafd historicus als prof. Gerretson haarfijn werden ontmaskerd, zodat de minister uiteindelijk op punten verloormaar evengoed zijn poot strak hield en "als de hoofdstad" uit de grondwet bleef. DE GEBLEVEN TWIJFELS Wat bij het nalezen van deze schermutselingen mijn verwondering opwekte, was het voorbijgaan aan de achtergronden van het weglaten van de term "als de hoofdstad" in 1815 en het niet opnieuw in- voeren ervan in de grondwetsherziening van 1840. Indien weglating in 1815 voldoende zou zijn ge- motiveerd door de hereniging van Noord- en Zuid Nederland, dan blijft het toch vragen oproepen wat in 1840 de redenen van niet wederom invoeren kunnen zijn geweest. Prof. Gerretson veronderstelt dat de stad Amsterdam enigszins in ongenade was gevallen door relletjes e.d. maar verder heeft ook hij zijn twijfels: "De reden waarom de oude redactie bij de Grondwetsherziening van 1840 niet is hersteld, is nooit opgehelderdmaar ook nooit terdege onderzocht" 6) Goed, dat weten we dan, de zaak moet maar eens terdege onderzocht worden. Misschien zou men er dan wel achter komen, dat de grondwetsherzieners van 1840 Den Haag als regeringszetel meer het begrip "hoofdstad" vonden dekken dan Amsterdam en men wellicht de hoofdstad niet voor het hoofd wilde stoten, waama men besloot de uiteindelijke beslissing aan latere wetgevers over te laten. Enfin, zolang de boel nog niet grondig is onderzocht, blijven we zitten met onze historische twijfels. DE ERETITEL Zolang we de term Hoofdstad als een "eretitel" blijven zien, en als eretitel kan Amsterdam daar vanuit zijn historische achtergrond inderdaad met recht aanspraak op maken, zullen we steeds de buitenlander moeten vermoeien met onze uiteenzettingen van de historische gebeurtenissen uit eind 1813 - begin 1814. Maar logischer zou het zijn om uitsluitend de begdiging en inhuldiging van de Vorst in Amsterdam als beloning voor die gebeurtenissen te zien en de term "hoofdstad" te beschou- wen als een zakelijk begrip waarmee wordt aangeduid de stad waar de regering zetelt; dat daarmee dan tevens de voornaamste" stad van een land is aangewezen moet met enige reserve worden aan- vaard, aangezien de kwalificatie "voornaamste" hopeloos subjectief isWe zouden natuurlijk wSl de definitie voor hoofdstad iets anders kunnen formuleren: Stad waar de algemene regering zetelt. Punt Men zou kunnen vermoeden dat Van Dale dat eerste gedeelte van de omschrijving "(voornaamste) stad van een land", er uitsluitend heeft ingezet voor nederlands gebruik. Voor andere landen had kunnen worden volstaan met het tweede gedeelte: stad waar de algemene regering zetelt. Uitzonde- ringen als Washington en Brasilia, e.d. behoren in dat geval tot het verleden Ons land neem thans een uitzonderingspositie in doordat we van het begrip Hoofdstad ten onrechte een eretitel hebben gemaakt. Terwille van de duidelijkheid (ik durf dat woord vandaag de dag nauwelijks te gebruiken) en op 18 KB 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1969 | | pagina 20