IDALlAELVCOSVßlM FLOW BVS'ETD VLCI AD Om U enigszins wegwijs te maken in de typografische wereld zullen we nu achtereenvolgens be- spreken: - de historische ontwikkeling van onze letters - typografische vaktermen en werkwijze in de zetterij - fotografische zetapparatuur - kartografische kwesties met letter-typen en zetsel Ik wil er hier wel even op wijzen dat de Kartografische Sectie in 1962 studiedagen gewijd heeft aan het onderwerp: "Kaartschrift en Belettering" waarbij deze onderwerpen reeds min of meer uitvoerig aan de orde kwamen, maar waarvan de voordrachten helaas nooit gepubliceerd werden. Bovendien waren in 1967 de studiedagen gewijd aan het technische aspect: "Het aanbrengen van het Kaart schrift". Hiervan zijn verschillende voordrachten gepubliceerd in Kaartbulletin 13. Over de juiste plaats van de teksten in kaarten is bij het secretariaat het boekje van W. Bonacker verkrijgbaar, getiteld: "Die Namenstellung in geographische Karten/Fortschritt oder Rückschritt in der Karten schrift" (1957, met illustraties De historische ontwikkeling van onze letters U Staat er misschien nauwelijks bij stil hoe we aan onze letters gekomen zijn; ook de verscheiden- heid in soorten zal U waarschijnlijk niet eens meer opvallen: We hebben op de eerste plaats tekens voor medeklinkersklinkers, cijfers en leestekens. Dan hebben we de hoofdletters (de zogenaamde kapitalen)die allemaal even hoog zijn en ook even hoog zijn als de cijfers. Daarnaast hebben we de kleine letters (de zogenaamde "onderkast" letters) die kleiner zijn dan de hoofdletters en waarvan de stokken naar boven of beneden uitsteken. Verder onderscheiden we rechte en schuine (of cursieve)vette en magere, brede en smalle letters. De letters kunnen wisselend van lijndikte of steeds van gelijke dikte zijn, open of massief, regelmatig of speels enz enz Edn belangrijke eigenschap hebben we nog niet genoemd namelijk de "schreven"de kleine voetjes aan de stokken van sommige lettersoortenBij veel letters zijn die zö karakteristiek dat men er het type gemakkelijk aan kan herkennen. Om al deze verschillen te verklaren zullen we in de historische ontwikkeling van het letterbeeld moeten duiken. Reeds bij de oudste beschavingen vinden we tekens om mededelingen vast te leggen, zoals het beeldschrift (hidroglyfen) van de Egyptenaren, het spijkerschrift van de Soemeridrs en de Chinese karaktertekensDe eerste "klanktekensvinden we bij de FoeniciSrs die 22 tekens voor de mede klinkers hadden. Bij de Grieken vinden we tevens de eerste 5 klinkers en uit dit alfabet ontstonden de latijnse letters van de Romeinen. In de eerste eeuwen waren dit nog alleen de hoofdletters (Capitalis Quadrata)doch zij hadden reeds schreven en een dik-dun tekening. De schreven vorm- den aanvankelijk de bovenste en onderste begrenzing van de stokken en de dik-dun tekening is af- geleid van het letterschrijven met een afgeplatte pen; de vertikale lijnen worden dan immers breder dan de horizontale verbindingen Capitalis Quadrata (3e eeuw) 24 KB 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1969 | | pagina 26