cjuodexjium
HCRumuibc
<©tosmcs öljetmcrlit 3tjnöe/
welche beeile De meefte fcliacöcüe=
niooiCollitur cnini oo
dpipcopimaMumiNNOccNle
^cuiiNONad(^ilriloc]iqmcod
cjmmcod
(JLbtpudlctm duodccchihtcm ab
uzervmuaxm cunccurc
Unciaal (4e eeuw)
Half-Unciaal 500)
Karolingische Minuskel 800)
In de eerste eeuwen van onze jaartelling maakte het Romeinse schrift verschillende wijzigingen
door, voornamelijk door aanpassing van de monumentale lettervormen aan het handschrift (Capitalis
Rustica en Unciaal)Na de vijfde eeuw gaan de stokken in de handschriften boven en onder de
regel uitsteken (Half-Unciaal) en in de achtste eeuw verschijnen de echte kleine letters (Karo
lingische Minuskel) zoals we ze thans nog kennen. Daarnaast was inmiddels voor aantekeningen
e.d. een vlotte schuingeschreven letter (cursivi) in gebruik geraakt.
Omstreeks 1200 maakt de Romaanse stijl in de kunst plaats voor de Gotiek en in belangrijke ge
schritten verschijnen dan de gecompliceerde gotische letters met de kunstige initialen aan het be-
gin van de hoofdstukkenEr ontstaan twee gotische letterstijlen: de hoekige noordelijke Gotiek
(Textura)waaruit later het bekende "duitse" schritt (Fraktur) ontstaat, en de zuidelijke ronde
Gotiek (Rotunda)Voor lichtere werken werd een beter leesbare Gotiek gebruikt (Bastarda)
Gothiek (houtsnede1497)
Textura (1585)
Rotunda (1567)
Tijdens de Renaissance ontstond er weer veel belangstelling voor de oude werken en daarmee ook
voor de eenvoudiger Romeinse lettervormen. Ook de uitvinding van de boekdrukkunst werkte daar-
aan een handje mee: men ging nu immers van gegoten losse letters drukken en daarvoor waren de
KB 19
25