TEKENINGDRAGERS
overgenomen uit: Geodesia, 9e jaargang nr. 6, juni 1967
M.J.J. Flink*
In Geodesia 1961-5 werd een overzicht betreffende de toen bekende tekeningdragers gepubliceerd
Het is mogelijk van belang eens na te gaan hoe de huidige stand van zaken op dit gebied is We
zullen, evenals in bovengenoemd artikel, de beschouwing beperken tot de zg. vaste tekening
dragers en deze weer verdelen in twee groepen nl
agewapend papier
b. kunststoftekeningdragers
Wanneer materialen worden besproken die niet in het reeds genoemde artikel voorkomen zal tevens
weer de betekenbaarheid en de gemiddelde werking worden vermeld. Laatstgenoemde gegevens zijn
samengesteld uit grafieken van de breedte- en lengtewerking van de materialen. Deze werking werd
gedurende 3-4 maanden opgenomen met dezelfde coördinatograaf van Haag-Streit. De verschillen
in temperatuur en relatieve vochtigheid zullen bij elk materiaal worden vermeld.
Bepalen we ons dus eerst tot groep a:
a GEWAPEND PAPIER
De soorten "Pagra" en "Schoellershammer" zijn in uitvoering en formaten ongewijzigd gebleven
evenals hun eigenschappen betreffende de maatvastheid, het betekenen en de handzaamheidHet
"Aluparole" is als naam verdwenen en is vervangen door de reeds bekende naam "Schoellers Paröle"
De dikte van de aluminiumplaat van het laatstgenoemde materiaal bedraagt: 0(3; 0,5 en 0,75 mm en
is aan twee zijden beplakt met: a. normaal- (enigszins mat); b. glad of topografisch zeer goed
betekenbaar papier.
Het is verkrijgbaar in de formaten: 51 x 73 cm, 73 x 102 cm en 62, 5 x 88 cm. Het dünne Schoellers
Paröle (dikte van de aluminiumplaat is 0,1 mm) wordt geleverd in rollen van 10 m x 0,65 m of
10 m x 1,02 m en is tevens in formaten van: 0,51x0,73m, 0,625x0,88m, 0,73 x 1,02 m en
0.88 x 1,23 m verkrijgbaar.
De verschallende eigenschappen van het gewapende Schoellers Paröle zijn gelijk aan die van Pagra
en Schoellershammer.
b. DE KUNSTSTOF-TEKENINGDRAGERS
De materialen worden weer, evenals in het vorige artikel, verdeeld in drie groepen nl.
1. Polyvinyl; 2. Polycarbonat; 3. Polyester.
1 POLYVINYL
De Polyvinylgroep heeft sinds 1961 een paar wijzigingen ondergaan. Enige van de toen bekende
materialen zijn niet meer in de handel of worden niet of slechts weinig meer voor kartografische
doeleinden gebruikt.
Deze materialen zijn:RhenalonTriacel, Ethulon, Schablonit, Circodur, Sicoprint, Cobex.
Ultraphan, Plastic-sheet-copyriteAstralon en Astrafoil zijn in uitvoering en formaten ongewijzigd
gebleven
De twee laatstgenoemde soorten zijn t.o.v. alle overige kunststof-tekeningdragers nog steeds de
meest aangewezen materialen voor de uitvoering van karteringswerkzaamheden d.w.z. indien men
dan hiervoor het Astralon-wit" en "Astrafoil-white opaque" gebruikt.
KB 20
19