In memoriam Professor Bakker
Op 7 april j.l. overleed op 62-jarige leeftijd te Amsterdam Professor J.P. Bakker, oud voor-
zitter van het K.N.A.G. Hij werd geboren op 21 juli 1906 In Rotterdam en studeerde fysische
geografie in Utrecht, waar hij in 1930 cum laude promoveerdeTussen 1931 en 1939 was hij
leraar te Breda. In 1937 kwam hij als privaat-docent naar Amsterdam, waar hij in 1939 be-
noemd werd tot lector en in 1945 tot gewoon hoogleraar in de fysische geografie, klimatolo-
gie en kartografie aan de Universiteit van Amsterdam.
In de veelomvattende belangstellingssfeer van Professor Bakker nam het geografisch ver-
enigingsleven een belangrijke plaats in. Met enige onderbrekingen nam Bakker bijna 30 ja-
ren aktief deel aan het leven van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap.
Hij bekleedde er verschillende functies; jarenlang was hij lid van het Algemeen Bestuur;
van 1949 tot 1953 was hij vice-voorzitter en van 1962 tot 1967 diende hij het Genootschap
als voorzitterAls bestuurder toonde Bakker zieh een rusteloos pleitbezorger - aanvankelijk
in een ge'isoleerde positie - van een koerswijziging in modern geografische zin, van een
vergroting van de invloed van vakgeografen en van versterking van het wetenschappelijk
imago van het Genootschap.
Van veel realiteitszin getuigt de doortastende wijze waarop hij als voorzitter, voortgaande
in het spoor van zijn voorganger Professor Van Baren, tezamen met de heer R. Schräder de
samensmelting van het Genootschap met de Geografische Vereniging, van welke organisatie
hij van 19 57 tot 1960 het voorzitterschap had bekleed, wist te bewerkstelligen. In feite
werd hiermee de basis voor een nieuw Genootschap gelegd, waarbinnen de Kartografische
Sectie haar unieke zelfstandigheid wist te handhavenBakker werd benoemd tot voorzitter
van het K.N.A.G.-Nieuwe Stijl maar tengevolge van zijn slechter wordende gezondheid is
het hem niet beschoren geweest aan de fusie gestalte te geven. Ultimo 1967 moest hij de
leiding aan anderen overdragen. Op 7 april, tweede Paasdag, overleed hij, toch nog geheel
onverwacht, aan een hersenbloeding
Bakker benaderde zijn collega's en medewerkers met veel elan. Zijn optreden werd steeds
gekenmerkt door een warme belangstelling voor de medemens
Onder zijn voorzitterschap heeft de Kartografische Sectie zieh, zonder inmenging van derden
en onder de administratieve leiding van het K.N.A.G., op gezonde wijze kunnen ontwikke-
len. Ofschoon hij zieh zelden op onze bijeenkomsten liet zien, zijn wij hem voor deze
"bescherming" veel dank verschuldigd
F.J. Ormeling, voorzitter K .N .A.G
Nagedachtenis bij het overlijden van Mr. S.J. Fockema Andreae
Zelden. zullen zovelen uit zoveel verschillende takken van wetenschap getreurd hebben bij
het vernemen van het overlijden van Fockema Andreae op 6 december 1968. Velen kennen
zijn naam uit de publikaties op historisch-kartografisch terrein maar niet iedereen weet dat
Fockema Andreae zieh in veel intensievere mate heeft opgehouden met de waterstaats- en
waterschapsgeschiedenismet de rechtsgeschiedenismet de historische geografie, de
naamkunde en met andere nevenwetenschappenIn zijn arbeidzame leven kwamen, volgens
de publikatie van dr. J. Westenberg, 514 artikelen van zijn handDaaronder zijn zowel
standaardwerken als recensies begrepen
S.J. Fockema Andreae, die in 1904 te Leeuwaren geboren werd, heeft een zeer gevarieerde
carriöre doorgemaakt. Zijn eerste betrekking, na zijn voltooiing van de rechtenstudiewas
die van archivaris bij het Hoogheemraadschap van Rijnland, van 1928 tot 1934. De dood
overviel hem in zijn funetie van Rijksarchivaris in de Provincie Friesland. Tussen die beide
archivaris-functies liggen zijn betrekkingen bij verschillende centrale bestuursorganen,
maar ook die bij het Algemeen Rijksarchiefvan 1945 tot 1948.
Juist deze periode zou voor de Nederlandse kartografie zeer vruchtdragend zijn, want in deze
jaren ontstond het eerste en enige algemene standaardwerk over de geschiedenis der karto
grafie van Nederland. Fockema Andreae schreef dit werk onder gebruikmaking van het mate-
riaal dat Mr. B. van 't Hoff in de loop der jaren verzameld had. - Uit die periode dateert de
vriendschap tussen deze beide deskundigen op het gebied van de Nederlandse oude karto
grafie. - Naast zijn beroemde handboek dat in 1947 bij M. Nijhoff versehenen is, heeft
vooral zijn faesimile uitgave, in 1961, van de kaarten van Christiaan Sgrooten zijn naam als
historisch-kartograaf gevestigd.
Voor Fockema Andreae was de kartografie een tak van wetenschap waarmee hij in zijn hoofd-
studies over waterschapsgeschiedenis en over historische geografie in aanraking kwam.
Zulke nevengebieden waren er meer; ze zijn steeds met veel profijt voor hun principidle be-
oefenaren door hem geöxploreerd. Dat Fockema Andreae niet tot de kamergeleerden gerekend
mag worden blijkt o.a. wel uit zijn maatschappelijke bewogenheid en door zijn positieve
instelling t.o.v. het verenigingslevenHij was dan ook onmiddellijk bereid om zitting te
nemen in het stichtingsbestuur van de Kartografische Sectie van het K.N.A.G. Reeds lang
vöör 1958 had hij er voor gepleit dat het KNAG een historisch-geografische en -kartogra
fische sectie zou insteilen.
Bij zijn heengaan past dan ook een grote dankbaarheid voor de pioniersarbeid die deze ge-
leerde op het terrein van de historische geografie en -kartografie voor Nederland verricht
heeft
CKoeman
Voor de gegevens in dit artikel werd herhaaldelijk geput uit het uitvoerige "In memoriam"
van Prof. Dr. M.W. Heslinga in het Geografisch Tijdschrift van april 1969.