topografische kaarten,"dat men de getallen rechtopstaand leest, indien men zieh geplaatst denkt aan de voet van de helling en daarbij naar boven kijkt"0. geeft de ligging aan van het plaatselijk reductievlak; de getallen, welke de diepte van het water, gelegen boven dat vlak aangeven, zijn onderstreept b.v. 1_. De kaarten van de Nederlandse kust, de zeegaten en van de getijrivieren berusten op de uitkomsten van geregelde opnemingen, welke periodiek worden herhaald. Alle dieptecijfers zet men niet op de kaart, zelfs niet op die op grote schaal en wel ter wille van de leesbaarheidIn elk geval worden di£ uitkomsten vermeld, welke de kleinste diepten geven. Met het toenemen van de grootte van de schepen, van laadvermogen en diepgang worden de eisen, aan de kaarten gesteld, steeds hogerVele van deze in aantal en in diepgang toenemende schepen hebben een diepgang van 16 m, ongeveer 50 voet. Shelltankers zijn in aanbouw met een laadvermogen van 210.000 ton, met een lengte van 365 m en een diepgang van bijna 19 m, van 62 voet. Bedenkt men dat de Noordzee plaat selijk niet veel dieper is (op de Bruine Bank, een in noord-zuid richting lopende smalle rüg tussen Lowestoft en Egmond Staat nauwelijks 17 m), dan kan men zieh het enorme belang van een goede voorlichting aan de scheepvaart voorstellen. Voor de omliggende landen is het van grote betekenis dat de scheepvaart de Noordzee niet gaat mijden. De Universe Ireland, 312.000 ton en gecharterd door de 'Gulf', heeft een diepgang van 24,7 m, een lengte van 345 m en loste haar olie op het eilandje Whiddy in de Bantry Bay in Zuidwest-Ierland (1968) Men wil met het oog op de veiligheid zelfs komen tot speciale routes voor de grote tankers 4) Bovendien zal men, nu het continentaal plat onder de Noordzee in exploratie zal worden genomen (gas en olie) naast de mijnenvrije Nederlandse territoriale wateren en aanlooproutes ook het overig gebied mijnenvrij moeten maken (zie aantekening (3)) Wie meent, dat ruim 24 jaar na het einde van de tweede wereldoorlog het mijnengevaar voor de scheepvaart door 'verjaring' is afgewend, heeft het mis De mijnen en andere explosieven uit de laatste oorlog, maar ook uit de oorlog 14 18vormen nog steeds een zeer reäel gevaar"Voor de internationale scheepvaart geldt het gebied ten noorden van de Waddeneilanden vooral als gevaarlijk. In dit gebied, NEMEDRI-9 North European and Mediterranean Routing Instructions) genoemd 5), zijn slechts bepaalde stukken bevaarbaarEen bevaarbare zone van drie mijl is door veeg—operaties verbreed tot acht mijl. Deze vaargeul is geschikt voor schepen met een diepgang tot 16 meter. Deze strook is de boven reeds genoemde E.T. Elbe-Texel) route. ad 2 Tot voor ruim veertig jaar was voor alle door Nederland uitgegeven zeekaarten de recht - hoekige platkaart (de normale cilinderprojectie met equidistante middenparallel en equi- distante meridianen; de z.g. middelbreedte kaart) in gebruik. Het papier voor de zeekaarten was gedurende het drukproeddd (van de koperplaat op vochtig papier onder Sterke persing en daarna ge- droogdaan Sterke vormveranderingen onderhevig; deze laatste veroorzaken fouten in de op de kaarten af te passen richtingen en afstanden, welke aanmerkelijk de afbeeldingsfouten tengevolge van de kaartprojectie overtreffen, zodat er niets op tegen was de genoemde projectie te gebruiken. Sedert 1924 tekent men de kust-, en de detail- inclusief de plannenkaarten van Nederland in de (scheve) stereografische of (scheve) conforme azimutale projectie. De schaal van deze projectie is constant, terwijl de vervormingen van de afstanden voor de praktijk van geen betekenis zijn. In deze projectie zijn de meridianen naar het noorden convergerende - voor de praktijk rechte - lijnen, de parallellen cirkelbogen. De loxodroom, de lijn welke alle meri dianen onder dezelfde hoek snijdt, is in deze projectie geen rechte lijn; voor de praktijk echter is dat van geen betekenis, omdat de kaart slechts een klein gebied bestrijkt en de op de kaart te KB 21 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1969 | | pagina 11