Marine Een lijst van de hydrografische opnemingen van de Nederlandse kustwateren, een chronologische opgave van 1796-1900 vindt men in litt, nummer 15, blz858-860. (3) Het oceanografisch onderzoek in de ruimste zin van het woord heeft met de eigen- lijke zeekaart (resultaat van opnemingen in de kuststrook van het vaste land ten behoeve van een veilig scheepvaartverkeer) weinig van doen. Beperken we ons hier tot ons eigen landdan noemen we deSiboga-expeditie, zo genoemd naar het opnemingsvaartuigOnder leiding van Prof. Max Weber onderzocht men in de jaren 1899-1900 de oostelijke zeedn van de Austraal-Aziatische Archipel. Vooral op biologisch-hydro- grafisch gebied werden gegevens verzameld. Het schip stond onder commando van de luitenant ter zee le klasse G F Tydemann. Met het opnemingsvaartuig 1 W i 11 e b r ord Snellius' werd ruim 25 jaar later weer een expeditie ondernomen in de jaren 1929-1930 met als commandant de luitenant ter zee le klasse F Pinke en als wetenschappelijk leider P.M. van Riel, direc- teur van het filiaal van het K.N.M.I. te Amsterdam. Het te onderzoeken gebied kwam ongeveer overeen met dat van de Siboga-expeditieDitmaal echter werden onderzoekingen gedaan voorname- lijk op het gebied van de geologie en de geofysica. "Dit was de laatste maal, dat de Nederlanders aan boord van vaartuigen van de Koninklijke (Nederlandsche) Marine oceanografisch onderzoek hebben verricht in de wateren van de Indische Archipel" Op talrijke kaartbladen en in verscheiden boekwerken en pamfletten zijn de resultaten dezer expedities neergelegd. In gereduceerde vorm vindt men een deel ervan op de kaartbladen 3 en 5 van de Atlas van Tropisch Nederland, 1938. Evenals de meeste maritieme staten is Nederland lid van het Internationaal Hydrografische Bureau dat in 1921 is opgericht met zetel in Monaco. Het gaat uitsluitend adviserend te werk o.a. streven naar het brengen van uniformiteit in de uitvoering van hydrografische publicaties 22) Een zeer belangrijke uitgave van het Bureau is de Carte bathymdtrique gdndrale des ocdans Een vijfde uitgave van deze kaart is in voorbereiding Voorts werkt Nederland mee aan het vervaardigen van de visserijkaart Noordzee (zie V.5.e.) en behoort het met de andere landen rondom de Noordzee tot de North Sea Hydrographie Commission (N.S.H.C.) in 1962 op instigatie van de Chef Hydrografie in Nederland in het leven geroepen in verband met de steeds dieper stekende schepen. In 1964 nam ons land met het opnemingsvaartuig Snellius deel aan de NAVADO North Atlantic Vidal and Dalrymple Oceanographyexpeditie, terwijl op de vijfde zitting van de wereldomvattende organisatie I n t e r gove rn m e n t a 1 Oceanographic Commission I.O.C.) afdeling van de Unesco 22), in 1967 op voorstel van de Nederlandse Chef Hydrografie besloten werd tot een uitgebreid onderzoek van het Caribische en aangrenzende zeegebied. In 1970 zal men met dit onderzoek beginnen. VOETNOTEN 1) Zie Keuning, (lit. no. 8), blz. 693. Anderen verstaan onder portulanen kaarten, welke "ont- staan zijn uit vroeg-middeleeuwse beschrijvingen van zeeroutes, waarbijnadat het kompas in gebruik was genomen, de windrichting met lijnen, uitgaande van kompasrozen, werd aangegeven" B. van 't Hoff. Een portulaan van Jacobus Russus uit Messina in het bezit van Jan van Duven- voorde. In: Oud-Holland, 75, 1960. blz. 101-107, in het bijzonder blz101/102 met een re- produetie van de portulaan op blz. 100. 2) The Rutter of the Sea, with the Hauens, Roades, SoundingsKenningsWyndes, Fluds and Ebbes, daungers and coastes of diuers regions, wyth the lawes of the Ile of Auleron, And the iudgementes of the sea. With a Rutter of the North added to the same. Imprinted at London by John Awdely, for Antony Kytson. (1573) (aanwezig in het Maritiem Museum 'Prins Hendrik' te Rotterdam 3) De zeevaartkundige term 'peilen' komt overeen met het landmeetkundig 'richting bepalen'. 4) Zie o.a. H.A. Ferguson, De verbetering van de toegang uit zee naar de Nieuwe Waterweg; nieuwe havenmond en vaargeul in de Noordzee. In: K.N.A.G. Geogr. Tijds. N.R. I, 1967, 5. blz. 359-366 met 3 kaartjes en 2 profielen. 5) NEMEDRI-9 is het enige van voor de scheepvaart nog gevaarlijke gebieden, welke zieh na de tweede wereldoorlog bevonden in de kustgebieden van Frankrijk, BelgiS, Nederland, Duitsland en Denemarken. No. 1 was dat bij Bayonne; No. 9 strekt zieh uit ten noorden van de Neder landse Waddeneilanden, verder over het kustgebied van de Duitse Bocht en van de westkust van Denemarken; No. 10 vormden de Deense wateren ten oosten van Jutland. 6) "Met het Bureau voor Watertoerisme A.N.W. B. - K.V.N.W.V. - N.K.B, werd overeengekomen de van belang zijnde veranderingen periodiek in De Waterkampioen op te nemen, zodat de ge- bruiker van de zeilkaart deze verbetering desgewenst zelf zal kunnen aanbrengen" (zie Tijds. Kon. NederlAardr. Genoots2, LXXXIII, 1966 (Kartografie No. 32/33) blz. 474). (Tot onze spijt laat de omvang van dit opstel de publicatie in ddn keer niet toe; vooral voor sommige verwijzingen betreuren wij dit. Zo spoedig mogelijk volgt daarom het laatste deel, met de litteratuur- lijst. Deredaktie.) 14 KB 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1969 | | pagina 16