het Noordzeewater vrijwel tegelijkertijd door beide zeegaten naar binnen. Van de schrijvers, die het Groninger standpunt verdedigden, noem ik alleen de 19e eeuwse Groninger geleerde R. Westerhoff, omdat hoofdzakelijk tegen zijn variant het betoog van Buma was gericht. Westerhoff trachtte de hinderlijke Friese Status van Schiermonnikoog uit de weg te ruimen door uit de geografische ligging van Schiermonnikoog in zijn tijd, dat was 1871, de overigens door niets ge- steunde Stelling af te leiden, dat het eiland oorspronkelijk tot de provincie Groningen moest hebben behoord, voordat het op een hem onbekend tijdstip van die provincie was afgescheurd en Staats - rechtelijk tot Friesland was gaan behoren. Ook hij beschouwde het Friese Gat als de oude Lauwers Dat het zeegat ten oosten van de Simonsplaat ook Lauwers heette, verklaarde hij door de mogelijk- heid te opperen, dat dit zeegat aanvankelijk misschien alleen zou hebben gediend voor afvoer van het water, dat in het noorden van Groningen tussen de Marne en het oostelijk daarvan gelegen Halve Ambt door naar de wadden stroomde, vervolgens door doorscheuring van het wad tussen de Groninger kust en Schiermonnikoog in zuidwestelijke richting met het bed van de oude Lauwers in verbinding zou zijn opgevat. In dezelfde alinea verwierp hij zelf deze opvatting als een misvatting met een beroep op de gesteldheid van het wad en het kustland ter plaatse, dat wil zeggen met een beroep op het wantijEen verklaring voor de naam van de Zuid-Oost-Lauwers gaf hij niet. Van de standpunten der Friezen en Groningers zou ik nog een aantal door andere schrijvers ver- dedigde Varianten in het kort kunnen weergeven. Ik acht mij van die taak ontslagen, omdat al die Varianten met de wel hier medegedeelde gemeen hebben, dat de daarin ten beste gegeven worsteling om van de vijf feitelijke gegevens een logisch sluitend geheel te maken, telkens is mislukt. Deze mislukkingen zijn begrijpelijk, omdat die vijf gegevens, zoals zij in de aanvang van dit artikel zijn omschreven, nu eenmaal geen logisch sluitend geheel vormen. Die mislukkingen zijn echter niet vergeeflijk, omdat zij alle hieraan zijn te wijten, dat de betrokken schrijvers niet de voortdurende veranderingen in het waddengebied en de daarin zichtbare grote lijn tot basis van hun betoog maakten, maar uitgingen van een vrijwel statisch begrip wadden. Natuurlijk lieten zij wel eens een getijgeul verzanden en de westpunt van een waddeneiland een eindje afslaan, maar dat was nooit gezien in groter verband van bijv. twee of drie wantijen onderling en aan weerskanten begrensde wadkommen, laat staan dat de in een dergelijk groter verband optredende veranderingen hun uitgangspunt waren Het waddengebied, met inbegrip van de eilanden en de Lauwerszee, is in een voortdurende beweging, hetgeen samenhangt met de hoeveelheid water die een wadkom kan bergen, met de richting en de kracht, waarmede de wind en de stroom het water in de wadkom opstuwen, met de bochtwerking in de geulen, waardoor de steile buitenbochten afkalven en de läge binnenbochten aanslibben, en met het door de watersnelheid bepaalde zand- en kleitransportHierbij is het een verwarrende omstan- digheid, dat al deze faktoren elkander onderling in hoge mate be'invloeden De snelheid der door die faktoren veroorzaakte veranderingen moet men niet onderschattenDit kan bijv. ten aanzien van de bochtwerking worden aangetoond met een proef, welke de geoloog L.M.J.U. van Straaten ondemam ten aanzien van een meander van een priel, dat is een kleine wadgeul, zuidwestelijk van Nes. Hij sloeg op 24 juni 1949 een witte stok längs de toenmalige steile oever van de buitenbocht in het wad. Op 8 augustus 1949 stond die stok in de aanslibbing van de läge binnenbocht. De steile oever had zieh in de loop van 45 dagen verplaatst over een 1) R. Westerhoff, Eenige bladzijden betrekkelijk de geschiedenis van Schiermonnikenoog en van de Lauwers, Bijdragen tot de geschiedenis en oudheidkundeinzonderheid van de provincie Groningen, deel VIII, (1871) blz. 292-317. 18 KB 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1969 | | pagina 20