V.5.g. Constructie van het kaartnet
in haar juiste ligging aangebracht. Hetzelfde geldt natuurlijk voor lichtschepen, lichtboeien, tonnen, boor-
eilanden en andere navigatiekenmerken, eveneens voor telegraaf- en telefoonkabels
De kustlijn wordt tegelijkertijd met de lodingtochten onder de wal bepaald, of er worden althans gegevens
verzameld en genoteerd, welke de kustkartering tezamen met längs andere weg verkregen waarnemingen,
mogelijk maakt. Als kustlij vordt aangenomen de gemidde 1 de hoogwaterlij n
Bestaan er goede topografische kaarten als in ons land, dan kan de topografie daarvan worden overgenomen
door middel van identieke punten. Men dient zieh dan van te voren op de hoogte te stellen van het water-
standsvlak, waarvoor die kustlijn geldt.
De begrenzing van uitgestrekte zandbanken, b.v. Noordvaarder en Boschplaat bij Terschelling, losliggende
banken v66r of in de Zeeuwse en Zuidhollandse getijrivieren, moet door de opnemer zelf worden bepaald.
1. Elk punt op aarde is bepaald door zijn geografische coördinaten, breedte en lengte, met de evenaar en
de meridiaan van Greenwich als coördinatenassen. Dit coördinatenstelsel geldt voor de gehele aarde, wat
met de vierkantennetten van de topografische kaarten niet altijd het geval is.
Daar de zeeman (en ook de luchtvaarder) zieh over de gehele aardbol of over een groot deel ervan beweegt,
spreekt het van zelf, dat hij het meest gebaat is met een coördinatenstelsel, dat overal is te gebruiken.
Vandaar dan ook, dat op de zeekaarten (en luchtvaartkaarten) geen vierkantennet is gedrukt, maar wel het
'natuurlijke' net van parallellen en meridianen, voluit getrokken. Dit net wordt in de Engels sprekende
landen 'gr aticule genoemd ter onderscheiding van het vierkantennet, dat daar de naam 'gr id draagt.
Bij het aanduiden van de positie, de plaats van een punt in geografische coördinaten, geeft men e e r s t de
breedte, daarna de lengte. Bij de plaats aanduiding in een rechthoekig coördinatenstelsel, in een
vierkantennet e er st rechts dan hoog. (zie Kaartbulletin 7, 1965 blz. 8)
2. Geen enkele hydrografische opneming is volledig, indien de afbeelding van het gekarteerde gebied niet
in een geo grafisch coördinatennet is vastgelegd. Behalve van de punten van de primaire Rijks-
driehoeksmeting zijn in ons land van een zeer groot aantal punten de X- en Y-coördinaten berekend.
Deze waarden zijn samengebracht in de 'Coördinatenlijst van de Nederlandse kust en aangrenzend gebied'.
Vijf delen, versehenen in de jaren 1967/1968. Vele van deze punten doen dienst bij de kartering van onze
kust- en oeverwateren.
Daar de zeekaart het net van parallellen en meridianen draagt, zouden voor het te vervaardigen kaartblad
de rechthoekige coördinaten van al die punten omgerekend moeten worden in geografische breedte en lengte,
een werk dat zeer veel tijd vergt. Minder tijd kost het de geografische coördinaten van de betrekkelijk wei
nige snijpunten van parallellen en meridianen, welke op een blad voorkomen, om te rekenen in rechthoekige
in het afbeeldingsvlak, aangenomen door de Rijksdriehoeksmeting (zie Kaartbulletin 7, 1965 blz. 5a en vol-
gende), en de parallellen en meridianen in het van X- en Y-coördinatenlijnen voorziene kaartblad in te teke-
nen.
Om een blad van de zeekaart van ons land (in de stereografische projectie) van het net van parallellen en
meridianen te voorzien, prikt men op de gewenste schaal met behulp van een coördinatograaf op maatvast
doorzichtig materiaal een vierkantennet met intervallen van b.v. 10 cm en voegt de betreffende coördinaten-
waarden daaraan toe. De rechthoekige X- en Y-coördinaten van de snijpunten van de parallellen en meridi
anen zoekt men op in de bovengenoemde coördinatenlijst. Zo kunnen deze punten in het vierkantennet geprikt,
'geplot' worden. Verbindt men deze punten door rechte lijnen, wat door het kleine interval10* toelaatbaar
is, dan ontstaat het kaartnet. Op het gedrukte kaartblad worden de X- en Y-lijnen weggelaten, behalve de
KB 22
21