ongeveer 2 mm lange uiteinden tegen de omlijsting van het eigenlijke kaartbeeld, de zogenaamde coördina-
tenstreepjes ('ticks'). Hierdoor bestaat de mogelijkheid later nieuwe ingemeten punten te karteren.
In aantekening (1) bij de paragraaf over de Overzichtskaart van Nederland op de schaal 1 250. 000 (Kaart-
bulletin no. 16, april 1968 blz. 15) is gewezen op de noodzaak de zee- en landkaarten van Midden- en West-
Europa op dezelfde meetkundige grondslag te baseren. In verband met deze in 1947/1950 gereed gekomen
vereffening van het Europese driehoeksnet (uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk en Rusland) hebben de
coördinaten van de nationale driehoekspunten een kleine verandering ondergaan. In plaats van het kaart
beeld op bestaande kaarten opnieuw in het net te construeren, wat zeer veel tijd zou kosten, is achtereen-
volgens op die bladen van de zeekaart in de stereografische projectie een wijziging, een kleine verschuiving
van het kaartnet uitgevoerd. Deze verschuiving van het net van parallellen en meridianen is niet overal ge-
lijk. De verschuiving b. v. van de parallellen bedraagt bij de Scheidemond ongeveer 0, 3" en bij Delfzijl on
geveer 1,4", respectievelijk liniair 9 en 42 m, die van de meridianen ongeveer 4, 0" en 2,1" resp. 72 en
37, 8 m.
In V.3., De Topografische Kaart, onder V.3.c. derde alinea, Kaartbulletin no. 15 1967, blz. 34 en de be
treffende aantekening (2) in Kaartbulletin no. 16 1968, blz. 16 e.v. hebben we gezien, dat de militaire uit-
gave van deze kaarten voorzien is van het U. T. M.-'grid'. Bij gecombineerde operaties voor land- en zee-
strijdkrachten, waarbij kaarten op grote schaal gebruikt worden, is het van belang, dat de Marine ook over
het U.T.M.-grid beschikt. Op de zeekaarten van het Nederlands gebied in Europa, in de stereografische
projectie, waarbij de geografische coördinaten van de punten op de kaart 'Europese' coördinaten zijn, zie
vorige alinea, worden nu bovendien längs de kaartranden U. T. M.-'ticks' aangebracht, zodat men door
overeenkomstige 'ticks' door een rechte lijn te verbinden, het U. T. M.-'grid' verkrijgt.
De coördinatens t r e e p j e s vanditU.T.M. vierkantennet zijn evenals die van het X-, Y-net zwart van
kleur; de eerste echter tweemaal zo lang als de laatste.
Wanneer op een zeekaart twee geren (zie aantekening (2) bij V.3.d. "De overzichtskaart van Nederland
schaal 1 250.000" in Kaartbulletin no. 16, 1968 blz. 16-18) voorkomen, worden van 6en van beide de
coördinaatgetallen cursief gedrukt ter onderscheiding; zie b.v. kaart 1458.
V.5.h. Samenstellen en tekenen van de netkaart.
1. De zeekaart verschilt wezenlijk van de landkaart, daar eerstgenoemde grotendeels voor het oog onzicht-
bare details bevat, zoals diepten en gevaren onder water, in tegenstelling met de landkaart, welke allerlei
bijzonderheden geeft, welke met het oog kunnen worden waargenomen.
Aan het tekenen van de netkaart, welke, gereproduceerd, ter beschikking van de zeeman zal worden gesteld,
gaat het vervaardigen van werkbladen vooraf. Men streeft ernaar, dat deze en de zeekaart in dezelfde
projectie worden vervaardigd; dit ter besparing van een grote hoeveelheid bureauwerk en ter vermijding van
de fouten, welke haar oorzaak vinden in het overbrengen van het kaartbeeld van de ene projectie in de andere.
Is alleen de schaal verschallend, dan geschiedt het overbrengen met behulp van het fototoestel, of van de
protoca.
2. De gedurende een opnemingstocht met de lodingsloep verzamelde gegevens (zie V.5.f.) benevens de
echoloodrol en de gemeten hoeken worden aan boord van het opnemingsvaartuig gebracht ter verdere bewer-
king. De gegevens worden nu zo nauwkeurig mogelijk, nauwkeuriger dan aan boord van de lodingsloep mo-
gelijk was, op werkbladen vastgelegd. De tegenwoordig in gebruik zijnde tekeningdragers zijn alle van
doorzichtig, maatvast materiaal, zoals Cronaflex, Sicoprint, Stabilene, Astralon kartographisch of iets
dergelijks
Hetz.g. cons tructiebl ad dankt zijn naam aan het feit, dat de terreinelementen nagenoeg uitsluitend
22 KB 22