DE NEDERLANDSE ZEEKAART (III) aanvaardde zijn functie met een rede over de toekomst van de Italiaanse kartografie waarin 1. een gezamen- lijke krachtsinspanning voor het welslagen van de ICA-Conferentie te Stresa en 2. een nauwere samenwerklng tussen geografen en kartografen werd bepleit. Dr. Sandro Toniolo, opvolger van Professor Castiglioni bij de Touring Club, rapporteerde over de ICA-Conferentie te New Delhi en nam in een tweede voordracht vervol- gens de kartografische weergave van geopolitieke verschijnselen (grenzen enz.) onder de loupe. Dr.Guiseppe Motta, kartografisch directeur van het Instituto Geografico de Agostini te Novara en secretaris-penningmees- ter van het nieuwe bestuur, sprak over de nieuwe druk van de atlante geografico metodico, de oude atlas van Professor Visintin, thans onder redactie van Dr. Bonapace. Een van de medewerkers van het Instituto Idro- grafico wijdde vervolgens een voordracht aan de moderne aspecten van de nautische kartografie terwijl een van de officieren van het Instituto Geografico Militare de ruimtevaartkartografie behandelde, een dag nadat het onderwerp op de Kartografendag in de Aula te Delft was gepresenteerd. Ongewoon voor Nederlandse nor men was de voordracht van de archeoloog Professor Schmiedt over de kartografische voorstelling van onder- zeese overblijfselen, havens en gebouwen, uit de Romeinse tijd, een verhaal dat de nodige aandacht van on- ze redacteuren verdient. Het lijkt mij aantrekkelijk een Nederlandse bewerking van deze voordracht te over- wegen ter publicatie in Kaartbulletin of Mededelingen Uit de behandelde onderwerpen möge blijken dat de Italiaanse kartografen zieh met vrijwel dezelfde onder- werpen bezighouden als hun Nederlandse collega's. Deze indruk werd nog versterkt door de discussie. Zo gaf bijv. de lezing over de nieuwe Agostini-atlas aanleiding tot een aanval van geografische zijde op de tradi- tionele vorm van dit soort atlassen met hun overwegend z.g. natuurkundige kaarten met hoogtekleuren groen, geel en bruin, een vraag die ook ons nä aan het hart ligt. Opvallend was echter de afwezigheid in het program - ma van bijdragen op het terrein der economische geografie (agrarische, industriele en dienstengeografie) een terrein waarop de typische thematisch-kartografische problematiek aan de orde kan komen. Bij informatie bleek de bei angstell ing van de leden van de Associazione nog overwegend geconcentreerd te zijn op de topo- grafische en topografisch-thematische kartografie, een mededeling die bij het doorbladeren van 6 jaargangen Bolletino werd bevestigd. Na een gemeenschappelijke lunch, tijdens welke de deelnemers weer wat op hun verhaal konden komen, werd de Convegno besloten met bezoek inclusief rondleiding aan het Instituto Idrografico, gelegen hoog boven de stad op de helling van het Genua in een halve cirkel omringende, amfitheatersgewijze opklimmende gebergte. Daar ik dit fraaie instituut reeds van een vorig bezoek kende nam ik afscheid van de charmante gastheren van de Associazione teneinde mijn eigen programma verder te kunnen afwerken. Möge deze körte reportage Organisatoren van toekomstige K. S.-bijeenkomsten tot nieuwe ideeen stimuleren en voor tekortkomingen be- hoeden. Hopelijk zullen zij nimmer besluiten een jaarlijkse kartografendag in de grote Congreszaal van de RAI te houden (Vervolg van blz. 24 in Kaartbulletin nr. 22, april 1970) V.5.j. Het uiterlijk van de Nederlandse zeekaart. Elke kaart draagt binnen de omlijsting, binnen het kader, op een plaats, waar het 't minste stoort de titel een körte aanduiding van het afgebeelde gebied en tevens tot welk geografisch onderdeel het behoort, b.v. Noordzee Nederlandse kust Goeree tot Texel, en rechts onderaan buiten het kader het nummer, in dit geval 1350. 12 KB 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1970 | | pagina 14