WROETERS IN ONS DIERBAAR PLEKJE GROND Huib Goudriaan
(Artikel versehenen in "De Rotterdammer" van zaterdag 18 april 1970 naar aanleiding van het 25-jarig
jubileum van de Stichting voor Bodemkartering)
Hij kijkt naar buiten en zegt: "Ik heb hier rondom Wageningen zo'n 60.000 boringen verricht. Uit hoofde van
ons vak mag ik wel zeggen, dat er eigenlijk niemand zo consequent over een terrein loopt en rondkijkt als
wijAan de kleur van zand kunnen we bijvoorbeeld al zien of er in de loop der eeuwen iemand met z'n
vingers heeft aangezeten." Chr.J.M. Kraanen (45) is een van de weinige Nederlanders die "ons dierbaar
plekje grond" kennen alsof ze het zelf hebben gemaakt. Sinds 1948 werkt hij voor de Stichting Bodem Karte
ring in Wageningen. Achttien jaar lang was hij een van de "veldmensen"die steeds onder open hemel de bo
dem doorvorsen. Nu geeft hij, als hoofd van Public Relations van de Stichting, voorlichting aan belangheb-
benden, pers en scholieren in het Wageningse Staringgebouw.
Chr.J.M. Kraanen: "Er is eigenlijk geen menselijke activiteit
te bedenken, waarbij we niet met grond te maken hebben. Het is
de tadk van de bodemkartering te onderzoeken waar die grond
Hgtwelke versohillen en welke gebruiksmogelijkheden er zijn.
De grondsoortenkaart van Nederland - met geel voor zand, groen voor zeeklei en iets paarsigs voor laagveen-
herinneren we ons allen van de lagere school. Deze kaart is te danken aan W. C.W. Staring die in 1860 te
paard of in een rijtuig door ons land trok en de bodem analyseerde. In de hal van het Staring-gebouw Staat
nu een borSbeeld van deze pionier. In navolging van hem verricht de Stichting voor Bodemkartering (afgekort
Stiboka) monnikenwerk op een meer eigentijdse manier; het samenstellen van een bodemkaart op schaal van
1 50. 000. Bodemkaart en indeling van 1860 zijn nu eenmaal niet meer geschikt voor modern gebruik van de
grond. Uit een bodemkaart van deze tijd moet kunnen worden opgemaakt, waar het beste een kampeerterrein
kan komen, of waar nieuw tuinbouwgebied moet worden ontwikkeld.
Weliswaar is er in 1961 een bodemkaart van Nederland versehenen, maar de schaal daarvan, 1 200.000,
houdt in dat een vakje van 66n Vierkante centimeter in werkelijkheid 400 hectare omvat. De heer Kraanen:
KB 23
5
