"Dit is dus geen kaart waarop je kunt constateren dat de grond achter een boerderij zus en zo is samenge- steld. Deze 200. 000-kaart wordt wöl gebruikt voor uiterst globale pianologische doeleinden. Er is een landelijk boek van ("De bodem van Nederland") en een boek van elke provincie". "Op de nieuwe 50.000- kaart waaraan alweer enkele jaren wordt gewerkt zul je daarentegen onmiddellijk kunnen zien of een gebied b.v. geschikt is voor recreatie". De kaart zal bestaan uit honderd bladen van elk 50.000 hectare. Stiboka begon in 1965 en er zijn nu 16 bladen gereed. In aanmerking genomen dat jaarlijks vier van deze bladen worden gepubliceerd kan het hele karwei over 15 jaar geklaard zijn. Bij Stiboka werken 180 mensen, waarvan er ongeveer 100 voortdurend buiten ("in het veld" zeggen vak- mensen) werkzaam zijn. Een te karteren gebied wordt nauwkeurig bekeken door deze veldwerkers die uit allerlei details waardevolle informatie halen. Kraanen: "Als een gemeentebestuur ons een middag laat rond- rijden kunnen we na een vrij körte verkenning al zeggen waar het beste een sportveld kan komen. Een sport- veld ligt het gunstigst op zogenaamd oud bouwland, omdat de grond hiervan niet te nat is, maar wel vocht- houdend zodat het gras niet gauw dood gaat. Oud bouwland ligt overigens alleen in de zandgebieden" De veldwerkers verrichten tijdens het karteren minstens edn boring op elke vier hectare. Ze maken notities over de grondwaterstand en tal van andere zaken die worden verwerkt in de bodemkaarten. De boringen gaan tot op een diepte van 1. 20 meter. De 50. 000-kaart wordt vervaardigd in opdracht van het ministerie van landbouw en visserij, waarvan Stiboka trouwens een instelling is. De Stichting werd in 1945 opgericht en werd vooral omhooggestuwd door prof. C.H. Edelman, die van 1945 tot 1955 directeur was. Vöor 1945 werd er bij bodemkundig onderzoek vanuit gegaan dat kennis van de samenstelling van de bovengrond bepalend was. Prof. Edelman hamerde er echter met succes op, dat het hele bodemprofiel moet worden bekeken om de grond goed te kennen. Loopt Nederland met de 50. 000-kaart voorop vergeleken met andere landen? Volgens de heer Kraanen wel: "We hebben natuurlijk het voordeel dat we een klein land zijn en dat dit priegelwerk ons wel ligt." Boven- dien zijn we door de overbevolking genoodzaakt onze grond doelmatig te gebruiken. Jaarlijks gaat 8000 hec tare verloren door aanleg van wegen, havens en woningbouw. Daarom is het zaak dat alvorens grond wordt gebruikt, overleg wordt gepleegd. Als we een goed stuk grond aan de tuinbouw onttrekken zijn we het definitief kwijt. Kennis van de samenstel ling van de bodem tot op grotere diepte is daarom nodig, teneinde uit te maken welke vorm van exploitatie het meest rendabel is. Gemeenten, industrieen en overheidsdiensten maken dan ook, tegen betaling, gebruik van de künde van Stiboka door bepaalde terreinen meer gedetailleerd in kaart te laten brengen. De afdeling opdrachtkarteringen'1 van Stiboka vervaardigt de laatste jaren steeds meer kaarten met een schaal van 1 1000 tot 1 25000. Land- en tuinbouw hebben deze bodemkaarten nodig om de geschiktheid van de grond voor diverse gewassen vast te stellen; de Cultuurtechnische Dienst maakt er gebruik van bij ruilverkavelingen en de aanleg van wegen; de industrie voor b.v. de opsporing van zand- grint- en kleilagen. "De grootste opdrachtgever is de Cultuurtechnische Dienst met 50.000 ha. per jaar. Naar aantallen op- drachten overweegt het werk voor pianologische doeleinden (aanleg van sportvelden, gemeentelijke uitbrei- dingsplannen) maar naar aantallen hectares gerekend, werken we meer voor agrarische doeleinden. Er ko men steeds meer opdrachten voor onderzoek van de bodem van recreatie terreinen die bijvoorbeeld opnieuw moeten worden bebost. Daarbij wordt dan de vraag gesteld welke boomsoort het beste kan worden geplant." Toch meent Kraanen dat er over het algemeen nog te weinig wordt gedaan aan landschapsplanning, gepaard gaand met bodemonderzoek. "Wanneer in een veengebied door ons onderzoek een zandrug wordt ontdekt heeft KB 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1970 | | pagina 8