We bezochten vier excursiepunten, o.a. ten westen van Ede, waar in een rioleringssleuf een prachtig pro fiel zichtbaar was van een "hoge zwarte enkeerdgrond": een uitstekende bodem voor park of bosbeplanting, die nu echter gebruikt wordt voor flatbouw Meer dan 1000 jaar is er door generaties boeren gewerkt om deze grond door bemesting vruchtbaar te maken, maar de moderne pianologen hebben daar (nog) nauwelijks aandacht voor. Stiboka propageert daarom het aanvragen van adviezen over de mogelijkheden van de bodem. Op de Ginkelse Heide werd gestopt op een zogenaamde stuwwal van grof zand met een "moderpodzolgrond" Temidden van de prehistorische koepelgraven wees de excursieleider ons daar op karakteristieke kenmer ken van het relief en de vegetatie, die aanwijzingen geven over de bodem. Ook gedurende de tocht längs de volgende excursiepunten bleef hij ons voortdurend enthousiast wijzen op allerlei typische verschijnselen in het landschap en de bodem, zodat wij deze Streek met heel andere ogen gingen bekijken. We kregen het ge- voel dat voor een goede topografische kartering een behoorlijke kennis van de geografie en de historie van de Streek eigenlijk onontbeerlijk is. Andere rustpunten waren gekozen in het Wekeromsche Zand, een thans begroeide zandverstuiving met een "duinvaaggrond"; bij Glindhorst, waar een "associatie van podzolgronden en beekeerdgronden" de karto- graaf verhinderen om detailaanduidingen te geven op de schaal 1 50 000, en bij de Emmikhuizerberg, weer een stuwwal met fluviatiel grof zand, stenen en leem en hier bedekt met een dünne laag veen. In de zand- groeve konden we hier prachtig de kriskrasgelaagdheid van het grove zand zien en de opbouw van de"berg". Heiaas wordt deze prachtige bult in het landschap om economische redenen verwijderd. Via Veenendaal reden we door het afgegraven veenlandschap over oude wegen terug naar Ede en Wageningen. Onderweg werd nog op een artesische bron gewezen, die ontstaat bij doorboring van de 30 meter diepe leemlaag ter plaatse. Het grondwater van de Utrechtse Heuvelrug en van de Veluwe zorgt dan voor een konstante stroom koel helder water. In de bussen werden de excursieleiders bedankt voor hun gloedvolle toelichting, want bij het Station Ede verlieten verschillende deelnemers de bussen. In het Staringgebouw waren overigens nog een tweetal kleine tentoonstellingen ingericht van binnen- en buitenlandse bodemkaarten, maar door het drukke programma kon daaraan helaas nauwelijks aandacht worden besteed. Ook van kontakt met collega's kwam deze keer niet zoveelall een tijdens de ontvangst, de lunch en in de eigen bus waren er wel mogelijkheden, maar van een echte ontmoeting was eigenlijk geen sprake. Daartegenover staat echter dat we veel wijzer werden over onze zandbodems en oude landschapsverschijnselen. De organisatie van deze dag was voortreffelijk verzorgd en alles was tot in de puntjes geregeld: 's middags werd ons bij een excursiepunt zelfs koffie bezorgd teneinde zo min mogelijk tijdverlies te hebben. Wanneer de Stiboka in de gelegenheid is om ons nog eens wat meer te laten zien van hun technisch-karto- grafische werkwijze en hun unieke methode van kleurmengen en kleurenfotoreproduktie zullen we graag nog eens terugkomen. Overigens benadrukte men dat belangstellenden maar kontakt moeten zoeken met de Stiboka om in kleiner verband wat meer van der afdelingen te kunnen zien. A.V. KB 24 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1970 | | pagina 13