DE KAART IN HET GEOGRAFISCH ONDERZOEK
OVER GEOGRAFIE EN KARTOGRAFIE (VII)
Drs. P.W. Geudeke
Kaarten zijn gebruiksvoorwerpen
De geograaf is vanouds zeer nauw betrokken bij het vervaardigen en het gebruiken van kaarten. De relatie
tussen geografie en kartografie kan wellieht het best worden geiUustreerd aan de hand van de rol welke
kaarten in de verschillende fasen van het geografisch onderzoek speien. Het gebruik van kaarten ter orien-
tatie en als bron van informatie tijdens het onderzoek en als communicatiemedium voor het overdragen van
het onderzoeksresultaat is in de geografie en aanverwante wetenschappen wijd verbreid.
Topografische kaarten behoren tot de meest elementaire gebruiksvoorwerpen van de geograaf. Bij het veld-
onderzoek dienen ze ter orientatie in het terrein en voor de locatie van de verrichte waarnemingen. Verder
is de topografische kaart zelf een bron van informatie waaruit door een systematische analyse en interpre-
tatie of door middel van metingen belangrijke kwalitatieve en kwantitatieve gegevens kunnen worden geput.
Tenslotte levert de topografische kaart de onmisbare ondergrond waarop de definitieve resultaten van onder
zoek en studie worden gekarteerd en gereproduceerd.
Thematische kaarten hebben meestal edn of slechts enkele verschijnselen uit het woongebied van de mens
tot onderwerp. De geograaf maakt bij zijn bestudering van de mens in zijn relatie tot dat woongebied gaarne
en dankbaar gebruik van beschikbare thematische kaarten. Deze bieden in een compacte en leesbare vorm
zeer gespecialiseerde informatie die voor zijn onderzoek bij uitstek nuttig kan zijn. Systematische karte
ringen op grote schaal van bodem, vegetatie, bodemgebruik e.d. zijn echter lang niet altijd beschikbaar,
zodat de geograaf vaak genoodzaakt is zelf een vervangende kartering uit te voeren.
Het resultaat van het onderzoek wordt in rapporten en kaarten vastgelegd; in dit geval is de geograaf zelf
als samensteller vari thematische kaarten werkzaam. Dit geldt zowel voor de geograaf die de fysische ver
schijnselen aan het aardoppervlak bestudeert en karteert als ook voor de geograaf die op grond van beschik
bare en door hem verzamelde statistische gegevens kaarten en kartogrammen produceert.
Met de kaart in de hand
Bij het verrichten van waarnemingen in het veld vormt de topografische kaart een onmisbaar element. Naast
het gebruik voor de algemene orientering en het uitstippelen van routes kan met behulp van kaart en kompas
de plaats waar men waarnemingen verricht worden bepaald. Tevens dient de kaart voor het markeren van
deze waarnemingen zoals boringen, metingen, profielbeschrijvingen, e.d.
Voor het verrichten van deze werkzaamheden heeft men in het algemeen behoefte aan een zoveel mogelijk
volledig beeld van de topografische gesteldheid. Niet zozeer de nauwkeurigheid in meetkundig opzicht als
wel de gedetailleerdheid van de kaartinhoud is bepalend voor de kwaliteit van het onderzoek. De schaal van
de te gebruiken kaart is daarom van groot belang. Voor een eerste vluchtige verkenning van een gebied,
zoals b.v. in de eerste fase van onderzoek ten behoeve van ontwikkelingsprojecten plaatsvindt, zijn kaarten
op de schaal 1 50 000 tot 1 250 000 gewenst. Voor een gedetailleerd onderzoek is het noodzakelijk om te
beschikken over kaarten op de schaal 1 25 000 of groter.
De schaal van de kaart waarop het resultaat van een onderzoek wordt uitgebeeld is meestal kleiner dan de
z.g. opnemingsschaalHierdoor voorkomt men dat een al te grote absolute waarde wordt gehecht aan het
afgebeelde resultaat zoals geihterpoleerde grenslijnen.
Indien geen betrouwbare topografische kaarten beschikbaar zijn, kunnen tijdens het veldwerk luchtfoto's en
fotomozaieken ter vervanging daarvan worden gebruikt. De luchtfoto geeft de werkelijke situatie van het
12 KB 24