ENKELE KARTOGRAFISCHE PROBLEMEN BIJ HET IN KAART BRENGEN VAN DE BODEM doonr. g.g.l. ste„r2> BODEM EN KARTOGRAFIE I Uit de veelheid van kartografische Problemen, die bij het vervaardigen van bodemkaarten een rol speien, heb ik er drie gekozen, t. w. 1. Wat is een bodemgrens en hoe wordt die gekarteerd? 2. Hoe verloopt de aansluiting van bodemgrenzen 3. Wat is de betekenis en de inhoud van een kaartvlak? Deze drie facetten kan men beschouwen als de kern van de bodemka r te r i ng omdat ze los staan van de schaal en de gebruikte indeling. Vooraf moet worden opgemerkt, dat de kartografische grondslag van de bodemkartering nog nauwelijks de aandacht van de bodemkundigen heeft gehad. Bodemkartering wordt - anders dan bodemindeling (bodemclas- sificatie) en bodemvorming - nog altijd beschouwd als een handwerk, dat men in de praktijk moet leren. Pas de laatste paar jaar beginnen begrippen als bodemgrens en kaartvlak onderwerp van studie te worden. 1. Bodem, bodemgrens, bodemkartering Voor we kunnen vragen naar de betekenis van de onderscheidingen en van de grenzen, die op een bodem- kaart zijn voorgesteld, en naar de wijze waarop zij tot stand komen, moeten we weten wat de bodem eigen- lijk is. De bodem is de allerbuitenste schil van de aardkorst. Hij bestaat uit materiaal dat ter plaatse kan zijn ontstaan door verwering van vast gesteente, maar dat ook over honderden kilometers of enkele tiental- len meters kan zijn aangevoerd door de zee, de rivieren, de wind of de gletsjers. Op dit materiaal - dat de bodemkundige moedermateriaal noemt - werken allerlei uitwendige krachten in. Zij veroorzaken of bei'nvloeden Processen, die veranderingen in het moedermateriaal tot gevolg hebben. Het resultaat van de veranderingen vat men samen onder de naam bodemvorming. Enkele voorbeelden van deze veranderingen: Door de neerslag worden verschillende Stoffen in de grond opgelost, verplaatst, geheel of gedeeltelijk uitgespoeld en soms dieper in de grond weer neergeslagen. Planten produceren orga nische stof, die door bodemdieren wordt omgezet en met de grond vermengd. Wat de mens in en met grond doet, kan men als Nederlander dagelijks en overal ervaren. Als resultaat van de bodemvorming ontstaan in het moedermateriaal verschillende lagen, die er oorspronke- lijk niet waren, of bestaande lagen krijgen andere eigenschappen (afbeelding la en b)Het samensbel van lagen dat aldus is ontstaan, en dat men kan zien aan de wand van een kuil, noemt men een bodemprofiel en de afzonderlijke lagen (bodem)hor izonten Er zijn nu in de natuurlijke Processen, die zieh in de grond afspelen, bepaalde wetmatigheden waardoor kartering van deze verschijnselen - bodemkartering geheten - mogelijk wordt. In de eerste plaats zijn er vaste, zeer karakteristieke combinaties in de opeenvolging van bodemhorizonten. Daardoor is het mogelijk bodemprofielen te herkennen, in klassen in te delen en te benoemen. De opeenvol ging van de asgrauwe uitspoelingshorizont (A2) en de zwarte en bruine inspoelingshorizont (B2 en B3) in 1) Bewerking van de inleiding, gehouden op 25 September 1970 op de najaarsbijeenkomst van de Kartogra fische Sectie KNAG: Bodem en Kartografie. 2) Hoofd van de afdeling Kaartcoördinatie van de Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 18 KB 24

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1970 | | pagina 20