J Hn15 Hn3A Hn3A boringen bodemgrens Hn15 kaarteenheid Afb. 9 De boringsdichtheid is afhankelijk van de aard van het bodempatroon a. Gebied met grote verschillen op körte afstand; 160 boringen per 100 ha b. Eenvoudiger opgebouwd gebied: 65 boringen per 100 ha. Elk blok is 100 ha. Opname: A. Buitenhuis. j-i 11 1 i A dominante bodemgrens niet dominante bodemgrens mogelijke verwantschap Sterke verwantschap Afb. 10 De aansluiting van bodemgrenzen kan een indruk geven van het "gewicht" van de grens en van de verwantschap tussen de aangrenzende bodemeenheden. a. Grens BC is dominant; b. Grens BC is dominant; de de grens van A is aan- gepast aan de grens BC Eenheid A kan verwant zijn aan C. grens van A is aangepast aan de grens BC. Eenheid A is sterk verwant aan C en kan een overgang van B naar C zijn. c. Grens van A is dominant over de grens BC. Een heid A is niet verwant met B en C. KB 24 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1970 | | pagina 27