ARBEITSKURS NIEDERDOLLENDORF 1970
KARTOGRAPHISCHE ORIGINALHERSTELLUNG F.J. Ormeling jr.
(Studiedagen van het Deutsche Gesellschaft für Kartographie te Bad Godesberg)
Op deze studiedagen, die eens in de twee jaar gehouden worden, worden de leden van de Duitse Vereniging
van Kartografen gei'nformeerd over de nieuwe ontwikkelingen op kartografisch gebied. De deelnemers,
wier aantal tot 80 beperkt was, bestonden deze keer voornamelijk uit leiders van kartografische instellingen
en bedrijven in West-Duitsland; er waren uit het buitenland 17 'waarnemers' toegelaten, waarvan 3 uit Ne-
derland. (van het Geografisch-Kartografisch Instituut Wolters-Noordhoff te Groningen, van het Laborato
rium voor Geodesie te Delft en van het Geografisch Instituut te Utrecht).
Het programma, dat 12 Oktober 1970 begon om 9.00 uur en eindigde op zaterdag 17 Oktober om 14.00 uur,
bestond uit 21 lezingen gewijd aan alle mogelijke facetten van de produktie van kaartoriginelen, gevolgd
door discussie. De meest belangwekkende zullen hieronder aangestipt worden.
Prof.dr. H. Knorr, vice-president van de International Cartographic Association, behandelde in zijn le-
zing "Neue Aspekte in der Kartentechnischen Entwicklung' de steeds belangrijker rol die de automatisering
speelt bij de vervaardiging van kaartoriginelen. Hij ging vooral in op het snel toenemend gebruik van kleine
Computers bij kartografische bedrijven; op de toepässing van reproduktiecamera's met automatische be-
lichting (Klimsch Repro Fliessstrecke?); het steeds meer uitvoeren van kwaliteits- en kwantiteitscontroles,
o.a. met Dichtemessgeräte (Densitometers); nieuwe methoden voor het maken van kleurproeven (Gevaproof
en 3M); electronische bewaking van het offsetproces en electrostatische afdrukken van 70 mm microfilms
(vergrotingen)Hij noemde het bestaan van een werkgroep van 'amtliche Institutionen' die zieh onder lei-
ding van Professor Heupel uit Bonn bezig houdt met programmeringsvraagstukken. Een van de meest tijd-
rovende bewerkingen in de kartografie is nog steeds de generalisering. We moeten generaliseringsproble-
men zo leren omschrijven, dat ze mathematisch opgelost kunnen worden.
Uit de hierop volgende discussie bleek, dat de kartografen bang waren overbodig te worden met het toene-
men van de toepassingen der automatisering. Knorr ontzenuwde dit door een aantal via automatische Pro
cessen tot stand gekomen kartografische Produkten te tonen en te wijzen op hun feilen, zoals gebrek aan
contrast, siechte leesbaarheid enz. Hij gaf vervolgens aan hoe kartografen, door zieh in deze materie te
verdiepen, de met behulp van de automatisering vervaardigde Produkten ook kartografisch aanvaardbaar
zouden kunnen maken.
G. Pöhlmann, docent aan de kartografenakademie in Berlijn, en al in 1962 medewerker aan de studiedagen
van de Kartografische Sectie, deed verslag van zijn bevindingen en ervaringen met de Diatype, een duitse
fotozetmachine
Dr. R. Schweissthal gaf in zijn lezing over fotokaarten een overzicht van de huidige stand van zaken op dit
gebied, en toonde door middel van dia's welke verschillende typen fotokaarten er zoal uitgegeven worden.
Ook gaf hij aan dat, doordat de automatisering van de generalisering nog niet is opgelost, men nog niet ge-
heel automatisch kaarten uit luchtfoto's kan vervaardigen. Alle andere bewerkingen, zoals het onthoeken
van de luchtfoto's; tekenen van kader, ruitennet en kaartnet; zetten en plaatsen van kaartschrift; tekenen
van de hoogtelijnen enz., kunnen al automatische geschieden.
Ir. H. Pähl, van de kartografische afdeling van Hamburgs Openbare Werken, liet zien hoe zijn Dienst de
vele bouwplannen, stadsplattegronden en andere thematische kaarten die ieder jaar op körte termijn gerea-
30
KB 24