KARTOPOESIE
waren aan de volgende thema's gewijd:
1957 - Kartentechnik (Lezingen gepubliceerd in Kartographische Nachrichten 1957, Heft 3/4)
1958 - Geländedarstellung (gepubl. in Kartographische Nachrichten 1958, Heft 3/4)
1960 - Kartenvervielfältigungsverfahren (gepubliceerd als Sonderheft van de DGfK en verkrijgbaar bij
de pennmgmeester van de DGfK, W. Leibbrand, adres: 7055 Stetten, Dinkelstrasse 15, West-
Duitsland, 9 DM.)
1962 - Kartengestaltung und Kartenentwurf (gepubliceerd door het Bibliographisches Institut Mannheim
in 1963 of '64, 9 DM.)
1964 - Schichtgravur (Bibliographisches Institut Mannheim 1965/'66 12 DM.)
1966 - Kartographische Generalisierung (Bibliographisches Institut Mannheim, 1967/'68 38 DM., 2 delen)
1968 - Thematische Kartographie (Bibliographisches Institut Mannheim, 1970 39 DM, 2 delen)
Prof.dr. F. J. Ormeling sr.
Onlangs werd mij in Duitsland door Dr. Fritz Holzel, Rheda, BRD, de zelfstandig opererende geokartograaf
die in Nederland voornamelijk als Schummeraar bekendheid geniet, een exemplaar overhandigd van het werk-
je Kartopoesie. Ik kan niet anders zeggen dat ik zeer verheugd was over deze vriendelijke geste. Het boekje
is immers niet in de handel en slechts in een oplage van 500 genummerde exemplaren gedrukt. Het werd in
opdracht van Hölzel's vriendenkring samengesteld door Heinz Bosse, voorzitter van de Deutsche Gesell
schaft für Kartographie, en hem op zijn zeventigste verjaardag (24 mei 1969) aangeboden.
Zijn originaliteit ontleent Kartopoesie aan het feit dat daarin uitsluitend werk van Hölzel is opgenomen en
ditmaal nu eens geen Schummerungen (hoewel op de band van het boekje een fraaie schaduwtekening is afge-
drukt) maar gedichten. De begaafdheid van de kunstenaar Hölzel komt namelijk niet alleen in de vakbeoefe-
ning tot uiting doch tevens in zijn verzen die hij op Gesellschaftsabende tijdens kartografendagen en studie-
dagen (Niederdollendorf'.) verbaal ten beste gaf en waarin hij op ironische wijze situaties, Problemen en
ontwikkelingen in de kartografie op de korrel nam. Inderdaad slaagt Hölzel er in zoals Bosse zegt "seine
kleinen bunten Pfeilen schützensicher abzuschiessen" en in zijn verzen zijn "selbstgeschnitzte, prägnante
und humoreske" gedachten over te brengen. Ook de puntige voordracht gehouden tijdens de kartografendagen
te Karlsruhe (1967), waarin onder aanbieding van enkele buitennissige thematische kaarten (kroegenkaart
van Rheda en een psychoanalytische kaart van de frekwentie van echtelijke ruzies) een loopje wordt genomen
met de "Komplexität en Subtilität" der kartografie, is in het boekje afgedrukt. Onder meer hekelt Hölzel
hierin de pogingen door kartografen van internationale reputatie tot afbakening van het werkterrein door
middel van definities van het vak. Hölzel voegt aan de vele reeds bestaande omschrijvingen een nieuwe toe.
Hier volgt het resultaat van zijn poging. Men oordele zelf.
"Kartographie ist die theoretisch und didaktisch explizierte Dogmatik, die emotional ästhetisierte Artifika-
tion und die konstruktiv wie reproduktiv realisierte Technik der Erzeugung von zweidimensionierten, auf
Grund sub- oder objektiver Messungen massstäblich reduzierten, strukturell simplifizierten, durchSymbol-
signaturen sowie Buchstaben kommentierten Abbildungen von grösseren oder kleineren Regionen des Erd
oberflächenraumes."
Inderdaad, wij twijfelen er niet aan of deze heldereC), compacte en vooral waterdichte definitie,
waarin de schrijver de spot drijft met de neiging van zijn landgenoten zieh wijdlopig uit te drukken, zal aan
alle verwarring een einde maken.
32