De cartograaf verwerkt, algemeen gezegd, geografische gegevens, van anderen afkomstig, tot een grafisch visueel beeld bestaande uit punten, lijnen en vlakken (cijfers eh letters inbegrepen) in zwart-wit of in meer kleuren. De kaart geeft een beeld van aard, afmetingen, spreiding (en eventueel betrekkingen en verplaat- singen) van objecten en verschijnselen in een terrein. In die drie laatste woorden ligt het wezenlijke ver- schil met een willekeurige tekening, en ligt tezelfdertijd de binding tussen cartografie en geodesie en foto- grammetrie, maar ook met topografie en de vele verschallende geografische wetenschappen voorzover deze gericht zijn op interpretatie en beschrijving van verschijnselen en spreidingen in een terrein of landschap. Zelfs de eenvoudigste, in bescheiden grijs gedrukte topografische ondergrond voor een kartering van zuiver sociale verschijnselen gaat terug op een desnoods ruwe meting en interpretatie van het terrein. En overal waar grote precisie van althans bepaalde terreingegevens verlangd wordt, zijn uiteraard landmeetkundige gegevens een eerste voorwaarde voor een kaart: technische plans, topografische kaarten in engere zin, kaarten voor zee- en luchtnavigatie, kadasterplans enz. Maar dit betekent niet dat cartografie wezenlijk of zelfs maar goeddeels identiek zou zijn met landmeetkun- de (of topografie of geografie). Deze zijn voorwaarde, geen waarborg voor een goede kaart. Enigszins over- dreven gezegd: het eigenlijke werk van de cartograaf heeft weinig of niets te maken met landmeetkunde of geografie of geologie of statistiek, of welke andere bron van gegevens dan ook. De cartograaf (wat niet hetzelfde is als een kaarttekenaar) vertaalt velerlei geografische gegevens, waar- onder vaak landmeetkundige gegevens, in Symbolentaal met behulp van de geijkte middelen der grafische expressie: punt, lijn, vlak, kleur en schrift, en een vaak ingewikkelde grammatica en idioom die, al naar het type van de kaart, ten dele en tot op zekere hoogte door traditie of voorschriften kunnen zijn vastgelegd. De cartograaf is dus wat we een geo-graficus zouden kunnen noemen. Een kaart is zowel een ambachtelijk- industrieel produkt als een taal, een communicatiemiddelDe eerste functie van een kaart is mededeling, informatie Zolang de kaart blijft wat hij nu is: een onvervangbaar expressiemiddel op een groeiend aantal gebieden (en dat is iets anders dan een aardige illustratie) is het uiteraard van belang dat kaarten zo goed mogelijk gemaakt worden. Wat is goed? Op gevaar af geheel misverstaan te worden door lezers die op de hoogte zijn van mijn esthe- tische preoccupatiewil ik als antwoord graag deze stelling voorleggen: een kaart is niet mooi of lelijk, maar duidelijk of onduidelijk. Beoordeling van kaarten in termen van mooi of lelijk is minder vruchtbaar dan in termen van duidelijk of onduidelijk, begrijpelijk of onbegrijpelijk, leesbaar of siecht leesbaar, doel- matig of niet doelmatig. Iedereen mag natuurlijk een kaart mooi of lelijk vinden, maar een beoordeling in zulke termen verzandt in de meeste gezelschappen uiteraard in quasi-artistiek geleuter. Dikke woorden als kaartesthetiek of ook een zuiverder woord als schoonheid brengt een gewoon mens weinig verder bij het waarderen van een kaart als communicatiemiddel. Een goede kaart is niet een keurig getekende kaart (keu- rig, verzorgd, beschaafd, netjes, esthetisch verantwoord, vul maar in), maar een duidelijke, begrijpelijke, leesbare, functionele kaart. Dat bij dit alles onfunctioneel enz. vaak vrijwel identiek is met lelijk, is een bijkomstige ervaring. Ik geef het woord aan de cartografische grootmeester Eduard Imhof, begenadigd tekenaar en theoreticus, hoogle- raar aan de Technische Hogeschool van Zürich: "Es entspricht nun aber einer Erfahrung, die ich selbst während vieler Jahren gemacht habe, dass in kartographischen Dingen, wie in allen graphisch-zeichneri schen Dingen, höchste Anschaulichkeit, höchste Ausdruckskraft, Ausgewogenheit und Einfachheit identisch sind mit Schönheit. Um Schönes zu erzeugen, reicht aber blosses technisch-sachliches Einfügen der Dinge nicht aus. Das Schöne ist weitgehend irrational. Künstlerische Begabung, ästhetisches Empfinden, Sinn für Proportionen sind unabdingbar, um eine schöne Karte und damit die anschauliche, ausdrucksvolle Kar te zu erzeugen." 10 KB 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1971 | | pagina 12