bij bouwkunde) enigszins doorbroken wordt. Hoe kan men het anders verwachten wanneer men ziet dat de actieve tekenneigingen van kleuters tegen hun zesde zevende jaar als vanzelf gaan verwelken zodra ze voelen dat cijfertjes en lettertjes op het lijntje blijkbaar belangrijker zijn dan verbeelding, en woorden meer gezien zijn dan beeiden. Wanneer de cartografie ergens tegen verdedigd moet worden, dan is het tegen deze mentallteit, meer dan tegen automatisering. En tegen hogergeplaatsten die, niet gehinderd door enig grafisch inzicht, voor- schriften en richtlijnen geven op een gebied waar ze eigenlijk heg noch steg weten. Het verweer hiertegen zal bij de nederlandse cartografen pas wezenlijk groter kunnen worden wanneer ze, evenals andere grafici, zelfbewuster worden via een goede veelzijdige cartografische vorming. In verscheiden europese landen kan men tegenwoordig een gedegen opleiding tot cartograaf volgen op ten minste het niveau van een hogere tech nische school: o.a. in Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en enige oosteuropese landen. Het wordt hoogtijd dat dit in Nederland ook zal kunnen. De officieel afgestudeerde cartograaf zal immers gemakkelijker als autonoom vakman erkenning vinden. Het zijn mijns inziens vooral de enige alineas terug genoemde tolken, vaak kaartredacteuren genoemd, die aan universiteiten en hogescholen zouden kunnen worden opgeleid. Deze mensen moeten kunnen denken in kaartbeelden en grafische Symbolen, en beschikken over zoveel intelligentie, algemene ontwikkeling en car tografische kennis dat ze zieh kunnen verstaan met zowel een geodeet, planoloog, geoloog, verkeersingeni- eur, statisticus enz. als met cartografen. Een van hun voornaamste bekwaamheden zal moeten zijn deze beide partijen (academici-ambtenaren en kaartgrafici) te zien als geheel evenwaardig en als beide even es- sentieel voor het maken van een goede kaart. Een kaartredacteur kan naar mijn voorlopige indruk, en heel in het algemeen gezegd, het best een aardrijks- kundige zijn met een redelijk landmeetkundig inzicht en een degelijke theoretische kennis van het kaarten- makersambacht. (Met theoretisch bedoel ik bijvoorbeeld dat zo iemand niet zelfstandig een goede bergscha- duwing hoeft te kunnen tekenen of de kleuren voor een kaart vaststellen, maar dat hij wel donders goed weet hoe zoiets gaat en wat er de technische en economische consequenties van zijn.) Ik meen echter dat ook uit geodesiestudenten goede kaartredacteuren kunnen voortkomen. In het bijzonder voor die typen van kaarten waarvoor ingenieurs of ingenieurachtigen de gegevens verschaffen. Dus bijvoor beeld bodemkaarten, geologische kaarten, bosbouwkaarten, technische en kadastrale plans, ruilverkave- lings- en bestemmingskaarten, zeekaarten, luchtvaartkaarten enz. en, in enigszins mindere mate, topo- grafische kaarten. Hoewel de kaartredacteur dus beslist geen graficus behoeft te zijn, en evenmin een car- tografisch tekenaar, behoort hij de beginselen van het kaartontwerpen in theorie en uit eigen ervaring te kennen, zoals ook van het hele verdere kaartproduktieproces. Samen met een cartograaf en tekenaar zal een dergelijke landmeetkundig kaartredacteur of cartografisch geodeet met vrucht zelfstandig kaarten kun nen maken, van basisgegevens tot gedrukte kaart, zij het in het bijzonder op niet-sociaal gebied. (Met so- ciaal bedoel ik bijvoorbeeld geschiedkundige kaarten, economische kaarten, volkskundige kaarten, bevol- kingskaarten enz.) Bij de studie voor geodetisch ingenieur wordt bijzonder veel aandacht besteed aan de mathematische basis en de nauwkeurigheid van het werk van de landmeter. Hierbij beseft de student misschien niet altijd in vol- doende mate dat vele van de zeer nauwkeurige gegevens van de geodeet gepubliceerd worden in de vorm van kaarten. D.w.z. in de vertaling en het handschrift van een ander: de cartograaf en cartografisch tekenaar. Met andere woorden: de geodeet biedt de buitenwacht zijn gegevens aan in een taal die hij niet zelf beheerst (en die hij ook niet actief kan en hoeft te beheersen). Alvorens de geodeet zijn meetkundig zuivere gegevens in een getekende of gedrukte kaart kan trachten terug te vinden, zijn er een groot aantal geheimzinnige cartografische handelingen verricht die helaas de moge- 12 KB 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1971 | | pagina 14