lijkheid niet altijd uitsluiten van verminking of verruwing der oorspronkelijke gegevens. Zowel de schaal van de kaart als de technieken van voorstelling, tekening en reproduktie bei'nvloeden de mathematische nauwkeurigheid en, algemener gezegd: de bruikbaarheid, begrijpelijkheid en leesbaarheid. Ik heb geprobeerd aannemelijk te maken dat een geodeet zijn tijd goed besteedt als hij zieh enigszins op de hoogte stelt van de grote invloed die cartografische ontwerpkunst en technieken kunnen hebben op de presen- tatie van gegevens en ideeSn in kaarten. Ik heb verder betoogd dat bepaalde geödeten, met grafische en enige geografische belangstelling, zieh via verdere Studie zouden kunnen ontwikkelen tot wat ik genoemd heb kaartredacteuren: verbindingsofficieren, tolken tussen de eigenlijke kaartenmaker en degene die voor de uit te beeiden gegevens verantwoordelijk is. Het zijn de cartografische geödeten die, meer dan gewone geödeten (als ik het zo zeggen mag), in staat moeten zijn een kaart zelfstandig te beoordelen, En ik herinner hier aan de Stelling die ik eiders in dit ar- tikel al impliciet heb vermeld: beoordeel een kaart als elke andere informatie. Met andere woorden: wan- neer we even afzien van termen als mooi en lelijk, en we begrippen als schoonheid en esthetiek als te moei- lijk en te problematisch buiten beschouwing laten, beoordele men een kaart aldus: 1. Naar de aard van de inhoud. Wat heb ik hieraan? Is dit interessant? Is dit waai; nauwkeurig, betrouw- baar? Enzovoort, 2. Naar de doelmatigheid van de grafische vertaling. Gaat hier niet onnodig informatie verloren? Begrijp ik de mededeling binnen redelijke tijd? Heeft de cartograaf niet een oneconomische weg bewandeld? 3. Naar de grootte van de cartografische uitdaging. Was het uitbeelden van deze gegevens een probleem of een peuleschil? Heeft de cartograaf hier een bijna onmenselijke taak tot een goed einde gebracht, of heeft hij iets kinderlijk eenvoudigs siecht weergegeven: onklaar, misleidend, onleesbaar? Aan veel van de genoemde aspecten van de verhouding tussen geodesie en cartografie is (wanneer ik goed ben ingelicht) tot nu toe te weinig intensieve aandacht besteed in de opleiding van nederlandse geödeten. Dit komt waarschijnlijk deels doordat men te veel bevangen gebleven is in het idee dat cartografie identiek zou zijn met afbeeldingsleer (in de zin van projectieleer) en het zonder fantasie maar netjes tekenen van tech nische plans volgens ambtelijke normbladen. Maar anderdeels doordat een eigen cartografische werkplaats ontbrak waar elke student uit eigen ervaring inzicht zou kunnen krijgen in althans de beginselen van de ta- melijk ingewikkelde technieken die in de moderne kaartvervaardiging zo belangrijk zijn geworden. Want met droogzwemmen en een enkele excursie bereikt men op dit gebied niet veel. Zulk een cartografisch laborato- rium is aanwezig in de werktekeningen voor het nieuwe geodesiegebouw: cartografische camera, donkere kamer, kopie en drukkerij. Een en ander voor kaarten van bescheiden afmetingen, ca. 50 x 60 cm. vol- doende voor Studie en onderzoek. Aanbevolen en geraadpleegde geschriften Voor de enkele lezer die wellicht behoefte heeft aan een kleine richtingwijzing in de tegenwoordige carto grafische literatuur, volgt hier een aantal titels met een körte karakteristiek (die, hoewel niet zwart-wit, toch wel eens wat gekleurd zal zijn)Eerst een aantal boeken, en aan het eind de tijdschriften: 1. ALBERDA, J.E.: Cartografie. Artikel in de Grote Winkler Prins, deel 5, blz. 129-137. Amsterdam 1967. Een goed klein overzicht, al is het historische deel wat groot in verhouding tot het moderne. Enige literatuur. 2. ARNBERGER, ERIK: Handbuch der thematischen Kartographie. Wien 1966. Ca. 140 gülden, 554 blz. Het eerste wetenschappelijk handboek over thematische cartografie. Wel erg duits, als u begrijpt wat ik bedoel. Bevat zeer uitgebreid historisch overzicht als inleiding. Zeer rijk geillustreerd in zwart-wit en kleur. Heel veel literatuur, voor het duitse taalgebied vrijwel volledig. 3. BECK, WILLY: Geländeformen, Reproduktion, Topographische Karten und Kartenabbildungen. Stuttgart 1957. Ca. 150 gülden, 504 blz. Ergänzungsband van het Handbuch der Vermessungskunde van Jordan- Egge rt-Kneissl. Beck is het klassieke westduitse handboek voor topografische cartografie. Royaal ge illustreerd in zwart-wit en kleur. KB 25 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1971 | | pagina 15