21. Precision in map making. Bijzonder nummer van The Monotype Recorder. Vol. 43, number 1, summer
1964. London 1964. Ca. 4 gülden, 52 blz. The intelligent readers guide to modern british map produc-
tion. Zeer goede typografie en illustraties in kleur en zwart-wit.
22. Waddenbulletin. Tweemaandelijks orgaan van de Landelijke Vereniging tot behoud van de Waddenzee.
Groningen 1966 ev. Abonnement (lidmaatschap) 7 gülden vijftig. Heeft niets met cartografie te maken,
al staan er vaak hele goeie kaarten in, maar verdedigt het laatste nederlandse natuurgebied tegen dijk-
bouwers, fabriekslozers en andere zeerovers. Een zeer leesbaar, actief en wetenschappelijk gei'nfor-
meerd tijdschrift. Uitstekend geillustreerd.
23. WILHELMY, HERBERT: Kartographie in Stichworten. Kiel 1966. Ca. 35 gülden, 388 blz. Goed ency-
clopedisch overzicht van ihb. de duitstalige cartografie. Het bruikbaarste cartografisch woordenboek
voor het duitse taalgebied in afwachting van de Multilingual dictionary vgl. 14 hierboven. Veel illustra
ties en vnl. duitstalige literatuur.
24. WILLEMS, G.F. e.a.Inleiding tot kaartgebruik. In Atlas voor de mammoet, blz. VII-XII. Amster
dam 1969. Ca. 18 gülden, XII 104 blz. Een heldere uiteenzetting door een van de intelligentste en
aardigste nederlandse kaartredacteuren. Geen woord te veel of te weinig. Ik wijs er hier graag op dat
de Atlas voor de mammoet wel een lachwekkende naam heeft, maar met de Bosatlas van Wolters-Noord-
hoff bepaald internationaal niveau heeft.
25. WITT, WERNER: Thematische Kartographie. Hannover 1967. Ca. 100 gülden, 767 blz. Afgezien van
Bertin het beste en aardigste boek over thematische cartografie. In het bijzonder pianologisch gericht.
De auteur vergeet bij alle theorie niet de tekenpen. Bevat veel kaarten in kleur. Literatuur niet alleen
duits, o.a. amerikaans, engels, scandinavisch. Een tweede druk verschijnt dezer dagen.
Wat tijdschriften en dergelijke betreft, geef ik hier alleen titels van duitse, franse, engelse, nederlandse
en amerikaanse uitgaven, benevens een van de Verenigde naties. De enkeling die hongaars, japans enz.
leest, zal zelf kunnen vaststellen dat ook buiten Westeuropa en Amerika een aantal goede cartografische
tijdschriften bestaan.
1. Bibliotheca cartographica. Bad Godesberg.
2. Bulletin du Comitd franpais de cartographie. Paris.
3. The cartographie journal. Edinburgh.
4. Internationales Jahrbuch für Kartographie. Gütersloh.
5. Kaartbulletin. Amsterdam.
6. Kartografie. Amsterdam.
7. Kartographische Nachrichten. Gütersloh.
8. Nachrichten aus dem Karten- und Vermessungswesen. Frankfurt.
9. Surveying and mapping. Washington.
10. World cartography. New York.
Bibliotheca cartographica (1) is de uitstekende internationale bibliografie met jaarlijks ongeveer tweeduizend
nieuwe titels van publikaties over cartografie.
De andere buitenlandse periodieken die ik noem, zijn allemaal goed tot zeer goed. De tijdschriften van de
duitse en de engelse cartografische verenigingen (3 en 7) publiceren regelmatig werk van niet inheemse au-
teurs. Zo hebben in het engelse blad o.a. grote artikelen gestaan van de nederlandse professor Pannekoek
en ingenieur Piket. Het duitse is begonnen te verschijnen in 1951 en is hiermee wel het oudste cartografische
tijdschrift van betekenis. The cartographie journal, van 1964, is het jongste.
Wat Nederland betreft wijs ik er op dat Kaartbulletin (5) in de eerste plaats een tijdschrift is voor de kaart-
makers, terwijl Kartografie (6) een wetenschappelijk periodiek is. (Ik probeer in deze omschrijving te ver
bergen dat ik het verschil eigenlijk niet erg goed kan aangeven.) Beide zijn uitgaven van de Kartografische
sektie van het Kon. ned. aardrijkskundig genootschap: dat is de ongelukkige naam van de nederlandse ver
eniging voor cartografie waarvan u voor twintig gülden lid kunt worden (jeugdigen tien gülden) bij secretaris
G.F. Willems, Cartografisch instituut Bootsma, Riouwstraat 5, den Haag, telefoon 070-183369.
Deze beschouwing is enigszins bekort overgenomen uit het Snellius Gedenkboek van november 1970 (Uit-
gave van de afdeling Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft, waaraan drs. J.E. Romein als
docent is verbonden)
KB 25
15