MIJLPALEN IN DE GESCHIEDENIS VAN DE KARTOGRAFIE
door Gordon EStine
De behoefte aan kaarten heeft de mens vanaf zijn schepping altijd gehad. Het is zelfs heel goed mogelijk dat
Adam toen hlj uit het paradijs werd verdreven opvallende details längs de weg (terwijl hij toch andere din
gen aan zijn hoofd had) in zijn geheugen opnam om, voor het geval hij de gelegenheid had om terug te keren,
de weg te kennen. Hij maakte als het wäre een geheugenkaartZo'n kaart was slechts kort te gebrui-
ken en dan nog alleen voor een beperkt gebied. Laten we enkele oude landkaarten en enige belangrijke mijl-
palen in de geschiedenis van de kartografie bespreken, om dan misschien met dromerijen te eindigen.
De eerste landkaarten waren eigenlijk alleen de in het geheugen van mensen vastgelegde gegevens. Zij vol-
deden voor körte afstanden en voor de manier van reizen in die tijd. Maar toen de mensen wat beweeglijker
werden en meer verbindingen met anderen kregen, was het noodzakelijk om door middel van een afbeelding
de afstand en de richting van plaats tot plaats vast te leggen. Deze landkaarten (om deze term te gebruiken)
waren In grove beeiden getekend: de woestijnzwerver trok een spoor in het zand en een eskimo kraste een
kustlijn op een bot. De inboorlingen van de Marshall-eilanden namen schelpen om de plaats van de eilanden
aan te geven, terwijl het riet dat gebruikt werd om deze schelpen vast te binden de heersende zeestromingen
aangaven. De afstanden op de kaarten werden meestal aangegeven in dagreizen te voet, te paard of met een
boot. Zelfs mensen waarvan men zegt, dat zijn "wilden", bezitten het vermögen om de aard en de bedoeling
van kaarten te begrijpen. Veel poolonderzoekers maakten gebruik of werden gered door de landkaarten die
door eskimo's werden getekend.
De oudste kaarten, die ons bekend zijn bevinden zieh in het Brits Museum en bestaan uit een serie kleita-
bletten in ronde vorm, waarvan de ouderdom vermoedelijk tot 2300 of 2100 v. Chr. teruggaat. Zij bevatten
zeven cirkels die Steden of landen voorstellen en een centraal stel lijnen waarvan wordt aangenomen dat het
de Euphraat is.
De eerste wetenschappelijke bijdrage om "landmeten en kartering" te beschrijven was van Eratosthenes.
Zijn berekening van 25000 mijlen voor de aardomtrek (heden 24901,442) was voor die tijd buitengewoon
knap, temeer omdat hij zonder telescoop of enig ander precisie-instrument werkte.
In zijn berekeningen kwamen weliswaar enkele fouten voor, o.a.
a. de afstand van Alcxandrie tot Syene is 500 mijlen (in werkelijkheid 453 mijlen)
b. Alexandrih ligt zuiver noordelijk van Syene (het ligt 3°-3' westelijk van Syene)
c. Syene ligt binnen de Kreeftskeerkring (in werkelijkheid ligt het 37 mijlen ten noorden daarvan)
Misschien werden al deze fouten door elkaar opgeheven, wat altijd erg aardig is, maar het kende het werk
van Eratosthenes een nauwkeurigheid toe die 2000 jaar standhield.
Daarna, vermoedelijk in de jaren 140-150 n. Chr. publiceerde Claudius Ptolemeus zijn "Geographia" waar-
in voor de eerste maal in de geschiedenis onderscheid werd gemaakt tussen kartografie en geografie. Voor
het eerst werden hierin de plichten van de kaartenmaker beschreven; de beperkingen waaraan hij zieh
houden moet en de materialen waarmee gewerkt moet worden.
Ptolemeus had voor de hele wereld belangstelling en niet alleen maar voor het bewoonbare gedeelte ervan.
Hij wilde een wetenschappelijke nauwkeurige afbeelding van de bolvormige aarde in een goede, leesbare
vorm vervaardigen. Om dit te bereiken bepleitte hij dat alle bekende plaatsen met hun juiste lengte- en
breedteaanduiding moeten worden aangegeven.
Hoofd van de Afdeling Sateliet begeleiding. Inlichtingencentrum voor Luchtvaartkaarten. St. Louis.
Missouri, (uit Surveying and Mapping, juni 1970.)
16
KB 25