E. Lehmann om de benaming "Nationale Atlas" te laten vervallen en in het vervolg liever te spreken van
een "Komplexe Regionale atlas", levert o.i. geen grote begripsverheldering op. Ten eerste heeft het begrip
"Nationale atlas" inmiddels in de geografische wereld burgerrecht verworven als aanduiding voor een het
gehele land omvattend thematisch kaartwerk, ten tweede is een toenemend aantal landen thans reeds in het
bezit zowel van een nationale atlas als van een groter of kleiner aantal regionale atlassen. Tussen beide at
lastypen een terminologisch onderscheid te handhaven lijkt ons toch wel gewenst, al spreekt ook Lehmann's
argument, dat er tussen de atlas van een klein land (bijvoorbeeld Belgiö) en die van een ongeveer even groot
deel van een groter land (bijvoorbeeld Nedersaksen) niet zoveel verschil in opzet en kartografische bewer-
king bestaat, wel aan. Niettemin lijkt het ons om praktische redenen niet waarschijnlijk, dat de benaming
"Nationale atlas" spoedig zal verdwijnen, al vermijden sommige atlassen het dilemma door zieh eenvoudig
"Atlas der Schweiz" of "Atlas of Kenya" te noemen.
Uit het hierboven opgemerkte möge mede blijken, dat er thans een grote verseheidenheid van atlassen wordt
gepubliceerd, die in verschillende opzichten het karakter van een nationale atlas dragen, doch andere ken
merken ervan ontberen. Volgen we de thans vrij algemeen gangbare onderscheiding, dan kunnen we zeggen,
dat onder een nationale atlas wordt verstaan:
een atlas, waarin, hetzij van een zelfstandige staat of van een geografisch begrensd niet-
zelfstandig gebied (bijvoorbeeld een kolonie), in kaarten, kartogrammen en andere karto
grafische uitdrukkingsvormen een zo volledig mogelijk beeld wordt gegeven van de fysisch-
geografische gesteldheid, de menselijke bewoning, de bevolkingsdynamiek, de culturele en
religieuze situatie, de economische struetuur en aktiviteit, de verkeersgeografische situa-
tie en de communicatiemiddelen, benevens zo mogelijk de interrelatie tussen
deze onderscheiden gebieden^). Zulk een atlas wordt meestal (doch dit is geen
strikte vereiste) van regeringswijze samengesteld en uitgegeven en dient aan bepaalde eisen
inzake omvang, hoeveelheid aangeboden informatie, wetenschappelijk en kartografisch ge-
halte te voldoen.
Op deze omschrijving zou men al dadelijk een aantal kanttekeningen kunnen maken. Een deel van de atlassen,
die in de opstelling zullen worden genoemd, wordt inderdaad van regeringswege der betrokken landen uitge
geven, doch zij zijn te beperkt van opzet en omvang om als "nationale atlas" te kunnen worden beschouwd.
Daartegenover staan atlassen, die niet van regeringswege zijn gepubliceerd, doch waarvan omvang en we
tenschappelijk gehalte ze tot de nationale atlassen doet behoren, zo bijvoorbeeld de "Atlas of Britain and
North Ireland". De reeds vöor de 2e Wereldoorlog versehenen "Atlas van Tropisch Nederland" verscheen
onder de auspieiön van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap, en is dus geen regeringspublikatie in
de strikte zin, doch geldt niettemin als een der vroege (en voortreffelijke) voorbeelden van een nationale at
las. En zo zouden meer voorbeelden kunnen worden gegeven. Een zeer merkwaardige situatie doet zieh voor
bij de onlangs aangekondigde Atlas van Cuba, die niet in dat land, doch in de Sovjet-Unie zal worden uitge
geven, en waarvan dan ook een russische en een spaanstalige uitgave zal verschijnen.
De meest voorkomende figuur blijft echter die van regeringswege en door of vanwege de regering uitgegeven
nationale atlas.
Voorwaarden voor de publikatie van een nationale atlas
Omvang en kwaliteit van een nationale atlas zijn in hoge mate afhankelijk van een aantal voorwaarden, waar
van als de belangrijkste kunnen worden genoemd:
le Het betrokken land dient over een goed georganiseerde en sterk gedifferentieerde statistiek te beschik-
ken, die zieh bovendien over een redelijk lange terugliggende periode uitstrekt, zodat zowel aan de fysisch-
geografische als aan de sociaal-geografische en economische kaarten een solide en op längere perioden van
waarneming gebaseerde kwantitatieve grondslag kan worden gegeven.
2e De beoefening der geografische wetenschappen dient in het land op een zodanig niveau te staan, dat de
KB 25
25