Bodemkunde Wereldbodemkaart, Wereldatlas van de bodemverzilting (beide 1 5m.).
Metallogenie Europa (1 2, 5 m.), Centraal-Amerika (1:5 m.), Aziö en Verre Oosten (schaal nog on-
bekend)
Hydrogeologie Europa (1 1,5 m.), Latijns-Amerika (schaal nog onbekend).
Geomorfologie Europa (1 2,5m.).
Kl imaatInternationale klimaatatlas (4 dln.); Wereldkaart van de neerslag en verdamping (schaal nog
onbekend)
Vegetatie Vegetatiekaart van het Middellandsezeegebied (1 :5 m.), idem van Afrika (1 :5 m.).
De uitvoering van dit ambitieuze programma komt neer op het tekenen van een reusachtige fysisch-geogra-
fische wereldatlas, die in zekere zin een groot aantal nationale atlassen min of meer zal overkoepelen en in
elk geval het voordeel zal hebben van eenheid van behandeling en dus vergelijkbaarheid voor grote gebieden;
in sommige gevallen zelfs voor de wereld als geheel. Minder ver gevorderd zijn de karteringen op sociaal
en economisch gebied, doch hier wordt, met name door de E.E.G. en het Europa-College, reeds gewerkt
aan bevolkings- en economische kaarten van de grootregio West-Europa het gebied der E.E.G.).
Zo tekent zieh boven de nationale atlas, tot dusver de grootste samenvattende verzameling van thematisch
kaartmateriaal welke per afzonderlijk land beschikbaar was, de continentale of zelfs mondiale "super-atlas"
af, weliswaar nog uit afzonderlijke kaartwerken bestaande, doch onmiskenbaar de schaalvergroting weer-
spiegelend, welke zieh op alle levensgebieden, doch niet in het minst in de integratie van de oecumene, de
aarde als menselijk woongebied, voltrekt.
Geheel onverwacht komt deze ontwikkeling trouwens niet. In enkele "groot-regionale" atlassen, zoals bij-
voorbeeld de "Atlas sozialökonomischer Regionen Europas" van L. Neundörfer, de "Economische atlas van
West-Europa" van Jean Dollfus en de zojuist aangevangen "Atlas der Donauländer" wordt reeds op deze ont
wikkeling vooruitgegrepen, terwijl ook de verschillende delen van de "Oxford Regional Economic Atlas" en
de Russische atlassen "Atlas Afrikii" en de "Atlas Latinskoi Amerikii" van een groot-regionale, respectie-
velijk continentale conceptie uitgaan. Dat de "Atlas des deutschen Lebensraumes" van N. Krebs een torso
is gebleven möge hier als een symbolisch feit vermeld blijven.
Genoeg materiaal om duidelijk te maken, dat de ontwikkeling ook bij de nationale atlas niet is blijven stil-
staan. Zij zet zieh in beide richtingen voort: enerzijds in die der groot-regionale, continentale en mondiale
kaartwerken, anderzijds in de vorm van regionale atlassen en atlassen van stedelijke regio's (Atlas de Pa
ris et de la rögion parisienne, Atlas of London and the London Region, Atlas von Berlin, enz.).
Voetnoten
1) O.a. door H. Sleurink in Geogr. Tijdschrift.
K.A. Saliscev, Atlas Nationaux, Moscou/Leningrad, 1960. Tabl. I, blz. 10.
Westermann Lexikon der Geographie. Bd. 3, blz. 470. Braunschweig, 1970.
2) K.A. Saliscev, Atlas Nationaux. Moscou/Leningrad, 1960.
3) Ontleend aan bovenstaande publikatie. Fig. 1, blz. 50.
4) Werner Witt, Thematische Kartographie. Hannover, 1967. blz. 519/520.
5) E. Lehmann, Zur Problematik der Nationalatlanten; in: Petermann's Geogr. Mitteilungen, 1959.
6) Een nog sterk in discussie zijnde eis. Vgl. hier o.a. W. Witt, Thematische Kartographie, blz. 433/434;
voorts: E. Otremba, Gedanken zur kartographische Synthese; in: Intern. Jahrbuch für Kartographie.
VIII, 1968, blz, 90-131; met uitgebreide literatuuropgave.
7) Mededeling van de directie van Freytag Berndt-Artaria op de 19e Deutsche Kartographentag te Wenen
juni 1970.
8) Een voortreffelijk overzicht, met tal van kanttekeningen, in W. Witt, Thematische Kartographie.
Hoofdst. V.3, Komplexe Regional- und faationalatlanten. Hannover, 1967, blz. 519-609.
9) Ed. Imhof, Der "Atlas der Schweiz"; in: Intern. Jahrbuch für Kartographie. VI, 1966, blz. 122; met
uitgebreide literatuuropgave.
KB 25
29