foto). Dit is een metalen strip in L-
vorm met öön afgesloten en dön ver-
schuifbare zijkant, die op de gewen-
ste zetbreedte kan worden ingesteld.
In het loodstaafje bevindt zieh een
gleufje, de kerfwaardoor de zet
ter kan zien en voelen of de letter
niet op zijn kop Staat. Tussen de
woorden plaats hij kortere staafjes,
de p a s j e s die door hun geringere
lengte niet mee drukken. Is hij aan
het eind van de regel gekomen dan
wordt de overgebleven ruimte opge-
vuld door bij de verschillende pasjes
tussen de woorden heel smalle
spaties te plaatsen, zodat de re
gel uitgevuld wordt. Zodoende
worden alle tekstregels even lang.
Soms wordt dit uitvullen alleen ach
ter aan de regel gedaan. De tekst- De handzetter aan het werk
regels zijn dan ongelijk van lengte, maar de woordtussenruimte is steeds gelijk. Men noemt dit: zetten op
gelijke woordspatie of onuitgevuld zetsel. De regel wordt nu heel handig uit de haak genomen en op de ga-
lei geplaatst: een metalen verzamelbakje met opstaande randen. Zijn alle regels op de galei gezet tot de
juiste bladspiegel bereikt is, dan wordt het tekstblok opgebonden met een koordje of met speciale klem
men en gelijkgeslagen. Er kan nu een proefdrukje getrokken worden om te kontroleren of er fouten gemaakt
werden. Dit is dan de vuile proefdie door de korrektor nagelezen wordt. Het aangeven van de korrek-
ties daarop gaat met speciale tekens waarop we ook nog terug zullen komen, omdat dit vaak door de karto-
graaf gedaan wordt.
De zetter korrigeert de verkeerde letters door ze met de e 1 s (soort priem) op te wippen en brengt zonodig
nieuwe aan, waarna een tweede proef getrokken wordt: de schone proef. Is hierna nog een proef nodig
dan noemt men die de r e vi s ie p r oe fBij leerlingen valt het zetsel tijdens het korrigeren wel eens uit
elkaar, p a s t e i noemt men dat.
Is het zetsel gereed voor afdrukken dan kan het naar de drukkerij. Voor kaartteksten wordt meestal een
scherpe afdruk gemaakt op speciaal papier (barietpapier bijvoorbeeld) of op kunststof (scotch-print)De
fotograaf kan hier van een opname maken, respectievelijk kontaktafdrukken, waarna de kartograaf zijn
teksten op strippingfilm krijgt om ze op te plakken. Bij de opname kan tevens verkleind worden om een
scherper letterbeeld te krijgen of om de teksten uit verschillende maten te kunnen kiezen, al naar gelang
de beschikbare ruimte in de kaart. Op die manier is het mogelijk om alle kaartteksten, ongeacht de gewen-
ste grootte, uit hetzelfde (grote) corps te laten zetten. Tijdens de montage kan de kartograaf dan de beste
maat uitzoeken.
Regelzetmachines
Aan het eind van de vorige eeuw slaagde men er in een zetmachine te konstrueren die hele regels tegelijk
kon maken. Met deze regelzetmachines (onder andere de Linotype, die veel bij kranten gebruikt wordt) kan
34
KB 25