Nadat teruggereden is naar het kruispunt met de Otterlose weg, wordt deze ingereden. Aan weerszijden
ligt het Edese bos. De weg stijgt geleidelijk, omdat de stuwwal Ede-Wageningen wordt beklommen. Bij de
Driesprong, wordt de richting Wekerom gekozen. De weg daalt af in de sandrvlakte, stijgt daarna, en
loopt over de stuwwal van Oud-Reemst heen. Op het hoogste punt van deze stuwwal komen grafheuvels en
urnenvelden voor.
Tegen de noordelijke helling van de stuwwal van Oud-Reemst is veel dekzand gestoven, dat later in het
Holoceen voor een groot deel opnieuw is gaan stuiven en tot stuifzand is geworden. Op de afhellende noord-
zijde van de stuwwal ligt een ongeveer driehoekig gebied met oude bouwlanden (enkeerdgronden)De ver-
kaveling toont een bont mozaiek van betrekkelijk kleine percelen. De akkers liggen ingeklemd tussen twee
stuifzandterreinen. Vooral het Wekeromsche Zand heeft vanuit het westen de oude akkers aangetast en
overstoven, wat duidelijk blijkt uit het gebogen verloop van de bodemlijn. Het eigenlijke dorp Wekerom
ligt natuurlijk op de grens van de hoge en läge gronden. De oorspronkelijke naam, Wekerheimloo, past
goed bij deze oude cultuurgronden.
Uitstappunt Wekeromsche Zand
Reeds enige malen kwam ter sprake dat dekzanden vaak in latere tijd opnieuw zijn gaan stuiven en tot
stuifzanden zijn geworden. Het is niet duidelijk in hoeverre dit is bevorderd door klimaatsveranderingen,
wel staat vast, dat de mens en het vee daartoe in sterke mate hebben bijgedragen.
Waar nu het Wekeromsche Zand ligt, bevond zieh vroeger een golvend dekzandlandschap met haarpodzol-
gronden in de hoge delen en veldpodzolgronden in de vaak vochtige laagten. Door branden, plaggen en vee-
weiden werd vooral de vegetatie op de hogere delen sterk aangetast. De siecht beschermde grond werd
gemakkelijk stuk gelopen door o.a. de Schapen, waarvan er in 1526 op de Veluwe 111.000 stuks werden
gehouden. De wind kreeg dan vat op het zand, waardoor gaten in het terrein werden geblazen. Het stuiven-
de zand werd voor een deel weer gevangen door de vegetatie van de vochtige laagten, zodat die werden op-
gehoogd. Op den duur leidde dit proces tot omkering van het reliefDe oorspronkelijke hoge plaatsen
stoven diep uit, de voormalige läge plaatsen werden sterk opgehoogd (Schelling, 1955). Het proces is af-
gebeeld in afbeelding 11. De uitgestoven laagten zijn vaak weinig geschikt voor een redelijke bosvegetatie.
De groei van de bomen komt moeilijk op gang en ook later ontwikkelen zij zieh slechts met moeite.
Met de opgestoven hoogten is het anders gesteld. Daarin bevindt zieh onder het stuifzand de oorspronke
lijke bodem, waarin vocht en voedsel zijn opgeslagen. De bomen profiteren hiervan in sterke mate. In
veel stuifzanden ziet men dan ook, dat op de koppen de bomen veel beter groeien dan in de uitgestoven
laagten.
Terug bij de Wekeromsche weg, wordt de tocht voortgezet in de richting Harskamp. We rijden nu door het
läge deel van de Veluwe, de Gelderse Vallei, met hoge grondwaterstanden en oude bewoning op de iets
hoger gelegen dekzandruggenDit blijkt al direct bij de boerderij Het Laar, waar de weg een dekzandrug
kruist met enkeerdgronden. De boerderij is een oude versterking, vermeld in 1533, waaromheen nog dui
delijk de resten van de gracht te zien zijn. Veel gronden op de dekzandruggen zijn minder dan 50 cm op
gehoogd. Dit wijst op een latere in cultuurneming. Dergelijke gronden worden laarpodzolgronden genoemd,
omdat zij vaak voorkomen in verbinding met 'laar'-namen. De läge gebieden tussen de dekzandruggen be-
staan uit zwarte beekeerdgronden en veldpodzolgronden. Zij zijn als associatie op de kaart aangegeven,
als de bodemgesteldheid op körte afstand snel wisselt.
Even voor Harskamp loopt de weg längs de steile rand van een grote dekzandrug. Er liggen enkeerdgronden
op, die tegen de steile rand abrupt ophouden, terwijl zij op de zacht glooiende noordelijke helling geleide
lijk overgaan in laarpodzolgronden met een soms hoekige begrenzing volgens de perceelgrenzen.
KB27
21