BODEM EN KARTOGRAFIE II
DE BODEMGESTELDHEID IN HET EXCURSIEGEBIED
(GELDERSE VALLEI EN VELUWE) i
1Inleiding
Een bodemkaart wil een zinvolle ordening geven van de gronden in een gebied. De wijze van ordenen hangt
af van de schaal van de kaart, het doel waarvoor de kaart wordt gemaakt en de mogelijkheden tot ordenen
die de bodemgesteldheid biedt. De te bespreken voorbeelden hebben alle betrekking op de bodemkaart van
Nederland, schaal 1 50 000, met name blad 32 Oost (Stichting voor Bodemkartering, 1965) en voor een
deel ook blad 39 Oost. De legenda van deze kaart is zodanig dat hij in geheel Nederland bruikbaar is. De
kaart wordt in de eerste plaats gemaakt voor agrarische doeleinden. Daarom zijn vooral die indelingscrite
ria gekozen die voor de landbouw in ruime zin van belang zijn. Bewust zijn daarbij die eigenschappen van
de grond buiten beschouwing gelaten die weinig permanent zijn.
De variatie in de bodemgesteldheid die men in het veld aantreft is het resultaat van een vaak bewogen ge-
schiedenisDe aard van het moedermateriaal, zoals de zwaarte, de grofheid, de sortering van het mate-
riaal, de mineralogische samenstelling en de opeenvolging van lagen, hangt ten nauwste samen met de
geologische geschiedenis. De wind heeft in het algemeen goed gesorteerde uniforme fijne zanden afgezet,
of soms löss. Het door water verplaatste materiaal is meestal minder uniform, het kan veel grover maar
ook veel fijner zijn. Materiaal dat door ijs werd verplaatst is rondweg siecht gesorteerd en mist een duide
lijke gelaagdheid. Eveneens voornamelijk een gevolg van geologische Processen is het relief, waarmee
vaak de diepte van het grondwater samenhangt. Op deze geologische en geomorfologische gegevens hebben
flora en fauna en ook de mens ingehaakt. Zij zijn het door geologische Processen afgezette materiaal gaan
bewonen en hebben er veranderingen in aangebracht en er met name organische Stoffen aan toegevoegd. Zo
zijn sommige donkere bovengronden en bruine inspoelingslagen ontstaan. Het effect van de biologische acti-
viteit hangt af van de aard van de aanwezige flora en fauna en daarmede o.a. van het klimaat, de vochtvoor-
ziening, de mineralogische rijkdom en de duur van de biologische activiteit.
Het zal duidelijk zijn dat de bodemgesteldheid in de eerste plaats afhangt van de geologische en geomorfolo
gische ordening en van de effecten die daarbinnen en soms daaroverheen zijn teweeggebracht door de leven-
de natuurmet inbegrip van de mens, in het heersende klimaat tijdens de duur van die activiteit.
2. De wordingsgeschiedenis van het excursiegebied
Geologie en geomorfologie
Tabel 1 geeft een overzicht van de geologische geschiedenis.
De excursiepunten liggen alle op de Veluwe en in de Gelderse Vallei. Waar nu de Gelderse Vallei ligt,
stroomde voor de Risstijd een tak van de Maas, die voor die rivier kenmerkende Sedimenten aanvoerde
(afb. 1).
Hoofd van Rayon Oost van de Stichting voor Bodemkartering, Wageningen.
KB27
3