proeven toen zij als oefening aan de hand van in- en exportcijfers van Nederland hier een wereldkaartje van
moesten konstrueren. De extreem hoge cijfers voor Europese landen (vooral de EEG landen) veroorzaakten
een kaal en leeg kaartbeeld terwijl de situatie in Europa door zijn kompaktheid siechte leesbaarheid te
zien gaf. Dus juist in het gebied waar de kaart de meeste informatie verschafte, moest het kaartbeeld aan
duidelijkheid inboeten. De meeste deelnemers besloten tot een oplossing die in feite geen oplossing is,
namelijk het verstrekken van de informatie per werelddeel (waarbij Europa vaak werd verdeeld in het to
taal van de EEG landen en het totaal van de overige landen). Op deze wijze ging ruim 90% van de informatie
verloren. Een andere, zij het veel betere oplossing is het verstrekken van een extra kaartje van Europa op
veel grotere schaal, doch ook dit blijft een noodoplossing. Het werken met driedimensionale Symbolen (zo-
als bollen en kubussen), waardoor aanzienlijk minder oppervlakte door de grotere hoeveelheden wordt in-
genomen, is een middel erger dan de kwaal. Een test met driedimensionale Symbolen onder de deelnemers
van de Bakkeveense studiedagen wees uit dat niemand de onderlinge verhoudingen visueel behoorlijk kon
schatten, zelfs niet bij benadering. Hier ging het om testpersonen die met kaarten vertrouwd zijn, laat
staan wat het resultaat zal zijn bij de gemiddelde kaartgebruiker (zie het onderzoek van C.Ekman, R. Lind-
man en W. William-Olsson in hun publikatie "A psychophysical study of Cartographic Symbols" 1961, en
het artikel van drs. F. J. Ormeling in Kartografie nr. 52, getiteld "Thematische Kartografie en visuele
waarneming")
Een mogelijke oplossing die ik tot nu toe nog niet ben tegengekomen is het uitvergroten van het gebied waar
een groot aantal gegevens in moet komen. Dus een vertekening aanbrengen in de projektie. Voorbeelden
hiervan zijn de stadsplattegronden van Falkplan die gekonstrueerd zijn in de hyperboloi'deprojektie, een
projektie waarbij de oude stadskern, met z'n vele Stegen en smalle straatjes, wordt vergroot waardoor
de binnenstad veel duidelijker kan worden aangegeven. Iets dergelijks is mogelijk in een wereldkaart waar
bij b.v. Europa groter wordt afgebeeld dan de rest van de wereld. Het resultaat is dan eengeheel nieuwe
projektie; het schaalverschil tussen Europa en de overige werelddelen moet geleidelijk worden opgeheven,
waardoor de vertekening op het gehele kaartbeeld invloed uitoefent. De kaartgebruiker is er reeds lang
aan gewend de bol van de wereld te zien afgebeeld als een plat vlak, hierbij vergeleken is een partiSle
schaalvergroting in een wereldkaart slechts een gering beroep op het voorstellingsvermogen van de kaart
gebruiker. De winst aan duidelijkheid weegt dan ook zwaarder dan het nadeel van een vertekende oppervlak-
tevoorstelling. Principieel is er niets op tegen de ondergrond aan te passen aan de te verstrekken informa
tie. Sinds J. Bertin ons heeft geleerd dat slechts de konstruktie waarbij de informatie-overdracht het
snelste overkomt (mits deze informatie juist en volledig is) de enig juiste is, weten we dat zelfs een pro
jektie ondergeschikt is aan de informatie-overdracht. De vragen die we aan een kaart over b.v. in- en
uitvoer kunnen stellen, mögen slechts betrekking hebben op het uitgebeelde onderwerp. De vraag: hoe
groot is Frankrijk t.o.v. BraziliS?, is in deze kaart niet relevant. Hiervoor moet een equivalente kaart
worden geraadpleegd.
Welke thematische kaarten komen voor een projektie met partiSle schaalvergroting in aanmerking? Dit
zijn uitsluitend kaarten die vanuit 66n gebied (land of stad) relaties in beeld brengen met de rest van de
wereld of een deel daarvan. Die relaties zullen vrijwel steeds op het sociaal-economische vlak liggen. De
onderwerpen handel en verkeer lenen zieh uitstekend voor toepassing van de partiSle schaalvergroting.
Wanneer een onderwerp een duidelijke samenhang met oppervlakte of absolute afstanden heeft is toepassing
van deze projektie onjuist. Zo kan bij het in beeld brengen van het aantal luchtreizigers vanuit Nederland
de vergroting in Europa worden aangebracht, maar wanneer de gevlogen afstanden in kilometers worden
1) Semiologie graphique, Jacques Bertin. Parijs - Den Haag 1967.
14
KB 28