EEN NIEUWE INDELING EN BENAMING VAN DE
NEDERLANDSE GRÜNDEN
bool zien afgebeeld. De blauwe staven hebben zoveel kontrast met de rode stippen, dat in een oogopslag
de grote Steden der aarde naar voren komen.
Slotopmerking
Bij de 19 wereldkaartjes zocht ik tevergeefs naar onderwerpen als Bevolkingstoename, Grondstoffenver-
bruik, Inkomensverschillen en Ontwikkelingshulp.
Dit zijn onderwerpen die inzicht kunnen verschaffen in de problemen van de wereld van vandaag. Voor het
eigen land versehenen de zeer informatieve en aktuele kaartjes over Milieuverontreiniging, in mondiaal
verband zou de atlas ons eveneens meer aktuele informatie kunnen bieden.
In de werderom aanzienlijk vernieuwde en wel degelijk verbeterde Grote Bosatlas bezitten we een alles-
zins fraai kaartboek met een enorme hoeveelheid aan informatie over Nederland en de Wereld.
De voorgaande kritische opmerkingen willen hieraan zeker geen afbreuk doen, doch eerder een bescheiden
bijdrage leveren aan een nog betere volgende druk van de atlas.
BODEM EN KARTOGBAFIE III Ir. G. G. L. Steur
1. Waarom een nieuwe indeling met nieuwe namen?
Wie wel eens een moderne Nederlandse bodemkaart heeft vergeleken met een van wat oudere datum, heeft
belangrijke verschillen in de indeling kunnen vaststellen en is tevens geconfronteerd met namen voor de
gronden, die op het oog vreemd aandoen.
Het oude systeem, dat berustte op een landschappelijke indeling, was zeer aantrekkelijk omdat het ook de
leek direct aansprak. Bij de voortgaande ontwikkeling van de veldbodemkunde in ons land bleek het echter
op den duur niet meer te voldoen. Het legde te veel nadruk op de geologische ontstaanswijze, de ontgin-
ningsgeschiedenis en de positie van de gronden in het landschap. Dit had o. a. tot gevolg dat gronden met
ongeveer gelijke kenmerken en eigenschappen door hun landschappelijke ligging tot zeer verschillende een-
heden werden gerekend en van verschillende namen werden voorzien. Zo vertonen gronden die eertijds
werden ingedeeld en benoemd als poelgronden (Zeeland), knipgronden (Friesland) en komgronden (rivier-
kleigebied), een sterke onderlinge overeenkomst ondanks hun ligging in zeer verschillende landschappen.
Ook bestond er geen sluitend indelingssysteem voor het gehele land.
Deze en andere overwegingen hebben geleid tot het ontwerpen van een nieuw systeem om de Nederlandse
gronden op een uniforme en overzichtelijke wijze te kunnen indelen (De Bakker en Schelling, 1966). Daar-
bij is uitgegaan van de meetbare kenmerken van de grond zelf. Aan de eenheden in dit systeem zijn nieuwe
namen gegeven, die volgens bepaalde regels zijn samengesteld. De hoofdzaken van deze nomenclatuur
worden bij de bespreking van het indelingssysteem, dat bodemclassificatie wordt genoemd, nader
toegelicht.
Hoofd van de Afdeling Kaartcoördinatie, Stichting voor Bodemkartering, Wageningen
KB 29
13