2. Het nieuwe indel ings sy st e em Bij de vaststelling van de indelingskenmerken is allereerst uitgegaan van de eigenschappen van de grond, die zijn ontstaan door bodemvorming. Daaronder verstaan we de veranderingen die in het materiaal grond zijn ontstaan nadat het door de zee, de rivieren of de wind is afgezet. De aard van deze veranderin gen wordt bepaald door de eigenschappen van het materiaal zelf en door het klimaat (vooral temperatuur en neerslag), de grondwaterhuishouding, het relief, de vegetatie en de mens. Bovendien speelt ook de tijd, gedurende welke de genoemde factoren op de grond hebben ingewerkt, een rol bij de bodemvorming. De orden De Nederlandse gronden worden naar de belangrijkste veranderingen die hebben plaatsgevonden, ingedeeld in vijf orden, te weten de veengronden, de podzolgronden, de brikgronden, de eerdgronden en de vaag- gronden (afb. 1). Afbeelding 1 G R 0 N C E N van N E D E R L AND organische gronden m i n e r a e g r o n d e n orde 1 veengronden orde 2 podzolgronden orde 3 brikgronden orde 4 eerdgronden orde 5 vaaggronden zeer donker gekleurd zwak ont- wikkeld humus (soms met ijzer) klei en ijzer Ordenend principe: aard van het materiaal belangrijkste 4bodemvormende Processen aard van de bovengrond aard van de inspoel ing De hoofdindeling (orden) van het systeem van bodemclassificatie voor Nederland De veengronden (afb. 2a) vormen samen orde 1. Ze zijn ontstaan door ophoping, gedeeltelijke verwe- ring en veraarding van planteresten en onderscheiden zieh als organische gronden van de overige gronden, die grotendeels uit minerale delen bestaan. De naam is aan het normale spraakgebruik ontleend. De minerale gronden vallen uiteen in gronden met zogenaamde inspoelingslagen (orde 2 en 3) en gronden zonder deze lagen (orde 4 en 5) De podzolgronden (orde 2) en brikgronden (orde 3) worden gekenmerkt door het voorkomen van een in- spoelingslaag (in de bodemkunde aangeduid als B-horizont). Deze ontstaat doordat het doorzijgende water bepaalde Stoffen uit de bovengrond oplost en meevoert naar de diepte, waar ze onder invloed van ingewik- kelde fysische en chemische processen weer worden afgezet. Er zijn twee verschlllende inspoelingsprocessen. Er kan in de grond verplaatsing van humus, ijzer en aluminium optreden. Gronden met inspoelingslagen van deze Stoffen worden tot de tweede orde, de podzolgronden gerekend (afb. 2b). Het Russische woord podzol, dat intemationaal voor deze gronden wordt gebruikt, betekent asachtige grond. Dit slaat op de grauwe kleur van het zand boven de inspoelings- laag, dat wij loodzand of schierzand (schier grijs) noemen. Bij het andere inspoelingsproces wordt kl ei 14 KB 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1972 | | pagina 16