De topografische kaart als indicatieve kaart Onder de groep der "indicatieve kaarten" neemt de topografische kaart een bijzondere plaats in. De bena- ming topograf ie danken wij aan de Griekse geografen, die deze term hanteerden voor de beschrijving van gebieden van beperkte omvang. Zij stelden de term topografie naast chorografie, de beschrijving van landstreken, en naast geograf ie de beschrijving van uitgestrekte gebieden en van de aarde als geheel. In onze tijd heeft de term "topografie" een meer gevarieerde inhoud; men verStaat daaronder: 1) - topografie als landbeschrijving in de vorm van een inventarisatie van terreinvoorwerpen en terrein- kenmerken, zonder te wijzen op de onderlinge samenhang daarvan. 2) - topografie als complex van handelingen, omvattende de terreinopnamen en de samenstelling van topo grafische kaarten 3) - topografie als de verzameling van natuurlijke en artifici'öle bestanddelen en kenmerken van het terrein. Deze verzameling omvat a) hoogten, reli'öf, stilstaand en Stromend oppervlaktewater, natuurlijke vegetatie b) artefacten ten behoeve van de landinrichting zoals kavelvormen, landschapsbeplanting, drainage- sloten c) artefacten ten behoeve van de cultuurtechnische ontginning zoals "Clearings" en polders d) artefacten ten behoeve van de economisch-geologische ontginning zoals steengroeven en kleiputten e) artefacten ten behoeve van de gebiedsontsluiting zoals wegen, havens, vliegvelden f) artefacten in de vorm van bebouwing, zoals huizen, fabrieken, dorpen, Steden. 4) - In engere zin verstaat men onder topografie slechts reliöf: Zo spreekt de meteoroloog bijv.van de "topografie van het 500 mb-vlak", en de oceanograaf van de topografie van de oceaanbodems Over de variaties naar inhoud van topografische kaarten Evenmin als er eenstemmigheid is over het begrip topografie, zomin zijn er gelijkluidende inzichten ten aanzien van de inhoud van topografische kaarten: uit vergelijking van dergelijke kaarten, ook die uit ver- schillende landen, blijkt dat uiteenlopende criteria gehanteerd worden bij het samenstellen van de kaartin- houd. Enerzijds valt het daarbij op dat van het geheel der terreinbestanddelen en -kenmerken, welk geheel wij aanduiden als het top og r af i s ch spectrum", in sommige landen grotere, in andere landen kleinere gedeelten worden gekarteerd. Anderzijds merkt men op dat de selectie van topografische gegevens meer volgens landelijke (nationale) normen tot stand komt dan volgens landschappelijke. De legenda, als verzameling van te karteren terreinbestanddelen en kenmerken, blijkt veelal niet adequaat ten opzichte van de diversiteit aan landschapstypen. In Zwitserland en Nederland, elk met grote landschappelijke variaties, kent men als enige variant binnen de legenda (en de toepassing ervan in de kaart) het verschil in grootte van de interval der hoogtelijnen. Deze varieert met de reliSfenergie. Op de Nederlandse topografische kaart, waarvan de legenda goeddeels in de periode voör de Sterke urbanisatie tot stand kwam, blijkt het "platte land", dat is het niet verstede- lijkte gebied, veel gedetailleerder te worden weergegeven dan de Steden. Men voelt dit als een gemis, daar de stedelijke gebieden niet alleen naar grootte en inwonertal sterk groeiende zijn, maar ook naar structuur sterk aan verandering onderhevig zijn. Door een aantal recente legendaverbeteringen heeft men het "plat- telandskarakter" van de Nederlandse topografische kaart reeds afgezwakt, en men onderzoekt nog de mo- gelijkheid van uitbreiding van de legenda voor de stedelijke gebieden. Dergelijke legenda-aanpassingen zijn niet alleen noodzakelijk ten einde het nadelig effeet van een inadequate KB 30 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1972 | | pagina 17