In de ons omringende landen vindt men vaak een aparte letter om de autosnelwegen aan te duiden. Zo in
Duitsland A (in tegenstelling tot de Bundesstrassen, die een B-nummer dragen) (10); in Frankrijk eveneens
A (tegenover het N-net van de Routes Nationales) (11); in Engeland M, b. v. vanuit Londen Ml, M2, M3
enz. (12); in Italiö A. Deze letters zijn afkortingen van de woorden Autobahn, Autoroute, Motorway en
Autostrada. In Zwitserland hebben de (zeer jonge) autowegen een N-nummering: N1 Bern-Zürich; N2 Ba-
sel-Härkingen (13).
Voor de snelwegen, die de grote internationale verbindingen vormen of zullen gaan vormen, is in onderling
overleg een Europa-nummering vastgesteld. Deze wegen worden aangeduid met El, E2, E3 enz. Het zou
aanbeveling verdienen, in de nationale wegenplannen de E-nummering te laten prevaleren, d.w.z. bij het
samenvallen van weggedeelten uit beide Systemen het Rijkswegnummer te vervangen door het E-nummer.
Het zal ertoe bijdragen, dat alle verantwoordelijke instanties en plaatselijke of landelijke inspraakgroepen
het Europese kader van het wegennet voor ogen blijft staan. Het internationaal belang is uiteindelijk ook een
eminent nationaal belang.
Een onderverdeling vinden wij b. v. voor Rijksweg 12 bij Oudenrijn; de wegbewijzering onderscheidt hier
E36 Oost en E36 West. Het laatste stuk wordt voor dienstdoeleinden onderverdeeld in 12 W I (tot de Gouwe-
brug) en 12 W II (van de Gouwebrug tot het verkeersplein Oudenrijn).
3. Kunstwerken
Onder kunstwerken als hodologisch begrip verstaat men verkeersknooppunten, kruisingen, T-aansluitingen,
op- en afritten, bruggen, viaducten, aquaducten, tunnels, duikers, syphons. Deze begrippen zijn onderling
niet scherp begrensd; zo worden viaducten vaak "bruggen" genoemd, hoewel deze term eigenlijk op een
overgang over water betrekking heeft (14). Een verkeersknooppunt telt meer dan 4 aan- en afvoerwegen;
het is dus van hogere orde dan een kruising, die er 4 heeft. Niettemin wordt de term ook wel voor een krui-
sing gebruikt, soms zelfs voor een T-aansluiting ("verkeersknooppunt Ypenburg"). Gezien de formidabele
Problemen zal men een aansluiting van hoger orde dan een kruising zoveel mogelijk vermijden, b.v. door
lineaire spreiding (Klaverblad Oudenrijn - Galecopperbrug - kruising Houten - klaverblad Lunetten). Een
algemene term als verkeerscircuit (15) (Zuidzijde Van Bienenoordbrug) herinnert teveel aan de rotonde,
een gelijkvloerse noodoplossing, die via de stuiver (16) naar een klaverblad (17) evolueert. Wanneer een
van de bladen te hoog belast dreigt te worden, treedt daarvoor een overfly in de plaats. Bij twee overflies
ontstaat een turbine. Gebeurt dit voor alle bladen, dan spreekt men van een ster; ons eerste voorbeeld is
de nog te bouwen Wassenaarse Ster. Het woord verkeersplein schijnt als algemene aanduiding goede kansen
te hebben, hoewel "plein" ook weer aan de nachtmerrie van het voormalige gelijkvloerse Oudenrijn herin
nert. Rotonde wordt veelal gebruikt in het geval van aansluitingen met het plaatselijk verkeer (Rotonde de
Berenkuil, in Utrecht-Oost; Stichtse Rotonde in Amersfoort (18), meer officieel Verkeersplein Lichtenberg
genoemd). Een verkeersplein oude stijl is b.v. Deil in de E9, ook wel Beesd genoemd, vanwege de verwar-
ring met de Deil in Wassenaar.
3. 1 Autowegkruisingen
Het Duitse Autobahnsysteem heeft hiervoor 66n term doorgevoerd: Autobahnkreuz of kortweg Kreuz (19).
Meestal zijn zij genoemd naar een nabijgelegen stad: Autobahnkreuz Nürnberg (E5/E6), Kreuz Leverkusen
(E 36/E 73)Meer eigen karakter hebben de van de plaatsnamen afgeleide namen: Kamener Kreuz (E 4/E 12),
Bremer Kreuz (E 35-E 71), Oberhausener Kreuz (E3/E36). Bij een ringsnelweg of Vierkant om grote Steden
worden de verschillende verkeerspleinen vaak door toevoeging van de windstreken onderscheiden: Kreuz
Köln Nord, Kreuz Köln West, Kreuz Köln Süd en de driesprong Autobahndreieck Köln Ost. Soms loopt de
naam op de werkelijkheid vooruit: Autobahnkreuz Hamburg Ost (thans nog Dreieck'.).
KB 30 21