VERSCHILLENDE SYSTEMEN VAN GEOMORFOLOGISCHE
DETAILKARTERING (schaal 125.000) H.J.van Dorsser enA.I. Salome
(Vertaling van het artikel in het Geografisch Tijd-
schrift VI 1973 afl. 1 en Kartografie nr. 61, over-
genomen uit: Berichten, nr. 5 - juli 1972, fysisch-
geografische afdeling R. U.-Utrecht. Voor de illus-
traties wordt verwezen naar het artikel in het
G.T. of Kartografie
In een studiegroep van candidaten in de fysische
geografie onder leiding van de schrijvers werden
een groot aantal soms zeer van elkaar afwijkende
Systemen voor het maken van geomorfologische
kaarten op kleine en grote schaal bestudeerd. Uit
de ons inziens meest bruikbare methoden voor een
kartering op een schaal 1 25000 werden 5 metho
den gekozen. Daarna werd een gebied volgens deze
vijf methoden in kaart gebracht om de bruikbaar -
heid te toetsen (1)Hiervoor werd een gebied bij
Noorbeek (Zuid Limburg) gekozen. Bij de karte
ring werd uitgegaan van gegevens uit de bestaande
literatuur (o.a. Zonneveld 1955, Van den Broek en
Van der Waals 1967)Daarnaast leverden de lucht-
foto's en een kort bezoek aan het terrein (2-g dag)
de gegevens voor de kartering.
Het gekarteerde gebied bestaat voor een groot ge-
deelte uit het met löss bedekte, al of niet versne-
den "terras van Noorbeek", waarvan de datering
vrij onzeker is (Zonneveld mond.meded. 1971),
doch is hier aangenomen als Oud Pleistoceen. In
het zuiden treffen we een pliocene schiervlakterest
aan. Ook de schiervlakte is versneden en bedekt
met al dan niet verplaatste löss.
De gebruikte legenda's
Sommige legenda' s waren oorspronkelijk bestemd
voor beperkte gebieden zoals die van Annaheim
voor Zwitserland [toegepast door Bugman (1956) en
Moser (1958)] die van Demek (1967) voor Tsjecho-
slowakije en die van Klimaszewski (1963) voor Po
len. Klimaszewski Steide een legenda op die ook
buiten Polen bruikbaar zou zijn; nog universeler
zijn de legenda's van Tricart (1965) en van Ver
stappen en Van Zuidam (1968)De uitgangspunten
van de verschillende Systemen zijn niet gelijk. Zo
gaat het poolse systeem uit van de aard der Pro
cessen, waar binnen dan voor iedere groep des-
tructieve en constructieve vormen worden onder-
scheiden. De Systemen van Annaheim, Demek en
Tricart gaan uit van accumulatie- fen erosie- en
denudatievormenVerstappen gaat in zijn kaart uit
van geomorfologische eenheden.
De geomorfologische kaarten van de omgeving
van Noorbeek
Als ondergrond is de vereenvoudigde topografisehe
kaart gebruikt, waarvan de uitgave in grijs met
hoogtelijnen is afgedrukt. Reeds op deze kaart zijn
de volgende eenheden zichtbaar: de vlakke terras-
rest in het noorden, de steile rechterdalwand van
de Noor, de schiervlakterest in het zuiden en de
versnijding door de nu droge dalletjes. Volgens de
opstellers van de gebruikte legenda's worden de
hoogtelijnen in de basiskaart in bruin (Demek,
Klimaszewski, Tricart) dan wel in grijs (Anna
heim, Verstappen) afgedrukt.
Het hydrografische net wordt door Annaheim en
Verstappen compleet aangegeven, Demek en Tri
cart geven meestal alleen de watervoerende rivie-
ren aan met soms de belangrijkste droge dalen.
Klimaszewski geeft uitsluitend de rivierinsnijdlng
aan.
De anthropogene vormen worden door Verstappen
alleen in de ondergrond aangegeven, dus in grijs,
door Annaheim, Demek en Klimaszewski als apar
te categorieen in de legenda vermeld en in kaart
gebrachtBij Annaheim wordt de kleur van deze
vormen bepaald door het feit of ze door erosie of
door accumulatie zijn ontstaan, Tricart brengt ze
eveneens bij erosie- of accumulatie-vormen onder
(in dit geval alleen erosie) die stratigrafisch onder
recent worden geplaatst.
Bruikbaarheid van de Systemen voor het
gekarteerde gebied
Kaart volgens het systeem Annaheim/
Moser
Dit systeem geeft een overzichtelijk beeld met be-
hulp van de 2 kleur en rood en groen. Met het sym-
bool van de schiervlakte kan versehillende ouder-
dom aangegeven worden. De anthropogene vormen
worden in de kleur van het proces aangegeven. Het
gebruik van het löss symbool samen met dat voor
het terras is wellicht in afwijking van de oorspron-
kelijke legenda maar lijkt ons zeer bruikbaar. Hoe-
wel de legenda voor Zwitserland is opgesteld blijkt
ze ook hier te voldoen.
Kaart volgens het systeem van de
T s j echos1owaakse Akademie van
Wetenschappen (Demek)
De oorspronkelijke legenda is speciaal voor Tsje-
choslowakije opgesteld. Daar het grootste deel van
het hier gekarteerde gebied met löss bedekt is (2)
en Demek niet aangeeft welke dikte het dek moet
hebben om op de kaart te worden aangegeven is de
kaart op twee manieren uitgevoerd
a) de löss is aangegeven zonder de ondergrond
weer te geven. Hierdoor verdwijnen de schier
vlakte en terrassen die duidelijk als geomorfo
logische eenheden in het terrein spreken uit de
kaartAlleen door het verschil in kleur van de
dellen is de ondergrond, althans qua ouderdom,
aangegeven
b) de kaart laat via een streeppatroon de onder de
löss liggende eenheden zien. Dit streeppatroon
wat door Tricart, zij het op een andere wijze,
ook in zijn kaarten wordt toegepast, levert een
acceptabel beeld op
Bezwaarlijk blijft het gebruik van kleuren zowel
voor Chronologie als voor geomorfologische eenhe
den. Behalve door kleuren wordt de Chronologie
nog nader aangegeven door letters. Druktechnisch
leverde in ons geval het lössdek moeilijkheden op
omdat eigenlijk een puntraster zou moeten worden
gebruikt (in een uit drie kleuren samengestelde
tint)De nu gebruikte kleur wordt volgens de ori-
ginele legenda voor steile lösshellingen gebruikt.
Er wordt dan onderscheid gemaakt tussen steil hel
lende, flauw hellende en vlak liggende lösspakketten
8
KB 32