In ons land wordt in feite reeds lang met fotokaarten gewerkt. De Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat en de Topografische Dienst vervaardigen ze reeds heel lang, vooral ten behoeve van de vervaardiging van lijnenkaarten. Uitgave van fotokaarten als kaartserie, dus als bedekking voor het gehele land is nog nooit serieus overwogen. Toch verdient de fotokaart ook bij ons meer aandacht. Enquöte Om te kunnen beoordelen of aan fotokaarten in Nederland behoefte bestaat, besloot de Werkgroep voor Kaart- reproduktie in Oktober 1969 een onderzoek daarnaar in te stellen. Er werd een enquSte-formulier ontworpen en tevens een lijst met namen van instellingen samengesteld, waaraan deze enquete zou worden voorgelegd. De enqugteurs en enquetrices (Studenten van het Geografisch Instituut van de Rijksuniversiteit in Utrecht) bezochten 61 instituten, verdeeld over het gehele land. Ze toonden tijdens hun bezoeken een portefeuille, waarin fotokaarten in verschillende uitvoeringen en op diverse schalen voorkwamen Bij 12 instellingen, die ook deelnamen aan de enquöte, werd geen bezoek gebracht, doch daar werden de vragen längs schriftelijke weg beantwoord. Het gebruik van fotokaarten behoefde daar niet te worden toege- licht omdat het voldoende bekend was. Door 85% van de instellingen, die betrokken werden bij het onderzoek, is op de gestelde vragen geantwoord. Een bijzonder hoog percentage waarvoor de Werkgroep bijzonder er- kentelijk is De geenqugteerden werden ondergebracht in acht groepen, namelijk I architectenbureaus V andere overheidsinstellingen II gemeentelijke landmeetkundige diensten VI rijkswetenschappelijke instellingen III pianologische diensten VII semi-particuliere ondernemingen IV water Staatsdiensten VIII waterschappen. De vraag, of de gekozen instituten representatief kunnen worden geacht, kan met vrij grote zekerheid beves- tigend worden beantwoord. Er werden 10 (vooral de grotere) architectenbureaus, de 6 grootste gemeentelij ke landmeetkundige diensten, 9 provinciale pianologische diensten, 19 waterstaatsinstellingen, 13 rijksdiens- ten werkzaam op verschillend terrein, 4 universiteiten en hogescholen, 4 semi-particuliere instellingen en 8 waterschappen (ook weer de grotere) bij het onderzoek betrokken. De openbare nutsbedrijven werden dus niet apart in het onderzoek betrokken omdat de belangen van deze instellingen zeker goed vertegenwoordigd zullen zijn door de grote gemeentelijke diensten. BQvendien is de bedoeling van deze enquete geweest een indruk te krijgen van de behoefte aan fotokaarten in het algemeen en niet specifiek aan die op de zeer grote schalen De vragen waren ondergebracht in vijf groepen te weten: Avragen op organisatorisch gebied Bvragen van (land)meetkundige aard C. vragen over inhoud en uitvoering van fotokaarten D. vragen over de kosten i.v.m. fotokaarten Ealgemene vragen Op een deel van de vragen kon met "ja", "neen" of "geen mening" worden geantwoord, maar op een groot aantal was dit niet mogelijk. Gemeend werd evenwel toch daarvoor de - moeilijker verwerkbare - beant- woording van beschrijvende tekst te kiezen. De antwoorden werden, vooral door de grote medewerking van de Fotogrammetrische Dienst van het Kadaster te Apeldoorn, samengevat in een prettig te interpreteren vorm. Daarbij werden twee methoden toegepast namelijk een samenvatting per groep van gebruikers (I t/m VIII, als boven aangeduid) en per vraag. Getracht zal worden in het onderstaande het resultaat in het kort weer te geven. 18 KB 32

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1973 | | pagina 20