Na Berann kwam diezelfde morgen de heer F.W.Michels aan het woord. Het meest opvallende uit zijn inlei-
ding tot het tekenen van panoramakaarten was zijn visie op het wezen van generaliserenGeneraliseren, zo
meent hij, is datgene wat iedere tekenaar zonder het te beseffen al eeuwenlang heeft gedaan: n.l. het Eigen-
lijke Tekenen.
Michels' conclusie luidde dat de regels welke zijn opgesteld voor het generaliseren juist die dingen betreft
welke de minste Problemen opleveren voor de goede tekenaar. Het zijn niet alleen de afzonderlijk te genera
liseren details maar juist het totaalbeeld dat bepalend is voor het karakter van een gebied. Die totale visie
mist hij met name bij onze eigen topografische kaartenHet eigenlijke vorm geven (generaliseren) moet wor
den overgelaten aan de kundigheid van de tekenaar, die het alleen kan leren van het kijken en navoelen van
andere tekenaars
Nadat Michels zijn eigen werkwijze bij het tekenen van zijn panoramakaarten had besproken werden de deel-
nemers uitgenodigd zelf een stukje terrein in de omgeving van Ede panoramisch weer te geven. Na een ver-
kenning van het te karteren gebied en met behulp van de aldaar zelfgemaakte terreinschetsen zetten de deel-
nemers zieh die middag en de volgende morgen aan het tekenenEnige karakteristieke gedeelten van het ter
rein waren door de heer Michels van te voren op een video-recorder vastgelegd en het afdraaien hiervan
diende de deelnemers tot steun. Bij het tekenen bleek dat de grootste moeilijkheden juist in de generalisatie
lagen: welke objecten moesten worden overdreven en welke iets teruggebracht of weggelaten. Het resultaat
was dan ook vaak een wat te pietepeuterige voorstelling van het gebied. Zo eenvoudig als Michels het deed
voorkomen bleek het beslist niet te zijnhet tekenen van goede panoramakaarten is slechts voor enkele be-
gaafden weggelegd en Michels is daar zeer zeker 6en van.
De vrijdagmorgen werd besloten met enige körte voordrachten over de hoogtevoorstelling van gebouwen op
diverse kaarten. De heer E.P.Boode (T.H. Delft) besprak de wijze waarop de T.H.gebouwen in Delft werden
voorgesteld met behulp van de parallelprojectie. Een duidelijke moeilijkheid hier bij was het vergaren van
goed documentatiemateriaal, zoals Schelsen en foto's van vooral de oudere gebouwen. De heer Boode toonde
verder enige ontwerpen waarbij de diverse schaduw- en kleurmogelijkheden nader waren uitgewerkt.
De heer G.W. J.van Omme (Geografisch Instituut, Utrecht) was onlangs aan een min of meer dergelijke
kaart begonnen van de Universiteitsgebouwen in Utrecht (de Uithof)Ook hij had gekozen voor de parallel
projectie en toonde enige uitgewerkte voorontwerpen
Tenslotte liet de heer A. J.Karssen (ITC, Enschede) met een kaartje van het THT campus terrein zien, hoe
hij had getracht de hoogte-effecten op een wat simpeler wijze op te roepen, namelijk door middel van slag-
schaduwen en een speciale kleurkeuze.
Drs. F. J.Ormeling vertelde daarna iets over de ontwikkeling van de derde dimensie in de thematische kar-
tografie, met name de constructie van ruimtelijke modelten, waarin vooral de USA een koploper isNu in
de kartografie steeds meer gebruik wordt gemaakt van Computers en tekenautomaten mag verwacht worden
dat deze vaak lastig te tekenen ruimtelijke, statistische modellen een ruime vlucht zullen nemenDe vorm-
geving van deze modellen laat nog wel wat te wensen over, een goede begeleiding van de computer-program-
ma's door kartografen kan hierin wellicht verbetering brengen.
Na een levendige discussie werden deze studiedagen gesloten en ging ieder zijns Weegs met het gevoel een
dimensie rijker te zijn geworden.
KB 33
7