sen Volkeren door middel van isolijnen die hij in dit geval noemde: eksentrisiteitskrommen. Het volgende is een vertaling van de opmerkingen van Laianne over Morlet's ideeen betreffende deze isolijnen (15) "Dit is weer een nieuwe toepassing van het gelukkige en vruchtbare denkbeeld waarvan von Humboldt zo'n vermaard voorbeeld gegeven heeft in zijn isotermische krommen. Maar dit is niet de enig mogelijke toepas sing van von Humboldt's idee op het terrein van de bevolkingsgeografie, noch de belangrijkste Stel dat we het grondgebied van een land verdelen in een aantal voldoend kleine gebieden, bijv. de franse gemeenten; dat we in het middelpunt van elk van deze gebieden een loodlijn oprichten waarvan de lengte evenredig is aan het aantal inwoners per Vierkante km in de betreffende gemeente; dat we door de uiteinden van al deze loodlijnen een uiteraard golvend vlak konstrueren, en tenslotte op een kaart op passende schaal de overeenkomstige ekwidistante hoogtelijnen tekenen: dan zullen we een kaart verkregen hebben met lijnen van gelijke bevolkingsdichtheid die alle punten te zien geeft met een bevolkingsdichtheid van 30, 40, 50 100 inwoners per Vierkante km." En hij zegt dan verder: "Evenals een topografische kaart volgens de beginselen van du Carla, zou onze be- volkingskaart golvingen te zien geven, steile bergen, kraters, bergpassen en dalen. Men mag aannemen dat men een reliefbeeld te zien zou krijgen dat het omgekeerde is van het natuurlijk bodemreliefde dichtbe- woonde dalen zouden gebergteketens lijken, de onbewoonde toppen van onze echte bergen zouden als diepe trechters worden afgebeeld." In zijn samenvatting wees hij op het nut van dit type kaarten voor de bestudering van vele ekonomische vraagstukken, zoals bijv. de aanleg van spoorlijnen, en benadrukte de behoefte aan bevolkings- en opper- vlaktecijfers per gemeente, die destijds niet beschikbaar waren. Laianne was geen nieuweling inzake van kartografische metoden. In 1843 had hij de Acadömie al een verhan- deling voorgelegd over de grafische voorstelling van topografisch-numerieke gegevens (16)Ook schreef hij een aanhangsel bij Kaemtz' bekende boek over meteorologie betreffende de grafische voorstelling van de re- laties tussen drie variabelen (17). In beide studies beschreef hij in het kort de achtergronden van zijn idee en, waarbij hij niet bescheiden is over zijn uitvinding van het gebruik van de isolijnen van Buache en du Carla, in de geest van von Humboldt's isotermen, voor de uitbeelding van geografische variabelen in dia- grammen of kaarten. Hoewel hij de eerste geweest is die het denkbeeld van de isopletenkaart onder woorden gebracht heeft, heeft Laianne, voor zover ik heb kunnen nagaan, er nooit een gemaakt. Als ingenieur bij de Ponts et Chaussöes (de franse Waterstaat) had hij het druk genoeg met het maken van meer tastbare zaken, zoals spoorwegen. De geboorte van de isopleet De eerste gedrukte isopletenkaarten versehenen in 1857 en waren het werk van een jonge deense marine- officier, Nils F.Ravn (18)Luitenant ter zee Ravn van de hydrografische dienst maakte deze kaarten toen hij ongeveer dertig jaar was, vermoedelijk in opdracht van het bureau voor statistiek in Kopenhagen. Het zijn bevolkingsdichtheidskaarten voor de jaren 1845 en 1855. In het verslag van het bureau voor statistiek gaan de kaarten vergezeld van een beschrijving van hun totstandkoming waarvoor Ravn klaarblijkelijk mede- verantwoordelijk is. Bij het lezen van zijn aantekeningen wordt men getroffen door de overeenkomst tussen zijn bewoordingen en die van Laianne van ongeveer tien jaar eerder. Laianne schreef frans, Ravn duits, maar ze zeggen hetzelfde. Hier volgt een vertaling van Ravn's aantekeningen bij de kaarten: "Het hele land is in kleine gebieden verdeeld waarvan de grenzen en de middelpunten op de kaart zijn aan- gegeven en waarvoor de bevolkingsdichtheidscijfers berekend zijn. Wanneer men zieh nu in de middel punten van deze gebiedjes loodlijnen opgericht denkt waarvan de hoogte evenredig is aan de betreffende be volkingsdichtheid, dan zullen de toppen van deze lijnen bepalend zijn voor een golvend vlak dat op de kaart 10 KB 34

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1973 | | pagina 12