Wanneer we de wordingsgeschledenis van de isopleet in zijn geheel overzien, kunnen we vaststellen dat hij
een natuurlijk kind geweest is ult een verbintenis die twee oude en bekende kartografische symbolenfamilies
bijeenbracht. Het is de vruchtbare verbeelding van meerdere mensen geweest die het ontstaan van de iso
pleet bewerkstelligd heeft. Het is een indrukwekkend bewijs van het internationaal karakter van denkbeeiden,
dat een van de voorouders van de isopleet uit Nederland afkomstig isde dieptelijn; een andere, de isogoon,
uit Engeland; dat hij verwekt is in Frankrijk, geboren in Denemarken en gedoopt in Duitsland.
Literatuurverwijzingen
1. Vgl. Gulley, J. L.M. en Sinnhuber, K.A. Iso
kartographie, eine terminologische Studie, in
Kartographische Nachrichten 11,
1961, blz. 89-99; en Horn, Werner: Die Ge
schichte der Isarithmenkarten, in Peter
manns Geogr Mitteilungen 103, 1959,
blz. 225-232. In hun uitstekend artikel noemen
Gulley en Sinnhuber meer dan honderd van de
bedoelde woorden, en Horn klaagt voorzichtig
dat er een overmatig gebruik van iso-termen
valt te konstateren. (Blz. 232: Man kann also
ein gewisses Übermass an 'Iso'-Ausdriicken
feststellen.
2. Kartografische auteurs uit het duitse taalgebied
lijken op dit gebied erg gevoelig te zijn. Eckert
en verschillende van zijn hedendaagse kollega's
noemen een isopleet zoals hij hier gedefinieerd
is een psuedo-isolijn.
3. Hsu, Mei-Ling en Robinson, Arthur H. The
fidelity of isopleth maps, University
of Minnesota press, Minneapolis 1970.
4. Verhalen over dit soort zaken zijn trouwens in
echte familiegeschiedenissen ongebruikelijk, en
zeker in kartografische vakliteratuurMaar de
vergelijkingen zijn bruikbaar, en bovendien
hebben de direkt betrokkenen zelf hun aandeel
in de affaire beschreven.
5. Fockema Andreae, S.J. en Hoff, B.van 't.
Geschiedenis der kartografie van
Nederland, Martinus Nijhoff, Den Haag
1947, blz. 75 en plaat 15.
6. Riel, H.F.van: Pierre Ancelin, in Tijd-
schrift voor kadaster en landmeet-
kunde 40, 1925, blz. 51-56 en 133-144.
7Een groot deel van deze samenvatting berust op
het uitstekende artikel van pater de Dainville.
Vglde Dainville, FrangoisDe la profondeur
l'altitude, in Internationaal kartogra-
fisch jaarboek 2, 1962, blz. 151-160
(Engelse vertaling van Robinson, A.H.: From
the depths to the heightsin Surveying and
mapping XXX, 3, 1970, blz389-403)
8. Programme des prix mis au coneourse dans la
premiöre assemblöe gdnörale annuelle de l'an
1822, in Bulletin de la Societö de
geographie, Parijs, 1, 1822, blz. 64-65.
De verhandeling over de kaart bezorgde de au
teurs een prijs van 600 ffrs. (Bulletin enz. 3,
1825, blz. 181-216).
9. Carte orographique de l'Europe
pour servir la connaissance des
principales chaines de montagnes,
de leur connexion, et de leur ra-
mification et de leur hauteur rela
tive, 1824. Zonder auteursnaam, zonder
schaal (ca. 1 6 540 000), 866 x 630 mm. De
kaart vermeldt geen namen van auteurs omdat
de voorwaarden van de prijsvraag dit verboden.
De kaart bevindt zieh nog altijd in de verzame-
ling van de Soci&tö de geographie die thans is
ondergebracht in de afdeling Cartes et plans
van de Bibliothfeque nationale in Parijs.
10. De titel van deze kaart is Esquisse oro
graphique de l'Europe, doorJ.H.
Bredsdorff en O.N.Olsen in 1824, verbeterd en
aanzienlijk vermeerderd door O.N.Olsen in
1830. Hij is echter pas in 1833 versehenen, ver-
gezeld van Olsen's Commentaire l'Es-
quisse orographique de l'Europe.
Imprimerie de Bianco Luno et Schneider, Ko
penhagen 1833, XXI en 78 blz. In dit kommen-
taar legt Olsen uit dat de kaart op 1830 geda-
teerd was wegens de grote tijdsafstand tussen
de gegevens en de publikatie.
11. Kircher, A. Magnes sive de arte mag-
netica opus tripartitum, Romel641.
Zie Hellmann, G. Magnetische Kartographie
in historisch-kritischer Darstellung, in V e r -
öff. des Königlich, preussischen
meteorologischen Instituts, no. 215,
Bd III, no. 3, 1909, blz. 5-61.
12. Er wordt wel eens aan getwijfeld of Halley onaf-
hankelijk tot het idee voor zijn kaart gekomen
is of dat hij eenvoudig in praktijk gebracht
heeft waar Kircher over geschreven had. (Vgl.
bijv. de in 11 genoemde Hellmann.) Eigenlijk
is er amper plaats voor twijfel, want Halley
was stellig van Kircher's teorieen op de hoog-
te. Hij verwijst naar die teorieen met name in
zijn geschrift A theory of the Variation of the
magnetic compass, in Philosophical
t r an s ac t i on s .Royal society 13,
1683, blz. 208-221.
13. Thrower, Norman J.W. Edmond Halley as a
thematic geo-cartographer, in Annais of
the Association of American geo
graphers 59, 1969, blz. 652-676.
14. Robinson, A.H. en Wallis, Helen M. Hum
boldt's map of isothermal lines, a milestone in
thematic cartography, in The cartographic
journal 4, 1967, blz. 119-123.
15. Laianne, L6on: Remarques l'occasion du me
moire de monsieur Morlet sur les centres de
figures; et reflexions sur la reprösentation
graphique de divers 616ments relatifs la po-
pulation, in Comptes rendus de
l'Academie des sciences 20, januari-
juni 1845, blz. 438-441.
KB 34
13