AUTOMATISERING IN DE KARTOGRAFIE
algemene inleiding tot de belangrijkste begrippen en problemen
Voordracht gehouden op de kartografendagen (29 en 30 november 1973 te Enschede) door L.P. v.d. Poel,
Hydrografische Dienst der Koninklijke Marine.
De procedure nagaand, volgens welke een kaart automatisch tot stand kan komen, kunnen we drie fasen on-
derscheiden:
a. het digitaliseren van de basis-informatie
b. het verwerken ervan door een Computer
c. het tekenen van het eindprodukt
a. Wat is digitaliseren?
Digitaliseren is het converteren van physische hoeveelheden (bijv. een analoge meting) in een digitale vorm.
Deze digitale (gecodeerde) vorm is "leesbaar" voor een digitale Computer.
Het digitaliseren kan op verschillende manieren geschieden. Zo wordt er aan boord van de schepen van de
hydrografische dienst "on line" - "in het veld" gedigitaliseerd.
De analoge gegevens van electronische plaatsbepalingen en electronische dieptemeter worden door een A/D
Converter in digitale vorm omgezet, vervolgens aangeboden aan de Computer. De Computer schrijft deze
gegevens weg op magneetbandcassettes. Een A/D omzetter is een electronische schakeling die een hem aan
geboden spanning in digitale vorm omzet.
Aangezien men in de kartografie echter meestal beschikt over een grote hoeveelheid basisbladen, welke tot
een kaart verwerkt moeten worden, zal men eerst deze bladen met een "digitizer" moeten digitaliseren. Een
digitizer kan men zieh voorstellen als een tekentafel met een beweegbare voeler - uitgevoerd als een loupe
met meetmerk.
Met deze voeler kan men een tekening die op het tafelblad ligt aftasten en alle gewenste punten in digitale vorm
- in x en y t.o.v. een op te geven oorsprong -vastleggen.
Aan een vastgelegd punt kan een code gekoppeld worden om aan te geven wat het punt voorstelt. De invoer van
deze code geschiedt m.b.v. een toetsenbord. Zo bestaat de mogelijkheid om hoogte- of dieptecijfers aan de
gedigitaliseerde positie te koppelen.
Het vastleggen van x, y en z waarden kan op verschillende informatiedragers gebeuren, zoals ponskaarten,
ponsband en magneetband. De digitizer kan echter ook direkt aan een Computer gekoppeld worden, welke dan
in Staat is om de gegevens gelijktijdig te verwerken. Aan de digitizer is een display gekoppeld, waarop men
de x, y en z waarden continue kan aflezen. De x en y waarden gelden t. o. v. het van te voren ingestelde nul-
punt. Dit punt is vrij te kiezen op het werkblad van de digitizer en meestal ook daar buiten door voor de me
ting een offset in te stellen.
Bovendien kan men veelal de positieve richting van x en/of y omdraaien. Aan een digitizer is ook vaak een
"printer" gekoppeld, zodat men een afslag van de vastgelegde x, y en z waarden verkrijgt.
Is de informatie eenmaal gedigitaliseerd dan kan deze verder verwerkt worden door een Computer. De aard
van deze verwerking hangt uiteraard af van de toepassing.
Digitizers kunnen we in 2 groepen verdelen:
a. het "mat" type
b. het "gantry" type.
KB 35
15