de kustlijn en op het land de vanuit zee kenbare punten, zoals kustlichten, kerktorens, bergtoppen enz. ten opzichte waarvan de zeeman in zieht van de wal zijn plaats kan bepalen d.m.v. op het kompas gemeten richtingen (kompaspeilingen) gegevens over de zeebodem: diepte, grondsoort, gevaren zoals wrakken, gevaarlijke rotsen onder water, alsmede belangrijke dieptelijnen. drijvende zeemerken, d.w.z. lichtsehepen, lichtboeien en andere betonning. kompasrozen voor het bepalen van de richting van de uitgezette koers en het overbrengen in de kaart van verrichte kompaspeilingen. onderzeese kabels en pijpleidingen i.v.m. het ankeren op zee. De kartografie, het in kaart brengen van de zeebodem en de daarin voorkomende obstakels, heeft zieh gedu- rende de afgelopen jaren in een even snel tempo ontwikkeld als de scheepvaart. De steeds groter wordende diepgang der schepen vraagt immers een steeds nauwkeuriger in kaart brengen van de zeebodem en een steeds frequentere revisie van de zeekaarten. Naast de kustgebieden moeten thans ook alle andere Noordzeegebieden door de Hydrografische Dienst nauw- keurig gekaarteerd worden. De Nederlandse Hydrografische Dienst bepaalt zieh daarbij met name tot het Nederlandse deel van het Continentale Plat. De grote diepgang der mammoettankers maakt een nauwkeurige controle van de zandverplaatsing en de daarmee verband houdende diepteveranderingen in o.a. het zuidelijk deel van de Noordzee noodzakelijk. Een zeekaart verschilt essentieel van een landkaart daar eerstgenoemde grotendeels voor het oog onzichtba- re details bevat zoals diepten, gevaren onder water enz., terwijl alle bijzonderheden die op een landkaart voorkomen over het algemeen visueel waargenomen kunnen worden. Vele details van het land, die voor de zeeman van geen belang worden geacht worden op de zeekaart weggelaten. Een goede zeekaart kan worden ver- geleken met een wetenschappelijk instrument dat zorgvuldig is uitgedacht, vervaardigd en gejusteerd. Het behoort niet een willekeurige hoeveelheid van beschikbare gegevens te zijn. Terwijl de opnemer op zijn minuutblad zoveel details moet geven als de tekenmogelijkheden hem bieden, moet de kartograaf een dusdanige rigoureuze selectie toepassen dat de kaart niet mank gaat aan te veel gegevens en de goede leesbaarheid verzekerd blijft. Dit selectiewerk wordt verricht door de kartograaf, een ex-offi- cier opnemer, die het werk van de opnemer kan beoordelen en tevens kan beoordelen wat van belang is voor de zeeman. Dit werk vereist zeer veel concentratie en tijd. Bijvoorbeeld bij het selecteren van dieptecijfers moeten alle diejrtecijfers op het minuutblad het oog van de kartograaf passeren waarbij beoordeeld moet wor den welke cijfers voldoende representatief zijn om op de kaart over te nemen. Gesteid kan worden dat in nor male gevallen slechts een procent van de dieptecijfers van het minuutblad op de zeekaart wordt getekend. Vaak is dit nog belangrijk minder. Met deze dieptecijfers moet een zo goed mogelijk beeld van de zeebodem ver- kregen worden en mögen geen ondiepten en andere gevaren over het hoofd gezien worden. De zeekaarten worden op verschillende schalen uitgegeven. Hoe kleiner de schaal hoe groter het af te beei den gebied op dezelfde oppervlakte is. Men onderscheidt afhankelijk van het gebruik van de kaart detailkaar- ten voor het aandoen van havens en voor de navigatie in moeilijke vaarwaters. Kustkaarten voor de navigatie längs de kust; koers- of trekkaarten voor de navigatie in open zee, meestal buiten zieht van land; overzichts- kaarten en overzeilers, de laatstgenoemde voor het oversteken van de oceaan. Tot de laatste wereldoorlog werden de zeekaarten door de kartograaf geheel op papier getekend. Dit geschied- de als volgt: Op een vel tekenpapier werd het kaartnet getekend met de randverdeling, graad- en minuutcijfers enz. Ver volgens werd in potlood het kaartnet onderverdeeld in voldoende kleine rechthoekjes. Op het minuutblad-over het algemeen op grotere schaal; twee of meermalen zo groot als de schaal van de kaart - werden op schaal 20 KB 36

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1974 | | pagina 22