geheel overeen met de gedrukte kaart. Voor het meetkundig verband tussen de verkleinde kadasterplans is in de jaren 1836-1855 een driehoeksme- ting uitgevoerd. Deze secundaire triangulatie was een verdichting van de triangulatie van Krayenhoff (1802- 1811). Ze is zeer onsystematisch uitgevoerd: ieder jaar werd, uitgaande van de primaire driehoeken van Krayenhoff een aantal punten bepaald in het te verkennen gebied, zonder rekening te houden met de aangren zende metingen uit vorige jaren. Als instrumenten werden gebruikt de repetitiecirkel en de zgn. gewijzigde theodoliet van Beckers. Aan J.M. van der Star, officier die de secundaire triangulatie voltooide werd in 1856 opdracht gegeven de gegevens over de driehoeksmeting te ordenen voor publikatie. Als resultaat van zijn werk verscheen in 1861 de "Meetkunstige Besehrijving" (11) waarin de uitkomsten van de triangulatie zijn opgenomen, evenals een aantal tabellen voor de constructie van het graadnet in de kaart en een kort historisch overzicht. In dit boek wordt een veel fraaier beeld van de triangulatie gegeven dan ze in werkelijkheid verdient. De driehoeksme- tingen uit de verschillende jaren waren in aparte registers per jaar genoteerd. Ze waren qua opzet en nauw- keurigheid zo heterogeen dat ze slechts na ingrijpende bewerking konden worden gepubliceerd. Uit de in wer kelijkheid vaak in alle richtingen dwars over elkaar heen gemeten driehoeken werd voor de publikatie een net ter driehoeksnet afgeleid. De resultaten van dit net zijn in de Meetkunstige Besehrijving weergegeven. Als bijlage is hierin ook een kaart van dit merkwaardige driehoeksnet opgenomen. Het is niet bekend waar de oorspronkelijke waarnemingen zijn gebleven, zodat over de nauwkeurigheid van de metingen weinig te zeggen valt. Ook over de methode van vereffening is daardoor niets bekend geworden. Wel Staat het vast dat van een aantal getrianguleerde punten de rechthoekige coördinaten berekend zijn in het platte vlak zonder de vereffende hoe- ken te corrigeren, hetgeen bij een niet conforme projektie uiteraard tot fouten van vele meters kan leiden (8). De Meetkunstige Besehrijving komt zelf echter tot de schatting dat de coördinaten in x en y een nauwkeurig heid van ongeveer 2 meter bezitten, hetgeen voor de konstruktie van een kaart op de schaal 1 50.000 ruim voldoende was. Deze schatting komt redelijk goed overeen met hetgeen Van Riel in 1925 uit 99 punten kon- stateerde, na vergelijking met de uitkomsten van de Rijksdriehoeksmeting (9). Bij de kaartering van Limburg stuitte men op het probleem van de primaire traingulatie van Krayenhoff dit gebied niet had bedekt omdat het hertogdom in die tijd nog niet tot het Bataafse grondgebied behoorde. Wel- iswaar was in de jaren 1816-1819 deze lacune opgevuld door de traingulatie van de geografisch ingenieur J.Erzey, maar diens metingen bleken na de Belgische Opstand onvindbaar, zodat de Militaire Verkenningen genoodzaakt waren hier zelf zowel een primaire als een secundaire driehoeksmeting uit te voeren. Toen de metingen geheel achter de rüg waren werden in 1844 waarnemingen van Erzey teruggevonden Reproduktie De reproduktie van de TMK geschiedde op het Topographisch Bureau door middel van de steendruk, een reproduktietechniek, welke in 1798 door Alois Senefelder was uitgevonden. Uitgangspunt voor de reproduktie waren de nettekeningen 1 50.000 welke door de Militaire Verkenningen waren samengesteld. De nettekenin- gen werden overgenomen op transparant calqueerpapier. De calque werd daarna omgekeerd op de lithogra- fische steen vastgemaakt, waarna de tekening hierop in spiegelbeeld werd overgedrukt. De lithografische steen moest daarvoor echter tevoren zorgvuldig worden geprepareerd De lithografische stenen kwamen uit de Streek van Solenhofen in Beieren. Ze bestanden voornamelijk uit koolzure kalk. Aan de kleur kon men de hardheid herkennen: een gele kleur duidde op een zachte, een grijs- groene kleur op een hardere steensoort. De stenen hadden een formaat van 70 bij 98 cm en waren circa 4 cm dik; het gewicht bedroeg ongeveer 70 kg per stuk. Een aantal gegraveerde stenen is bij de Topografische 18 KB 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1974 | | pagina 20