Dienst te Delft bewaard gebleven. De steen werd na ontvangst op het Topographisch Bureau zorgvuldig ge-
keurd en vervolgens op een steenslijpmachine volkomen vlak geslepen. Daarna werd het oppervlak met een
zwak zuur vetvrij gemaakt en gepolijst. Een gomlaag werd op de steen aangebracht en daarop een donker
gekleurde "grondlaag", welke tot doel had om later bij het graveren duidelijk verschil te zien tussen de Wit
te ingegraveerde lijnen en het donker gekleurde fond van de steen.
Op de zo geprepareerde steen werden de kaderlijnen van het kaartblad, het geografisch net en de getriangu-
leerde punten precies geconstrueerd en gegraveerd door een van de bekwaamste graveurs. Men legde de
calque van de nettekening 1 50.000 omgekeerd en passend op de steen. Tussen de calque en de steen werd
een rood bepoederd papier geschoven. Alle lijnen van de calque werden dan met een stalen stift nagetrokken,
waardoor ze in rood op de steen overgingen. Dit procede om het kaartbeeld op de steen te brengen was zeer
kwetsbaar en omslachtig omdat het calqueerpapier tijdens het calqueren gevaar liep om te verschuiven en
ook omdat dit papier zeer siecht maatvast was. Men zag dan ook reikhalzend uit naar een betere methode,
In 1859 werd de eerste reproduktiecamera aangekocht, maar het duurde nog 4 jaar voor men erin slaagde
hiermede een kaart fotografisch op steen over te brengen. De camera kon in de winter nagenoeg niet ge-
bruikt worden, daar de belichting geschiedde met behulp van daglicht dat door een beweegbaar dakgedeelte
binnenviel. Voor de samenstelling van de eerste uitgave van de TMK heeft de fotografie dan ook geen rol ge-
speeld.
De op de steen overgedrukte lijnen werden door de graveurs met stalen naalden van varierende dikte in de
steen gegraveerd, waarbij de beschermende gomlaag werd doorsneden en ondiepe witte voren in de steen
werden getrokken. De wegens hun zware gewicht moeilijk te bewerken stenen lagen in speciale zware tafels.
De steen moest worden behoed voor de aanraking met de handen en voor vochtspatjes. De gravure van het
kaartbeeld geschiedde in fasen: eerst het lijnwerk, vervolgens het schrift, dan de gebogen waterlijnen, daar
na de Symbolen en tenslotte de hoogtevoorstelling. Jongens van veertien, vijftien jaar werden leerling-gra-
veur. Hun opleiding nam vele jaren in beslag; gedurende die tijd moesten ze thuis op een kleine steen oefen-
werk graveren.
Na het graveren wreef men olie over de steen, welke dan op de plaats van de gegraveerde lijnen in de steen
drong. Na wassing met water plaatste men de steen in de pers en kon het drukken beginnen. Met een tampon
werd vette drukinkt over het oppervlak gewreven. Deze inkt hechtte zieh alleen aan de ingeoliede delen. Men
legde een vel papier op de gei'nkte steen en kon een afdruk maken. Bij het Topographisch Bureau beschikte
men over sterk verbeterde persen, ontwikkeld door de chefdrukker Kierdorff, waarmee relatief snel en met
weinig krachtsinspanning kon worden gedrukt. V66r het drukken werd het papier goed bevochtigd. Na het
drukken werden de gedrukte bladen in een schroefpers vlak geperst.
De hiervöor geschetste methode van kaarten maken bevat uit een oogpunt van nauwkeurlgheid een aantal
zwakke schakels. Zo ontstonden al direkt bij het monteren van de verkleinde en uitgesneden kadastrale frag-
menten vaak tegenspraken in de orde van grootte van 1 - l| millimeter op de schaal 1 25.000. Uiterst na
delig was het ook dat het gehele kaartbeeld vier en in het begin zelfs vijf maal uit de vrije hand moest wor
den getekend of overgetekend voordat de graveur het, opnieuw uit de vrije hand, en bovendien nog spiegel-
beeldig, tenslotte in steen kon gaan graveren. De methode om het beeld op steen te brengen met behulp van
een calque op het bijzonder onstabiele transparante papier kon de nauwkeurigheid van het beeld alleen maar
verder nadelig beihvloeden.
Dit alles heeft tot gevolg dat de oude TMK naar hedendaagse opvattingen niet uitmunt door nauwkeurigheid.
Bij vergelijking met nieuwe topografische kaarten kunnen afwijkingen in de orde van grootte van 0-2 milli
meter worden vastgesteld. Toch gold de TMK bij haar verschijnen wel als zeer nauwkeurig. De meeste
topografische kaarten vertoonden toentertijd immers nog grotere afwijkingen. Pas met de invoering van de
fotografie in de kaartreproduktie kon de nauwkeurigheid wezenlijk verder worden verbeterd.
KB 37 iq