en tegenwoordig bij de fotogrammetrie, dan is dit al in een heel vroeg Stadium het geval. Terugkerende tot de grens tussen theoretische en praktische kartografie, zullen we nu trachten die grens of dit grensgebied in enige takken van kartografie terug te vinden. Op het gebied van de kaartprojectie-leer is deze vrij duidelijk: de afleiding, desnoods ook de berekening van de projecties kan men tot het theoretische, of liever algemene gebied rekenen, de keuze van de voor een concreet doel meest geschikte projectie en het uitzetten hiervan tot het praktische. Bij een ander vraagstuk dat de gehele kartografie raakt ligt de theoretische beschouwing eigenlijk buiten de kartogra fie: nl. op het grensgebied van psychologie, optica en esthetica. Dat is het vraagstuk welke indruk een bepaald beeld van lijnen, kleuren en letters op de beschouwer maakt, en waarom; hiertoe behoort ook de kleurenleer. De theoretische behandeling is nog niet al te ver gevorderd 5, de praktische toepassing echter, dus de keuze van lijnen, kleuren en Signaturen voor elk concreet geval, is uit ervaring bekend bij kartografen en typografen zowel als bij ontwerpers van allerlei vormen van toegepaste kunst. Bij de weergave van het relief en de andere natuurlijke kaartelementen ligt de theo retische beschouwing, afgezien van het juist genoemde terrein van optica en psychologie, voor een groot deel op het gebied van de geomorfologie, en bij de anthropogene demen ten op dat van de sociale geografie. Het praktische werk van de kartograaf is dan om van een gegeven geografische situatie, die hij dus ook moet kennen en begrijpen, een zo goed mogelijke afbeelding te maken. Vooral bij de kunst van het generaliseren, dus het vervormen bij het overbrengen naar een kleinere schaal, zijn het in de eerste plaats de geografische begrippen die hiervoor de theoretische grondslag vormen; de toepassing op concrete gevallen behoort dan weer tot de praktische kartografie. Ook bij de 'thema tische' of toegepaste kaarten, d.z. kaarten toegepast op bepaalde verschijnselen (men denke aan klimaat, bodem, bevolking, economie enz.) zijn zowel geografische als kartografische beginselen op te stellen die aan de praktische uitvoering de theoretische achtergrond geven. De tot nu toe genoemde onderwerpen van de praktische kartografie kunnen samen- gevat worden als het ontwerpen van de kaart, het bepalen van de kaartinhoud en de wijze van weergave van deze inhoud. Aan al deze onderwerpen is de reproductie- techniek nog niet te pas gekomen. Men zou kunnen menen dat deze zieh eenvoudig heeft te richten naar datgene wat men op een kaart wil voorstellen, maar er Staat tegenover dat de mogelijkheden van de reproductietechniek niet onbeperkt zijn en dat er daarom ook reeds bij het ontwerpen rekening moet worden gehouden met de eisen die de latere reproduetie stelt 6. Het tekenwerk dat aan deze eisen moet voldoen, wordt door Koeman dan ook tot de reproductietechniek gerekend. Zelfs deze reproductietechniek, het onderdeel van de praktische kartografie, waarvoor Koeman deze naam zou willen reserveren, heeft ook zijn 'theoretische' achtergrond, die echter weer niet ligt op kartografisch gebied maar op dat van de druktechniek in het algemeen en zieh bezig houdt met bv. menging van Stoffen (verven, olien), hun adhesie aan andere materialen, hun reflectie en dergelijke vraagstukken van fysische chemie en fysica. Overziet men de verschillende onderdelen van de kartografie, dan blijkt het terrein van de praktische kartografie dus veel groter te zijn dan alleen dat van de reproduetie- 388 5 Robinson is wat al te optimistisch als hij schrijft: „In generalthe basic principles of optics and visions as applied to cartography are known(Elements of Cartography. New York 1953, p. 12). 6 Er wordt hier niet ingegaan op kaarten die in het geheel niet voor reproduetie zijn bestemd zoals wandkaarten voor demonstraties, kaarten die de stand van een werk of een onderzoek aan- geven enz. en die toch ook tot de praktische kartografie behoren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1958 | | pagina 32