te komen. Maar dit zegt nog niet, dat een reprodruktechnikus een kartograaf is; of, anders gezegd, dat de repro- en druktechnikus van beroemde schilderijen ook tot de beroemde meesters gerekend moet worden. J. Schokkenkamp >i OUDE NEDERLANDSE KAARTEN EN KAARTMAKERS De historische kartografie is niet het eerste punt op het programma der hedendaagse kartografen. Toch behoort het punt ook onder hen niet geheel vergeten te worden. De aandacht kan thans worden gevestigd op enkele punten van documentatie en organisatie. 1. Een algerne en repertorium der oude kaarten betreffende Nederland en delen daar- van bestaat niet. Wel fragmenten, voor bepaalde provincies en streken. Streeksgewijs zou men wellicht verder kunnen werken, zoals trouwens geschiedt. Dat in elke provincie op een centraal punt een fichescatalogus van alle in openbare verzamelingen (biblio- theken, archieven) te vinden oude kaarten wordt aangelegd en bijgehouden, is geen Utopie; ook is het niet ondenkbaar, dat men daar tevens fotokopieen bijeenbrengt van de kaarten in handschrift. De nationale cartobibliografie, waarvan de wenselijkheid door vroegere geografische congressen herhaaldelijk is uitgesproken, is na een dergelijke voor- bereiding van onder op gemakkelijker tot stand te brengen. 2. Een repertorium van kaartmakers en landmeters (potentiele kaartmakers) is ook niet gepubliceerd. Wijlen Dr Keuning te Schiedam had een werk van deze aard, spe- ciaal betreffende de meer bekende figuren, gereed; wij vernemen, dat het zal worden uitgegeven. Van een meer algemeen, doch beknopter opgezet repertorium, ook de land meters (tot 1813) omvattende, bestaat een eerste opzet; dit materiaal is thans bij een documentair deskundige (de heer E. Pelinck te Leiden) in bewerking, zodat men zieh nader kan beraden over de wijze waarop dit materiaal eventueel bereikbaar kan worden gemaakt. 3. Een heruitgave van de beste algemene kaarten onzer gewesten en delen daarvan voör 1795 is bij de huidige stand der reproduktietechniek ook niet ondenkbaar; zo'n uitgave zou aanbevelenswaardig kunnen zijn, nu de historisch-geografische belangstelling ook hier te lande zo sterk is toegenomen. Deze zaak is van geringer algemeen belang dan de onder 1 en 2 genoemde, doch wellicht kan onze sektie ook hierin enig nuttig initia- tief ontplooien. Ook hij, die beseft, dat het niet goed is te veel ineens te willen, zal kunnen toegeven, dat het soms raadzaam is een bepaald doel in het oog te vatten, om richting te geven aan verspreide aktiviteiten, waardoor het meer algemene doel des te gemakkelijker kan worden bereikt en het fragmentarische werk des te hoger waarde verkrijgt. F. A. KARTOGRAFISCH NIEUWS 88 DE 1 100 000 KAART VAN NEDERLANDS NIEUW-GUINEA, VOORLOPIGE UITGAVE Van deze door de Topografische Dienst uitgegeven kaartserie zijn thans 150 bladen gereed gekomen. De kaartbedekking van het zuiden is op een blad na compleet, terwijl van de Vogelkop ook reeds grote gedeelten zijn versehenen. Na voltooiing zal de kaartserie circa 285 bladen om- vatten. Aan de uitvoering van de kaart is veel zorg besteed. De topografie is uitgevoerd in zwart terwijl blauw is gebruikt voor opvulling der rivieren en voor moeras- en drasland Signaturen, een groene vlakke tint voor de begroeiing en een bruine halftoon voor de bergtekening. De kaartbladen zijn voorzien van een algemene legenda en van een UTM ruitennet. Het formaat is 37 X 55 cm. Als basis voor de kaartering dienen voornamelijk trimetrogoon luchtfoto's, voor een deel date- rend uit de oorlog, doch meest in het kader van de zg. TOPAM-kaartering opgenomen in 1948 door de amerikaanse luchtmacht. De Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat vervaardigde uit dit fotomateriaal middels de gleufmallen (slotted templets) methode een vrij gedetailleerde kaart van het rivierpatroon op schaal 1 100 000, die als uitgangspunt diende voor de uiteindelijke door

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1959 | | pagina 6