BESPREKINGEN
209
5. zij vertoont een duidelijk beeld van de samenhang van poolgebied met de om-
ringende werelddelen. Zij doet de gedaanten en proporties der betrokken streken recht
wedervaren. Men kan een kaart in deze projectie even goed onderste boven als in nor
male stand bekijken (fig. 4 en 5). In atlassen kan zij een aparte pool-kaart overbodig
maken.
Opgemerkt zij nog dat het graadnet niet ongelimiteerd voor uitbreiding vatbaar is.
De deformatie van het graadnet die zieh naar de benedenhoeken toe allengs krachtiger
doet gelden, neemt tenslotte vormen aan die verdergaande constructie verhinderen. Dit
legt de projectie vast binnen bepaalde grenzen. Zoals de afgebeelde kaart van Azie
laat zien, zijn deze grenzen echter ruim genoeg om het ontwerp te doen beantwoorden
aan het gestelde doel.
Tenslotte blijkt het bij nauwgezet en consequent doorgevoerde constructie niet mo-
gelijk om het graadnet ten z. van de parallel van 70° breedte vast te hechten en het
tegelijk gaaf te houden. Het 'barst' als het wäre open. Dit is in fig. 4 het geval op
de meridiaan van 70° Wl. en 110° Ol., in fig. 5 op die van 80° Wl. Men gelieve
echter te bedenken dat de hier afgebeelde figuren slechts het karakter hebben van
concept-kaartjes. Het blijft natuurlijk ten behoeve van toepassingen in de praktijk mo-
gelijk de ontsierende spleten 'weg te smokkelen', zonder dat daardoor aan de kaarten
merkbare schade wordt berokkend.
F. W. Michels heeft jaren gevaren als stuurman bij de koopvaardij. Nog vöör het uitbreken
van de 2e wereldoorlog zocht hij de vaste wal op en werd boekhandelaar. Na de oorlog trad hij
als kartografisch redacteur in dienst bij het N.V. Uitgeversbedrijf 'Djambatan' te Amsterdam,
alwaar hij meewerktc aan schoolatlassen en wandkaartenIn dienst van deze firma bezocht hij o.m.
het Nabije Oosten en Zuid-Azie. Sinds 1956 is hij zelfstandig kartograaf te Amsterdam. Zijn voor-
naamste publicaties zijn de kaarten voor de Historical Atlas of the Muslim Peoples en de in op-
dracht van de Stichting 'Havenbelangen Rotterdam' vervaardigde Panoramakaart Rotterdam 1958
Europoort.
Nachrichten aus dem Karten- und Vermessungswesen. Reihe I: Deutsche Beiträge und Informa
tionen. Zusammengestellt und herausgegeben vom Institut für Angewandte Geodäsie (Abt. II des
Deutschen Geodätischen Forschungsinstitut)Verlag des Institutes für Angewandte Geodäsie, Frank
furt a.M.. 17.5 x 24.5 cm.
Heft Nr 4, 1957. Meine, K. H., Möglichkeiten der Färb- und Geländedarstellung in der karto
graphischen Ausbildung, pp. 7-34, 11 Tafeln.
De kartograaf Meine begint met een beschouwing over de wijze hoe hij zieh een ideale algemene
opleiding tot kartograaf denkt hij betreurt het dat er in Duitsland zowel Landkartentechniker als
Landkartenzeichner en Kartolithographen enz. werken en legt de nadruk op het feit, dat men
in wezen het gewenste niveau nog niet bereikt heeft. Met een groep leerlingen, afkomstig van het
Institut für Angewandte Geodäsie, van de Atlantik-Verlag, van de Geographische Anstalt Raven
stein, de Druckerei Lohse (alle uit Frankfurt) en van het Hessische Landesvermessungsamt in
Wiesbaden werd onlangs een „Kartographische Fachklasse an der Berufsschule III für Graphik
und Gestaltende Gewerbe in Frankfurt" gevormd. Van een gedeelte van de met deze leerlingen
verwerkte stof geeft de schrijver een verslag, verlucht met de afdrukken van een drietal kleuren-
platen en 13 kaartfragmenten, grotendeels vervaardigd door de leerlingen. Het hoofdthema was de
generalisering, de kwestie van het aantal van en de afstand tussen de hoogtelijnen en de naturalis
tische afbeelding van het terrein.
In de laatste 'Abschliessende Bemerkungen' zegt de schrijver: „dass nur soviel aus einer Lehr-
lingsgemeinschaft herauszuholen ist, wie man 'hineinzulegen' bereit ist; wat onwillekeurig de vraag
doet opkomen, wie die 'man' op het ogenblik in Nederland zouden zijn. Voor de repro- en druk-
techniek zijn zeker leerkrachten in ons land te vinden, maar op het gebied van de kaartkunde?
Aan het slot vindt de Iezer een naar onderwerpen ingedeelde literatuurlijst (keuze) van 93
nummers.
Heft Nr 5, 1958. Schroeder-Hohenwarth, J., Die preussische Landesaufnahme von 1816-
1875. pp. 5-59. 15 kaartfragmenten en 6 indexkaarten.
Dit opstel kan men beschouwen als een voortzetting van dergelijke artikelen betreffende de kar-