314 werk per vierkant uitgevoerd (de zwarte namen en de zwarte cijfers worden op dit astralon niet aangebracht). Op dit ingepaste 'zwarte trek' astralon wordt een blanco astralon gelegd, waarop meit zwarte inkt wordt ingevuld al hetgene, dat later in groen gedrukt moet worden. Is dit astralon voor groen gereed, dan wordt over het ingepaste zwarte trekastralon weer een blanco astralon gelegd waarop alles wat later in de kaart blauw moet zijn (brede rivieren, meren, Signaturen, enz.) met zwarte inkt wordt ingevuld. Om te voorkomen dat grote gedeelten van de kaart härd blauw zouden worden, zoals zee, grote meren en zeer brede strömen, worden deze later niet in vol blauw gedrukt, maar in rastertint blauw. Deze gegevens worden in voorkomende gevallen dan ook op een afzonderlijke astralon in zwart aangebracht. Bij bovengenoemde bewerkingen zijn de moderne methoden als astralongravure en strippen ('scribing' and 'Stripping') incidenteel toegepast. Als resultaat van de diverse bewerkingen ontstaan: een astralon 'zwarte trek' een astralon voor groen een astralon voor blauw, eventueel gesplitst in een voor 'land' blauw en een voor 'zee' blauw een rasteropname van de hoogtevoorstelling (op film) Voordat deze stukken voor verdere bewerking worden doorgegeven worden deze op de lichtbak door de cartograaf gekontroleerd, want dit alles tezamen vormt bijna de volledige kaart (in zwart). De zwarte namen 6 en zwarte cijfers van de kaart worden, hetzij via de resultaten van boekdruk, hetzij via de fotosetter Hadego, op film gefoto- grafeerd en op een blanco astralon op de juiste plaats gemonteerd. Hiermede is dan het laatste astralon vervaardigd, dat voor de verdere kaartreproduktie nodig is. Omtrent de legenda kan worden vermeld dat deze, voor zover mogelijk, is samen- gesteld volgens internationaal vastgestelde tekens. Men streeft internationaal het doel na om binnen niet al te lange tijd te komen tot uniforme Signaturen. Wat betreft de vege- tatie zijn allean die soorten vegetatie in de legenda opgenomen, welke duidelijk gei'nter- preteerd kunnen worden. De scheidingslijnen tussen vegetaties worden in de kaart door een streeplijn aangegeven. Gebieden waarvan onvoldoende fotogegevens beschikbaar zijn, worden in de kaart aangegeven door een signatuur bestaande uit groene- en witte banen. De gegevens van de magnatische declinatie zijn afkomstig van het K.N.M.I. te De Bilt. De bladindeling is zodanig gekozen, dat de zonegrenzen van de U.T.M.-projektie midden over de betreffende bladen lopen, en de indeling in vertikale zin zo voordalig mogelijk uitkomt in verband met het aantal te kaarteren bladen. De bladgrootte is in ronde geografische waarden gekozen en wel 30' in oost-west richting en 20' in noord- zuid richting. Het totaal aantal te kaarteren bladen kan 290 bedragen, de mogelijk- heid bestaat echter, dat door kombinaties dit aantal wordt teruggebracht tot 280. In aansluiting op hetgeen ik schreef omtrent de U.T.M.-projektie kan als detail nog worden vermeld, dat de zönegrenzen samenvallen met de meridianen 132° en 138°. De middenmeridianen der projektie liggen dus op 129°, 135° en 141°. Nu wordt op de zönegrens het vierkantennet als het wäre geknikt, zodat het moeilijk is aan de hand van het vierkantennet een lengte te bepalen waarvan de eindpunten in verschillende zones vallen. Hieraan is tegemoet gekomen door de verdelingen van de overlappende netten aan het kader met streepjes te markeren. Door de keuze van bladindeling, waarbij de 6 De naambeschrijving is een probleem op zichzelf. De moeilijkheid is om na te gaan of de namen welke op kaarten, schetsen en reisbeschrijvingen voorkomen, juist zijn. Er kan niet meer worden gedaan dan de namen ter beoordeling voorleggen aan deskundigen op dit gebied, hetgeen gebeurt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1959 | | pagina 10